Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
beschikking van de kinderrechter
de Raad voor de Kinderbescherming, locatie Arnhem,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats],
Het verdere procesverloop
d.d. 21 augustus 2013 (PV-nummer: 20130821.1825);
(nader te noemen: Bureau Jeugdzorg).
Het standpunt van de RaadDe Raad heeft ter zitting de verzoeken gehandhaafd. De Raad stelt zich op het standpunt dat gedurende het verdere onderzoek [minderjarige]binnen de gesloten jeugdzorg instelling dient te blijven, doch er wordt naar gestreefd het verblijf zo kort mogelijk te laten duren.
Het standpunt van de minderjarigeDoor en namens [minderjarige]is gemotiveerd verweer gevoerd tegen de verzochte machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg.Een plaatsing van [minderjarige]binnen de gesloten jeugdzorg wordt allereerst niet noodzakelijk geacht, omdat de informatie van de AIVD en het OM waar de Raad zijn verzoek op baseert niet klopt. [minderjarige]heeft nooit een vliegticket naar Syrië in bezit gehad. Het Nederlandse paspoort van [minderjarige]is bovendien in beslag genomen door de politie waardoor hij niet naar het buitenland kon afreizen. Zeker niet per vliegtuig. Mocht er al sprake zijn geweest van een dreiging van een vertrek van [minderjarige]naar Syrië is deze dreiging inmiddels weggenomen nu is gebleken dat de halfbroer van [minderjarige], [naam], en een vriend,[naam], in Duitsland zijn opgepakt. [minderjarige]wil terug naar huis, naar zijn moeder, en zijn normale leven weer oppakken op school en met voetbal en boksen.
is op dit moment niet in het bezit van zijn Nederlandse paspoort wegens inbeslagname door de politie. Betwist wordt dat [minderjarige]thans de beschikking heeft over een Marokkaans paspoort.
Het standpunt van belanghebbendenDe moeder heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij niet instemt met de gesloten plaatsing van [minderjarige]. Van belang is dat [minderjarige]zo spoedig mogelijk zijn normale leven bij de moeder thuis kan hervatten zodat hij weer naar school kan en zijn sporten kan beoefenen.De moeder betwist dat zijzelf en [minderjarige]het plan hadden om naar Syrië te reizen en dat [minderjarige]thans beschikt over een Marokkaans paspoort. In 2001 is [minderjarige]bijgeschreven in het Marokkaanse paspoort van de moeder, doch dit paspoort is in 2011 verlopen. De moeder heeft ter onderbouwing van dit standpunt een kopie van haar Marokkaans paspoort overgelegd.
De verdere beoordeling
De beslissing
mr. M.G.H. Groothedde als griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2013.