Uitspraak
19.3764 PW
SAMENVATTING
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.500,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand aan appellant, die online gokactiviteiten heeft uitgevoerd zonder deze te melden. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de ontvangen bedragen van gokbedrijven als inkomen aangemerkt en teruggevorderd. Appellant betwist deze kwalificatie en stelt dat de bedragen als vermogen moeten worden beschouwd, en dat het college rekening had moeten houden met inlegkosten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ontvangen bedragen als inkomen moeten worden aangemerkt volgens artikel 32 van de Participatiewet (PW) en dat er geen beleidsruimte is voor het college om dit anders te interpreteren. De Raad bevestigt dat bij de vaststelling van het inkomen geen rekening kan worden gehouden met verwervingskosten, en dat de wetgever niet heeft voorzien in een uitzondering voor gokactiviteiten. De Raad concludeert dat de terugvordering terecht is en dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die de toepassing van de wet zouden rechtvaardigen. Tevens wordt vastgesteld dat de redelijke termijn voor de procedure is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding voor appellant.