ECLI:NL:RBMNE:2022:273
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak zonder bezwaar of beroep
Op 14 januari 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak met zaaknummer UTR 21/4621. Verzoeker heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, waarin hij eist dat de gemeente Amersfoort een aandeel in de mandeligheid terugneemt, een afkoopsom van € 4.310,- terugstort, de grondwaarde van € 10.700,- betaalt en rente over deze bedragen terugbetaalt. Tevens verzoekt verzoeker om een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaar- of beroepsprocedure loopt, wat betekent dat het verzoek niet-ontvankelijk is. Volgens artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een verzoek om een voorlopige voorziening alleen worden gedaan als er een besluit is waartegen bezwaar of beroep is ingesteld. Aangezien verzoeker niet heeft aangetoond dat er een besluit is genomen door verweerder, is het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft verder opgemerkt dat zij niet bevoegd is om te oordelen over de eisen die verzoeker in zijn verzoekschrift heeft geformuleerd. Indien verzoeker van mening is dat verweerder moet worden veroordeeld tot het terugnemen van een aandeel in de mandeligheid of tot (terug)betaling van bedragen, dient hij zich tot de civiele rechter te wenden. Ook is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.