dhr. mr. C.G. Peper

De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt op basis van de Wzd, vanwege onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De machtiging geldt tot en met 8 september 2021.

De rechtbank wijst het verzoek van de vader om de moeder te verplichten terug te verhuizen af, en kent gezamenlijk gezag toe over de minderjarige.

De rechtbank Gelderland heeft op 26 september 2017 de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een 20-jarige jongere afgewezen, gezien zijn positieve ontwikkeling en het lage recidiverisico.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte veroordeeld tot 18 maanden jeugddetentie (6 maanden voorwaardelijk) voor diverse (pogingen tot) diefstal met geweld, met een werkstraf van 200 uur en schadevergoeding aan slachtoffers.

De Raadkamer verlengt de PIJ-maatregel van een jeugdige verdachte met negen maanden, zodat hij voldoende tijd heeft voor behandeling en begeleiding.

De rechtbank heeft de vordering tot voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel toegewezen, met opgelegde voorwaarden zoals een locatieverbod en contactverbod.

Verdachte veroordeeld voor zware mishandeling met een glas, resulterend in ernstig oogletsel bij [slachtoffer]. Werkstraf van 120 uur en schadevergoeding van € 23.116,72 opgelegd.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte schuldig bevonden aan diefstal van een auto en afpersing, en hem een jeugddetentie van 180 dagen opgelegd, waarvan 141 dagen voorwaardelijk.

Een dertienjarige jongen pleegt ontucht met een vierjarige. De rechtbank oordeelt dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is en legt een voorwaardelijke werkstraf op.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte veroordeeld voor poging tot woninginbraak en heling van sieraden, met een deels voorwaardelijke jeugddetentie en een werkstraf.

Verdachte veroordeeld voor heling van sieraden en andere goederen, deels voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd.

De kinderrechter heeft op 2 september 2013 een verzoek tot gesloten jeugdzorg voor een minderjarige toegewezen voor vier weken, vanwege vermoedens van vertrek naar Syrië. Het verzoek voor een langere termijn werd afgewezen.

De rechtbank verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek om omgangsregeling met haar minderjarige kinderen na uithuisplaatsing, omdat zij niet binnen de wettelijke termijn heeft gereageerd op de aanwijzing van de stichting.

De rechtbank stelt een omgangsregeling vast tussen de grootmoeder en haar kleinzoon, waarbij de grootmoeder elke veertien dagen contact heeft met de minderjarige.

Vier jongens zijn veroordeeld voor de groepsverkrachting van een 14-jarig meisje in Arnhem. Ze kregen jeugddetentie, reclasseringstoezicht en taakstraffen. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer.

Vier jongens zijn veroordeeld voor de groepsverkrachting van een 14-jarig meisje, met straffen variërend van jeugddetentie tot taakstraffen.

Vier jongens zijn veroordeeld voor de groepsverkrachting van een 14-jarig meisje, met voorwaardelijke jeugddetentie en taakstraffen.

Vier jongens zijn veroordeeld voor de groepsverkrachting van een 14-jarig meisje in Arnhem. Ze kregen jeugddetentie, reclasseringstoezicht en taakstraffen. De rechtbank wees ook schadevergoeding toe aan het slachtoffer.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart asielaanvraag van Iraakse eiser gegrond, omdat de Minister onvoldoende bewijs heeft geleverd voor betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven.

De rechtbank verklaart het beroep regulier van een Iraakse vrouw gegrond, omdat de afwijzing van haar verblijfsvergunning onterecht was. De vrouw heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar vrees op schending van artikel 3 EVRM.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Afghaanse man op basis van onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen, en oordeelt dat het rapport waarop verweerder zich baseerde niet voldoet aan de eisen van een deskundigenbericht.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een Noord-Koreaanse verzoekster gegrond verklaard en het besluit van de Minister vernietigd wegens onvoldoende motivering met betrekking tot de mogelijkheid van het verkrijgen van de Zuid-Koreaanse nationaliteit.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een Somalische eiser afgewezen, oordelend dat er geen nieuwe feiten waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. De situatie in Somalië was niet zodanig veranderd dat de eiser een reëel risico liep bij terugkeer.

De rechtbank oordeelt dat de Minister voor Vreemdelingenzaken in de asielprocedure van een Afghaanse journalist niet voldoende heeft gemotiveerd waarom geen verblijfsvergunning werd verleend, en verklaart het beroep gegrond.

De rechtbank oordeelt dat de IND de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning asiel terecht heeft afgewezen, omdat het asielrelaas ongeloofwaardig werd geacht door tegenstrijdige verklaringen en het ontbreken van ondersteunende documenten.

De rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het verlenen van een verblijfsvergunning wegens medische noodsituatie niet als rechtmatig verblijf kan worden aangemerkt. Het beroep van eiser is gegrond en het besluit van de IND is vernietigd.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een Afghaanse man, omdat de minister onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de toepassing van artikel 1F VSV. Eiser heeft niet gefaciliteerd of geweten van de misdrijven die aan hem worden verweten.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij op grond van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag niet in aanmerking komt voor asiel, gezien zijn betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen als lid van het Afghaanse regeringsleger.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een Tsjetsjeense eiseres afgewezen, oordelend dat er geen eenduidige humanitaire noodsituatie is en dat er verblijfsalternatieven zijn in de Russische Federatie.

De rechtbank wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker geen rechtsgeldige asielaanvraag heeft ingediend. De IND wordt veroordeeld in de proceskosten van verzoeker.

De rechtbank vernietigt het besluit tot niet-verlenging van de vvtv van een Sudanese asielzoekster, omdat verweerder het bezwaar ten onrechte ongegrond verklaarde en de verblijfsaanspraak niet heeft betrokken.

Eiser verzoekt om gezinshereniging bij zijn vader, maar zijn aanvraag wordt afgewezen wegens het ontbreken van een mvv. De rechtbank oordeelt dat de vader geen gemeenschapsonderdaan is en dat de afwijzing terecht is.

De Rechtbank Arnhem heeft op 7 maart 2003 geoordeeld dat de suppletieregeling van eiser gelijkgesteld moet worden met doorbetaling van loon, waardoor hij geen recht had op een WW-uitkering tot 1 maart 2001. Het beroep is gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen zijn in stand gelaten.