Uitspraak
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 18 mei 2017, nr. 17/00003, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 16/6544) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de klachten
,heeft bij een dealer in Duitsland een nieuwe personenauto gekocht. Toen de auto op 21 januari 2016 in Duitsland aan belanghebbende werd afgeleverd, stond de kilometerteller op circa 30. De auto is op diezelfde dag voor het eerst toegelaten tot de openbare weg in Duitsland. Daartoe is aan belanghebbende in Duitsland een zogenoemd exportkenteken afgegeven. Met de auto is ongeveer 3000 kilometer in Duitsland gereden.
.
,motorrijwiel of bestelauto in het kentekenregister bpm verschuldigd. Indien een dergelijk motorrijtuig niet is geregistreerd in het kentekenregister maar feitelijk ter beschikking staat van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, wordt op grond van artikel 1, lid 6, van de Wet bpm verschuldigd ter zake van de aanvang van het gebruik met dat motorrijtuig in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de weg). In beide situaties dient bpm op grond van artikel 6 van de Wet op aangifte te worden voldaan, waarbij betaling van de verschuldigde bpm dient te geschieden voordat het desbetreffende motorrijtuig in het kentekenregister op naam is gesteld respectievelijk voordat het gebruik van de weg daarmee aanvangt.