Uitspraak
20 1207 PW, 20/1208 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- 3 horloges van de merken Rolex, Cartier en Chopard, door Waarborg Holland getaxeerd op een waarde van onderscheidenlijk € 3.200,-, € 3.400,- en € 2.500,-;
- 14 biljetten van € 100,-;
- 50 biljetten van € 500,-;
- 7 biljetten van 200 Zwitserse Francs (volgens de koers op 1 juni 2016 (0,9046) € 1.266,44);
- 24 kleine diamanten en 2 grotere diamanten, door Waarborg Holland samen getaxeerd op een waarde van € 5.160,-.
materieelten onrechte aan bijstand is verleend, omdat een besluit tot terugvordering reparatoir van aard is. Zie de in 4.7.2 genoemde uitspraken, rechtsoverweging 4.13 en volgende. Dit zou in deze zaak het volgende kunnen betekenen.
materieelten onrechte zijn verleend en dit zou dan voor terugvordering in aanmerking komen. Het terug te vorderen bedrag volgens het tweede terugvorderingsbesluit, dat ziet op de periode van 30 maart 2009 tot 1 juni 2016, is echter een veelvoud van deze vermogensoverschrijding.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 3.348,-;
- bepaalt dat het college aan appellanten het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 178,- vergoedt.