mw. mr. A.M. Slierendrecht

De voorzieningenrechter heeft een voorlopige voorziening getroffen voor een bakkerij in Den Haag, die van maandag tot en met zaterdag geopend mag zijn van 5.00 uur tot 6.00 uur, ondanks eerdere weigeringen van het college van b en w.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de subsidie op basis van de TVL terecht op € 0,- is vastgesteld en het voorschot van € 2.870,79 terecht is teruggevorderd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie voor de ondernemer correct heeft vastgesteld op basis van omzetgegevens, zonder rekening te houden met verbouwing en sluiting van het café.

De minister heeft de SVL-aanvraag voor het eerste kwartaal van 2021 afgewezen omdat de onderneming buiten de doelgroep valt. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van de onderneming.

Het College verklaart het beroep van een MKB-onderneming tegen de subsidieberekening COVID-19 ongegrond, omdat de minister de omzet terecht op basis van aangiften omzetbelasting heeft vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van een onderneming voor de TVL afgewezen, omdat de vaste lasten onder de drempel van € 3.000,- lagen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer niet-ontvankelijk, omdat hij met deze procedure niet meer kan bereiken dan hij al heeft bereikt.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de onderneming na ontbinding niet meer bestaat. Er is geen inhoudelijke beoordeling van de zaak.

De aanvraag voor TVL-subsidie is afgewezen omdat het omzetverlies van 29,86% net onder de vereiste 30% ligt. Het College oordeelt dat de minister geen ruimte heeft om hiervan af te wijken en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in een zaak over subsidie COVID-19, vastgesteld op € 1.674,-.

Het beroep van de onderneming tegen de subsidieafwijzing is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de minister na het instellen van beroep alsnog een subsidie heeft verleend. De minister is veroordeeld in de proceskosten van € 1.674,- en moet het griffierecht van € 360,- vergoeden.

De minister heeft de subsidieaanvraag van de ondernemer voor Q1 2021 afgewezen, omdat de werkelijke vaste lasten niet voldeden aan de eis van € 1.500,-. Het College bevestigt deze afwijzing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de onderneming niet voldoet aan het vestigingsvereiste voor subsidie op grond van de TVL.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat het bezwaar van appellante tegen een besluit van de minister niet-ontvankelijk is verklaard. Appellante heeft niet aangetoond tegen welk besluit het bezwaar zich richtte.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd in de zaak tegen GGZ Centraal, omdat deze geen bestuursorgaan is.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak van verzoekster tegen de Belastingdienst/Toeslagen over compensatie op grond van de Catshuisregeling.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat het beroep ongegrond is.

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen bezwaar- of beroepsprocedure loopt.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat de sluitingstermijn van de woning inmiddels is verstreken.

Rechtbank Den Haag vernietigt de afwijzing van het verblijfsrecht van een stiefmoeder, oordeelt dat onvoldoende is gemotiveerd waarom geen sprake is van zorg- en opvoedingstaken.

De voorzieningenrechter heeft verzoeker toegestaan deel te nemen aan de loting voor het Experiment gesloten coffeeshopketen, ondanks de afwijzing van zijn aanvraag.