Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- verleent teruggaaf bpm voor € 270;
- verklaart zich onbevoegd om in deze procedure uitspraak te doen over de verzochte (invorderings- of belasting)rentevergoeding;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 441;
- veroordeelt de minister tot vergoeding van immateriële schade van € 2.559;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende van € 129,50;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 170 aan hem vergoedt;
- beslist dat, indien de immateriëleschadevergoeding, de proceskostenvergoeding en/of de vergoeding van griffierecht niet tijdig wordt vergoed, de wettelijke rente daarover is gaan lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan.
2.Gronden
“U heeft niet op de uitnodigingen gereageerd dus vooralsnog ging ik uit van uw aanwezigheid.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;