Uitspraak
1.De bestreden beschikking
7.5 Uit het feit dat de strafkamer op 23 oktober 2008 geen motivering heeft gegeven voor de beslissing de zaak niet terug te wijzen, vloeit niet voort dat de strafkamer reeds daarom vooringenomenheid jegens verzoeker zou koesteren. Er kan immers sprake zijn van een onbedoelde onzorgvuldigheid. Maar uit dit ontbreken van iedere motivering ten aanzien van de afwijzing van het op artikel 6 EVRM gestoelde verzoek, kan verzoeker wel grond ontlenen te vrezen dat de strafkamer niet de onpartijdige rechter is die artikel 6 EVRM voorschrijft."
2.Het cassatieberoep
3.Juridisch kader
3.Beoordeling van het middel
4.Slotsom
5.Beslissing
25 september 2018.