ECLI:NL:RBMNE:2021:3170
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting woning door gemeente Almere
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, eigenaresse van een woning in Almere, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, dat op 11 mei 2021 was genomen. Dit besluit hield in dat de woning voor de duur van één maand gesloten zou worden, zodat een schoonmaakbedrijf de woning kon schoonmaken, opruimen en ontsmetten. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar het verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard.
De voorzieningenrechter overwoog dat de sluitingstermijn van één maand inmiddels was verstreken, waardoor verzoekster niets meer kon bereiken met haar verzoek. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 3 juni 2021, waarbij verzoekster aanwezig was en de verweerder en derde-partij zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Na de zitting hebben zowel verzoekster als de derde belanghebbende de voorzieningenrechter gewraakt, maar deze wrakingsverzoeken zijn ongegrond verklaard door de wrakingskamer op 22 en 29 juni 2021.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding en verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.