Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 november 2022;
- de op 22 februari 2023 per e-mail toegestuurde agendapunten voor de zitting;
- de zitting van 15 maart 2023. Tijdens de zitting hebben de advocaten van partijen pleitnotities voorgedragen en is door eisers een aan de pleitnotitie aangehechte bijlage voorgedragen. Van de zitting zijn voor het overige door de griffier aantekeningen bijgehouden.
2.Inleiding en feiten
27 december 2013 respectievelijk 27 december 2014 een voorschot kinderopvangtoeslag toegekend ten bedrage van € 6.756,00. De definitieve toekenning is over beide jaren op nihil vastgesteld.
3.De vordering
4.De beoordeling
Inleiding
“harde regelgeving, vooringenomen handelen, het ontbreken van de menselijke maat en door geen gehoor te geven aan noodsignalen, tienduizenden ouders en kinderen hun leven de afgelopen tien jaar[hebben]
zien veranderen in een moeras van ellende.”Daarbij heeft de Staat eveneens erkend dat
“de grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden”. [33] De ABRvS heeft haar excuses aangeboden voor haar tot
23 oktober 2019 gehanteerde strenge lijn, erkend dat zij ouders die in de problemen zijn gekomen niet de rechtsbescherming heeft geboden waar zij op mochten rekenen en opgemerkt dat zij in haar rechtspraak eerder had moeten overgaan tot het ‘inlezen’ van de evenredigheidstoets in de Wko en Awir. [34]
legitimate expectation” en daarmee niet als “
possession” kunnen worden aangemerkt. Bij de toekenning van een voorschot kinderopvangtoeslag wordt de ouder nadrukkelijk op het voorlopige karakter van de “toekenning” gewezen. Op de voorschotbeschikking wordt vermeld dat het een voorschot betreft, en dat dit voorschot op een later moment nog kan worden gewijzigd. Ook wordt de ouder erop gewezen dat het voorschot wordt berekend op basis van de gegevens die op dat
- dagvaarding: € 125,03
- griffierecht: € 314,00
- advocaatkosten: € 1.196,00 (2 punten x tarief II ad € 598,00)
- totaal: € 1.635,03