Voetnoten
1.De in deze conclusie aangehaalde wetgeving betreft de wetgeving zoals deze gold in de onderhavige tijdvakken, tenzij nadrukkelijk anders wordt vermeld. Ik merk op dat met ingang van 1 januari 2022 het belastbare feit voor de Wet BPM is gewijzigd van de ‘registratie’ (inschrijving én tenaamstelling) naar uitsluitend de ‘inschrijving’. Zie: Wet van 16 december 2020 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021), Stb. 2020, 540, p. 19 e.v.
2.HvJ 19 september 2000, Tulliasiamies, en Antti Siilin, C-101/00, ECLI:EU:C:2002:505 (conclusie A-G Stix-Hackl), punt 52.
3.HvJ 19 december 2013, X, C-437/12, ECLI:EU:C:2013:857, punten 41 en 44.
4.
5.HvJ 9 juni 2016, Budisan, C-586/14, ECLI:EU:C:2021:421, punt 26.
6.HR 14 september 2012, nr. 12/00848, ECLI:NL:HR:2012:BX7199, r.o. 3.3.2; HR 29 januari 2016, nr. 14/01502, ECLI:NL:HR:2016:119, r.o. 4.2.; HR 27 januari 2017, nr. 16/02949, ECLI:NL:HR:2017:78, r.o. 2.3.2; HR 21 september 2018, nr. 17/02947, ECLI:NL:HR:2018:1695, r.o. 2.3.4. 11.Wet van 17 december 2014 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015), Stb. 2014, 578.
13.Kamerstukken II 2014/15, 34002, nr. 3, p. 31-32.
14.De bevoegdheid voor het stellen van deze nadere regels volgt uit art. 10(10) Wet BPM.
19.ECLI:EU:C:2013:857, punt 23.
22.Vgl. ECLI:NL:HR:2022:640, r.o. 4.2.3. Zie ook art. 10(8) Wet BPM in samenhang met art. 8(4)b Uitv.reg. BPM. 26.Wet van 14 december 2006, houdende wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2007), Stb. 2006, 682.
27.Kamerstukken II 2006/07, 30804, nr. 9.
28.Kamerstukken II 2006/07, 30804, nr. 9, p. 17.
29.Wijziging Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken en wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting personenauto’s en motorrijwielen 1992, Stcrt. 2007, 19, p. 19 (zie p. 2, rechter kolom).
30.Om uitvoeringstechnische redenen duurde het aanvankelijk nog enige tijd voordat de tabel in art. 8(5) Uitv.reg. BPM werd aangepast aan de tabel in art. 8d(1). Met ingang van 1 januari 2008 zijn beide tabellen in overeenstemming met elkaar. Zie: Regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, Stcrt. 2007, 110, p. 9.
34.Wijziging Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken en wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting personenauto’s en motorrijwielen 1992, Stcrt. 2007, 19, p. 19.
35.Wijziging Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken en wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting personenauto’s en motorrijwielen 1992, Stcrt. 2007, 19, p. 19 (zie vijfde pagina, linker kolom).
36.Kamerstukken II 2006/07, 30804, nr. 9, p. 17.
37.Art. 42(4)b Wegenverkeerswet 1994.
38.Art. 6(1)k Besluit van 6 oktober 1994, houdende uitvoering van de Wegenverkeerswet 1994 (Kentekenreglement), Stb. 1994, 760.
39.Particulieren kunnen gegevens opvragen via: ovi.rdw.nl. De hier geciteerde toelichting is geraadpleegd op de datum van deze conclusie.
40.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 december 2021, nrs. BKDH-21/00246 t/m 21/00248, 21/00250 t/m 21/00255 en 21/00996, ECLI:NL:GHSHE:2021:4327, punt 5.2.; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 14 april 2022, nrs. BKDH-21/00261, BKDH-21/00262 t/m 21/00268, 21/00270 en 21/00271, 21/00273 t/m 21/00281, 21/00285 t/m 21/00299, 21/00338 en 21/00340 t/m 21/00355, ECLI:NL:GHSHE:2022:1427, punt 5.4.; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 15 juni 2022, nrs. 20/00362 t/m 20/00372, ECLI:NL:GHSHE:2022:1895, punten 4.2.-4.4.; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 15 juni 2022, nrs. 20/00326 t/m 20/00333, ECLI:NL:GHSHE:2022:1894, punten 4.2.-4.4; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 5 juli 2023, nrs. 21/00358 t/m 21/00363, ECLI:NL:GHSHE:2023:2185, punten 4.9.-4.10.; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 5 juli 2023, nrs. 21/00349 t/m 21/00357, ECLI:NL:GHSHE:2023:2184, punten 4.9.4.10.; Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 5 juli 2023, nrs. 21/00364 t/m 21/00373, ECLI:NL:GHSHE:2023:2186, punten 4.9.-4.10. 43.Besluit van 16 juni 2015, nr. BLKB2015/642M, tot wijziging van het besluit van 17 december 2014, nr. 2014/2067M, Stcrt. 2015, 17269.
44.Met ingang van 1 januari 2022 is de tegemoetkoming ingetrokken. Zie: Besluit van 16 december 2021, nr. 2021-213897, Stcrt. 2021, 48136.
46.Wijziging Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken en wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting personenauto’s en motorrijwielen 1992, Stcrt. 2007, 19, p. 19 (zie tweede pagina, rechter kolom).
49.Art. 8(5)d Wet op de omzetbelasting 1968 jo. art. 4(2) Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968.
50.Ik merk op dat kan worden afgevraagd of deze praktijk overeenstemt met de letter van art. 4(2) Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968. Dit artikel verwijst voor het ‘resterende bpm-bedrag’ namelijk naar art. 10(6) Wet BPM. Art. 10(6) Wet BPM wordt vervolgens uitgewerkt in art. 8(5) Uitv.reg. BPM, dat bepaalt dat de afschrijving plaatsvindt over het belastingbedrag, bedoeld in art. 9(1)-9(3) Wet BPM. Art. 9 Wet BPM berekent de bruto bpm en niet de herrekende bruto bpm. Daar staat wel tegenover dat het hanteren van de (herrekende) bpm zoals vermeld in het kentekenregister, mijns inziens de uitvoerbaarheid dient.
51.Nota van toelichting bij Besluit van 20 december 2007 tot wijziging van enige fiscale uitvoeringsbesluiten, Stb. 2007, 573, p. 14.
54.Ik merk op dat sommige aanbieders van koerslijsten de mogelijkheid bieden om rekening te houden met het verschil tussen parallel en officieel ingevoerde voertuigen. Ook bij het gebruik van deze koerslijsten biedt het Nederlandse stelsel aldus de mogelijkheid om rekening te houden met eerdere parallel ingevoerde voertuigen.
55.Zie p. 10 van het beroepschrift in cassatie in de zaken met nrs. 22/01741, 22/02805 en 22/03099, en p. 4 van het beroepschrift in cassatie in de zaak met nr. 22/00425.
57.Vgl. art. 9(3) en (4) Wet BPM.
59.Wijziging Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen alcoholvrije dranken en wijziging van de Uitvoeringsregeling belasting personenauto’s en motorrijwielen 1992, Stcrt. 2007, 19, p. 19 (zie tweede pagina, rechter kolom).
61.X, ECLI:EU:C:2013:857, punten 41 en 44.
62.Vgl. HvJ 22 februari 2001, Gomes Valente, C-393/98, ECLI:EU:C:2001:109 (conclusie A-G Fennelly), punten 28 en 44.
63.Zie in gelijke zin de conclusie van mijn voormalig ambtgenoot IJzerman, nr. 19/04950, ECLI:NL:PHR:2020:616, onderdelen 5.3-5.4.