ECLI:NL:CBB:2023:448
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van waarschuwing door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Op 9 augustus 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam] B.V. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep van [naam] was gericht tegen een besluit van de minister van 7 december 2021, waarbij het bezwaar van [naam] tegen een waarschuwing niet-ontvankelijk was verklaard. De waarschuwing was gegeven naar aanleiding van een inspectie op 21 juli 2021, waarbij twee kadavers met fecale bezoedeling in het slachthuis van [naam] waren aangetroffen. De minister had aangegeven dat een volgende overtreding zou kunnen leiden tot bestuurlijke sancties of strafvervolging.
Het College oordeelde dat de waarschuwing geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze niet gericht is op rechtsgevolg. De waarschuwing volgt uit beleidsregels van de minister en legt geen verplichtingen op aan [naam]. Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat er geen bezwaar openstond tegen de waarschuwing. Tevens werd vastgesteld dat de redelijke termijn voor een schadevergoeding op het moment van uitspraak nog niet was overschreden, waardoor [naam] geen recht had op schadevergoeding.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een waarschuwing om als besluit te worden beschouwd, en dat de procedurele waarborgen van de Awb niet van toepassing zijn op waarschuwingen die geen rechtsgevolg hebben. Het College bevestigde dat de minister de gemachtigde van [naam] voldoende gelegenheid had geboden om te worden gehoord, en dat de minister terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. De proceskosten van [naam] werden niet vergoed.