Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart de beroepen ongegrond;
- vermindert de verzuimboete november 2009 tot € 1.565, de verzuimboete van december 2013 tot € 1.802, en januari 2014 tot € 1.804;
- veroordeelt verweerder tot betaling aan eiseres van € 4.407 als vergoeding van
- gelast verweerder het griffierecht te vergoeden tot een bedrag van € 172,50;
- gelast de Staat (minister van Justitie en Veiligheid) het griffierecht te vergoeden tot
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
andererechtbank te verwijzen. Het Hof kan de zaak wel naar
dezelfderechtbank terugwijzen indien de hogerberoepsrechter van oordeel is dat de zaak opnieuw door de rechtbank moet worden behandeld (artikel 8:115, lid 1 aanhef en onder b, van de Awb), maar daar verzoekt belanghebbende uitdrukkelijk niet om. Evenmin wordt elders in het recht (bijvoorbeeld in het wrakingsprotocol) een grondslag voor de door belanghebbende verzochte terugverwijzing naar een andere rechtbank geboden. Omdat het recht hem daartoe geen grondslag biedt, zal het Hof niet voldoen aan het verzoek van belanghebbende om de zaak naar een andere rechtbank te verwijzen. Het Hof voegt hieraan toe dat, aangezien belanghebbende niet verschenen is bij de zitting van het Hof, er geen mogelijkheid is geweest om eventuele alternatieven met partijen te bespreken.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.