ECLI:NL:CBB:2022:175
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Geheimhoudingsbeslissing
- Rechtspraak.nl
Geheimhoudingsbeslissing inzake persoonsgegevens in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 april 2022 een geheimhoudingsbeslissing genomen in het kader van een bestuursrechtelijke procedure. De appellanten, drie B.V.'s, hebben beroep ingesteld tegen een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit van 19 oktober 2021. Dit besluit betrof de vertrouwelijke behandeling van bepaalde gedingstukken, waarin persoonsgegevens waren opgenomen. De verweerster, de Nederlandse Zorgautoriteit, had aangegeven dat alleen het College kennis mocht nemen van deze vertrouwelijke gegevens, in overeenstemming met artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De appellanten hebben in een brief van 28 maart 2022 toestemming verleend aan het College om uitspraak te doen op basis van de weggelakte passages in de gedingstukken.
De rechter-commissaris heeft de belangen afgewogen en geconcludeerd dat de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens moet worden geëerbiedigd. Openbaarmaking zou een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen betekenen, terwijl de appellanten door de beperkte kennisneming niet in hun procesvoering worden benadeeld. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de door de verweerster aangevoerde redenen voor beperking van de kennisneming voldoende gewicht hebben en dat de appellanten geen bezwaar hebben tegen het niet inzichtelijk zijn van deze gegevens.
De beslissing van de rechter-commissaris is genomen in aanwezigheid van de griffier en houdt in dat het College, met de toestemming van de appellanten, uitspraak kan doen op basis van de volledige inhoud van de vertrouwelijke stukken. Deze beslissing benadrukt het belang van de bescherming van persoonsgegevens in bestuursrechtelijke procedures, terwijl tegelijkertijd de rechten van de appellanten worden gewaarborgd.