Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
Omdat op 1 juli 2012 het tarief aan bpm lager was dan het tarief op 3 maart 2016 (de datum van de hernieuwde tenaamstelling), heeft de Inspecteur het in artikel 10, lid 1, van de Wet bedoelde bedrag aan bpm waarop een vermindering moet worden toegepast, met toepassing van artikel 10b van de Wet bepaald op het hiervoor in 2.2.2 vermelde bedrag van € 22.859. Bij een afschrijving van 65,75 procent is dan volgens hem ter zake van de hernieuwde tenaamstelling op 3 maart 2016 een bedrag van € 7.829 aan bpm verschuldigd. De méér verschuldigde bpm (€ 2.169) heeft hij nageheven.
3.Beoordeling van het middel
Met dit voorschrift heeft de wetgever beoogd misbruik te bestrijden dat via een specifieke constructie, de zogenoemde hagelschadeconstructie, plaatsvond met jonge, in Nederland geregistreerde auto’s met meer dan normale gebruiksschade (zie de wetsgeschiedenis, weergegeven in de onderdelen 4.4 tot en met 4.6 van de conclusie van de AdvocaatGeneraal).
Met de teruggaafregeling van artikel 14a van de Wet is niet meer beoogd dan de bpm die wordt geacht nog op een in Nederland geregistreerde personenauto te rusten, terug te geven wanneer die personenauto na verloop van tijd niet meer is bestemd voor duurzaam gebruik in Nederland en voor duurzaam gebruik wordt overgebracht naar een andere lidstaat. De wijze waarop de hoogte van die teruggaaf wordt berekend, staat los van de regels voor heffing van bpm ter zake van een daarna plaatsvindend, in artikel 1 van de Wet omschreven belastbaar feit. Daardoor kan het gebeuren dat bij een hernieuwde tenaamstelling het te betalen bedrag aan bpm meer bedraagt dan het eerder voor dezelfde personenauto op de voet van artikel 14a van de Wet teruggegeven bedrag aan bpm. Dat is geen reden om ter zake van die hernieuwde tenaamstelling in het Nederlandse kentekenregister minder bpm te heffen dan het bedrag dat volgt uit toepassing van artikel 10, lid 1, van de Wet in samenhang gelezen met artikel 10a van de Wet, en in voorkomend geval ook met artikel 10b van de Wet.