ECLI:NL:CBB:2022:733
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van subsidie bezwaar op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen een subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL). De minister van Economische Zaken en Klimaat had op 23 juni 2021 een besluit genomen waarin de subsidie voor de periode oktober tot en met december 2020 werd vastgesteld. Op 17 december 2021 verklaarde de minister het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Appellante stelde dat zij tijdig bezwaar had gemaakt, maar het bezwaarschrift was abusievelijk naar een verkeerd adres gestuurd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak op 28 september 2022 behandeld. De appellante voerde aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat de minister niet had voldaan aan zijn doorzendplicht. Het College oordeelde echter dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat het bezwaarschrift tijdig was verzonden. De bewijsstukken die appellante aanvoerde, waren onvoldoende om aan te tonen dat het bezwaarschrift voor de deadline was verzonden. Het College concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door mr. D. Brugman, in aanwezigheid van griffier mr. I.S. Post op 1 november 2022.