In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 december 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag om als teler deel te nemen aan het Experiment gesloten coffeeshopketen. De aanvraag was door de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat verzoeker niet had aangetoond dat hij kon voldoen aan de vereisten voor professionele en bestendige productie van hennep. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om de loting, die op 3 december 2020 zou plaatsvinden, uit te stellen totdat op zijn bezwaar was beslist. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om uitstel niet kon worden toegewezen, omdat dit verstrekkende gevolgen zou hebben. Echter, om verzoeker de kans op effectieve rechtsbescherming te bieden, werd besloten om zijn aanvraag toe te laten tot de loting. De voorzieningenrechter benadrukte dat als de loting zou plaatsvinden zonder dat verzoekers aanvraag was toegelaten, dit onomkeerbare gevolgen zou hebben voor zijn rechtspositie. De voorzieningenrechter droeg verweerders op het griffierecht van € 178,- aan verzoeker te vergoeden.