mw. mr. I.S. Post

Hoger beroep over boete voor het vervoeren van een niet transportwaardig dier; boete gematigd van € 1.500,- naar € 1.200,- vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van de pelsdierhouderij ongegrond, omdat het bezwaar te laat was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft besloten dat de beperking van kennisneming van persoonsgegevens in een bestuursrechtelijke procedure gerechtvaardigd is, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Huisartsen hebben beroep ingesteld tegen NZa-besluit. Beperking van kennisneming van persoonsgegevens van Zilveren Kruis gerechtvaardigd. Huisartsen moeten binnen twee weken instemmen met uitspraak op basis van vertrouwelijke stukken.

Het College verklaart het beroep van [naam] ongegrond, omdat de waarschuwing geen besluit is in de zin van de Awb. Geen recht op schadevergoeding, redelijke termijn niet overschreden.

Beroep ongegrond; niet-ontvankelijk verklaring bezwaar subsidie MKB COVID-19; termijnoverschrijding niet verschoonbaar.

Beroep ongegrond; termijnoverschrijding bezwaar niet verschoonbaar; geen proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 5 april 2022 besloten om persoonsgegevens geheim te houden in een bestuursrechtelijke procedure, waarbij de appellanten toestemming gaven voor uitspraak op basis van vertrouwelijke stukken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de uitspraak van 6 juli 2021 vervallen, waarin abusievelijk het fosfaatrecht van de appellante op 3.242 kg was vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om schadevergoeding van een melkveehouder afgewezen, omdat onvoldoende bewijs was geleverd voor de gestelde schade en het causaal verband met het onrechtmatig handelen van de minister.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst verzoek om schadevergoeding af en verklaart beroep ongegrond inzake afwijzing melding fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat 259 dieren van appellante terecht niet als melkvee zijn aangemerkt, wat gevolgen heeft voor de fosfaatrechten. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante niet grondgebonden is en dat de generieke korting op het fosfaatrecht terecht is toegepast. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de instemming van een derde-belanghebbende met de verhoging van fosfaatrechten niet eenzijdig kan worden ingetrokken. Fosfaatrecht van appellante vastgesteld op 4.317 kg, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Het College oordeelt dat drie dieren van appellante niet als melkvee kunnen worden aangemerkt en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet correct heeft toegepast. Appellante voldoet niet aan de voorwaarden voor de regeling en er is geen sprake van een buitensporige last. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 3.313 kg, omdat appellante onvoldoende bijzondere omstandigheden heeft onderbouwd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op het eigendomsrecht van appellanten en dat zij geen individuele en buitensporige last ondervinden. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast, maar dat de minister ten onrechte geen proceskostenvergoeding heeft toegekend aan de appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert en de bescherming van milieu en volksgezondheid zwaarder weegt.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, die niet tijdig de benodigde vergunningen verkreeg voor haar uitbreidingsplannen. Het beroep is ongegrond, behalve voor de kosten in bezwaar.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt. Het beroep is gegrond, het bestreden besluit is vernietigd en het fosfaatrecht is vastgesteld op 11.143 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling inzake fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op de eigendomsrechten van appellante, die niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een individuele en buitensporige last ondervindt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert en dat de belangen van milieu en volksgezondheid zwaarder wegen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante. Beroep ongegrond, maar schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellante Veehouderij [naam 1] V.O.F. verliest beroep tegen fosfaatrechtenstelsel; recht op € 1.000,- schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor fosfaatrechten en dat er geen schending van het gelijkheidsbeginsel is. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt het bestreden besluit, stelt het fosfaatrecht vast op 4.389 kg en kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling onder de Meststoffenwet correct heeft toegepast en verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet. De vertraging door de aanleg van een rondweg komt voor haar rekening.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het fosfaatrecht vastgesteld op 3.480 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt aan appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat biologische melkveehouders onder het fosfaatrechtenstelsel vallen en dat appellante geen uitzonderingspositie toekomt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een veehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt.

Appellante kreeg een verhoging van haar fosfaatrechten naar 2.113 kg, en schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.