ECLI:NL:HR:2009:BI5100
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing bij import van personenauto's en de toepassing van artikel 90 EG
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, een handelaar in exclusieve personenauto's, had in 2004 tien op Duits kenteken gestelde auto's ingekocht en deze naar Nederland overgebracht. Na het indienen van een aangifte voor BPM, waartegen bezwaar werd gemaakt, volgde een juridische procedure die uiteindelijk leidde tot cassatie bij de Hoge Raad.
De Rechtbank te Arnhem had het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, maar de uitspraak van de Inspecteur vernietigd zonder de rechtsgevolgen te wijzigen. Zowel de belanghebbende als de Inspecteur gingen in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond verklaarde. De belanghebbende stelde vervolgens cassatie in, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift indiende.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof artikel 90 EG had miskend door niet uit te gaan van de waardevermindering die was vastgesteld in de door belanghebbende overgelegde taxatierapporten. Het Hof had de taxaties als niet adequaat beschouwd, omdat deze waren gebaseerd op gebruikte voertuigen, terwijl de onderhavige auto's als nieuw moesten worden aangemerkt. De Hoge Raad bevestigde dat de heffing van BPM voor de geïmporteerde auto's niet in strijd was met het gemeenschapsrecht, en dat de Leidraad BPM niet afdoet aan de kwalificatie van de auto's als nieuw.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de uitspraak van het Hof werd bekrachtigd. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de belastingheffing van geïmporteerde voertuigen en de toepassing van Europese regelgeving op dit gebied.