mw. mr. J.M. van der Vegt

Verdachte, autohandelaar, veroordeeld voor fiscale fraude en witwassen van € 207.371,00 door valse inkoopfacturen en onjuiste aangiften omzetbelasting.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verwerpt het hoger beroep van belanghebbende inzake BPM-heffing en transparantie van het stelsel.

Het hof bevestigt de naheffingsaanslag BPM en verwerpt het standpunt van belanghebbende over de transparantie van het BPM-heffingsstelsel. De uitspraak van de rechtbank wordt bekrachtigd.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en vermindert de naheffingsaanslag BPM met € 1.178. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat er sprake is van bijzondere schade.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en de naheffingsaanslag BPM, en stelt de waardevermindering vast op € 4.000, waardoor de naheffingsaanslag wordt verminderd tot € 1.070.

Wrakingsverzoek van verzoekster niet tijdig ingediend; verzoekster is niet-ontvankelijk verklaard.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft een wrakingsverzoek afgewezen wegens gebrek aan motivering. De verzoeker kon geen feiten aanvoeren die de vrees voor onpartijdigheid onderbouwden.

Hoger beroep inzake belastingaanslagen voor een buitenlandse belastingplichtige. Het hof oordeelt dat de arbeidskorting en heffingskortingen moeten worden berekend op basis van het in Nederland belastbare inkomen. De aanslag voor 2018 wordt verlaagd naar € 35.926 met heffingskortingen van € 4.527.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en matigt de vergrijpboeten voor 2013 en 2014. Immateriële schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over verminderingsbeschikking na aanslag IB/PVV 2017; AOW-uitkering niet onder overgangsregeling belastingverdrag Nederland-Duitsland.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV 2013-2015. Hof stelt resultaat uit overige werkzaamheden vast en verlaagt boetes. Hypotheekrenteaftrek voor woning in Brazilië niet toegestaan.

Het hof bevestigt de informatiebeschikking van de inspecteur en verklaart het hoger beroep ongegrond, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over WOZ-beschikking; hof oordeelt dat schending hoorplicht geen nadeel heeft veroorzaakt; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep over belastingaanslagen en witwassen; hof bevestigt eerdere uitspraak en vermindert aanslagen IB/PVV 2017 en 2018.

Hoger beroep over WOZ-beschikking; schadevergoeding van € 1.000 toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Het hof heeft de naheffingsaanslag BPM verminderd naar € 6.204, omdat de inspecteur zich conformeerde aan de historische nieuwprijs. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Het hof heeft de naheffingsaanslag BPM voor auto 1 verminderd en de herleidingsmethode voor auto 2 verworpen. De inspecteur moet griffierechten en proceskosten vergoeden.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; het hof vermindert de aanslag naar € 1.299 en oordeelt dat de inspecteur de juiste koerslijst heeft gebruikt.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en vermindert de naheffingsaanslag BPM. Belanghebbende krijgt € 500 immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond inzake de naheffingsaanslag bpm. Belanghebbende heeft geen hogere waardevermindering aangetoond en de herleidingsmethode wordt verworpen.

Het hof heeft de naheffingsaanslag bpm verminderd en de uitspraak van de rechtbank vernietigd, omdat de inspecteur geen rekening hield met normale gebruiksschade.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting; hof oordeelt dat het verdedigingsbeginsel is geschonden. Naheffingsaanslag voor hockeylessen vernietigd, correctie privégebruik auto blijft staan. Vergoeding immateriële schade wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep ongegrond; belanghebbende heeft geen recht op proceskostenvergoeding in belastingzaak over WOZ-waarde.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch wijst het herzieningsverzoek van verzoekster af, omdat de nieuwe feiten geen onderdeel uitmaakten van het eerdere geschil. De uitspraak van 7 maart 2014 blijft in stand.

Hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven voor collegegeld, ondanks betaling voor binnenlandse belastingplichtigheid.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV 2015 en 2016, waarbij het hof de aanslagen vermindert en de vergrijpboete matigt.

Hoger beroep over aanslag IB/PVV 2017; uren voor opleidingen tellen niet mee voor urencriterium; geen schending van gelijkheids- of evenredigheidsbeginsel.

Het hof bevestigt de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2017, oordeelt dat de inspecteur zijn schatting redelijk heeft onderbouwd en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de WOZ-waarden van de woning voor 2020 en 2021, oordeelt dat deze niet te hoog zijn vastgesteld en wijst het hoger beroep van belanghebbende af.

Hoger beroep van de inspecteur tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar aanslag IB/PVV 2013. Hof bevestigt uitspraak rechtbank, oordeelt dat termijnoverschrijding verschoonbaar is.

Hoger beroep over afschrijving op erfpachtrechten. Het hof oordeelt dat de inspecteur niet in zijn bewijslast is geslaagd. Hoger beroep van belanghebbende gegrond verklaard.

Het hof oordeelt dat de betaling van collegegeld door de belanghebbende aan de TU Delft als depotstorting moet worden aangemerkt, waardoor zij recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven voor de inkomstenbelasting.

Hoger beroep over WOZ-waarde en goede procesorde. Hof bevestigt uitspraak rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep ongegrond verklaard; heffingsambtenaar heeft uitspraak gedaan op aanslag watersysteemheffing; geen recht op dwangsom.

Hoger beroep ongegrond; WOZ-waarde van gezinsvervangend tehuis vastgesteld op € 801.000. Heffingsambtenaar niet geslaagd in bewijslast. Schadevergoeding van € 500 voor overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep ongegrond verklaard; WOZ-waarde vastgesteld op € 1.138.000. Heffingsambtenaar niet geslaagd in bewijslast. Vergoeding immateriële schade van € 500 wegens overschrijding redelijke termijn.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de aanslag IB 2018 van een in Duitsland wonende belastingplichtige vermindert, met aandacht voor de Schumacker-rechtspraak.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting zijn terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Hoger beroep over verliesverrekening vennootschapsbelasting na aandeelhouderswijziging. Het hof oordeelt dat de BV niet voldoet aan de inkrimpingstoets en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over bron van inkomen en verzuimboete bij belastingaanslag; hof oordeelt dat geen objectieve verwachting van voordeel uit activiteiten.

Hoger beroep over belastingfraude; verdachte niet tijdig belasting betaald, beroep op uitstel verworpen; geen straf opgelegd.

Het hof 's-Hertogenbosch bevestigt de belastingfraude van de verdachte en legt een taakstraf op, na terugverwijzing door de Hoge Raad. Geen schending van het ne bis in idem-beginsel.

Hoger beroep over de aanslag precariobelasting 2016 aan netbeheerder; hof oordeelt dat aanslag terecht is opgelegd en eerdere uitspraken niet van toepassing zijn.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft het hoger beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Hoger beroep ongegrond; rente over restschuld eigen woning niet aftrekbaar, verkoop vond plaats buiten relevante periode.

Hoger beroep over aftrek dubbele belasting voor een DJ met inkomsten uit de VS. Het hof oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op aftrek en verhoogt de aanslag naar € 721.636.

Hoger beroep van een payrollbedrijf over naheffingsaanslagen loonheffingen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het lage sectorpremiepercentage onterecht is toegepast.

Hoger beroep over WOZ-waarde activiteitencentrum; hof bevestigt waarde van € 723.000, ongegrond beroep belanghebbende.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een gezinsvervangend tehuis; heffingsambtenaar slaagt niet in bewijslast voor restwaarden; hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor de bedrijfsopvolgingsvrijstelling.