ECLI:NL:RBROT:2017:6918
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op verzoek om inzage in dossierstukken met betrekking tot het Haags Ambulatorium, niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 september 2017 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn verzoek om inzage in dossierstukken met betrekking tot het Haags Ambulatorium. Eiser had eerder beroep ingesteld wegens betalingsonmacht en verzocht om ontheffing van het griffierecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in een groot aantal zaken bij deze rechtbank een beroep op betalingsonmacht heeft gedaan. De rechtbank heeft de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geïnterpreteerd als een verplichting om ambtshalve te beoordelen of er sprake is van misbruik van recht, vooral wanneer er een grote hoeveelheid zaken van dezelfde persoon aanhangig is. Ondanks dat eiser's inkomen onder de bijstandsnorm ligt, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet ontvankelijk is wegens misbruik van recht. Eiser heeft in zijn Wob-verzoek aangegeven dat hij dit deed met het oog op lopende procedures, maar heeft niet gespecificeerd welke dat zijn. De rechtbank concludeert dat het doel van eiser in deze en andere zaken voornamelijk lijkt te zijn gericht op het incasseren van dwangsommen of proceskosten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiser een aanzienlijk aantal civielrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures heeft gevoerd, vaak zonder dat er een publiekrechtelijke grondslag voor zijn verzoeken was. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep wegens niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk moet worden verklaard, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.