ECLI:NL:RBROT:2018:3397
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beroep op betalingsonmacht inzake griffierecht in meerdere bestuursrechtelijke procedures
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 3 mei 2018, zijn meerdere zaken behandeld waarin eiser verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 8 september 2017 geoordeeld dat eiser geen ontheffing diende te krijgen in verband met misbruik van recht. Dit oordeel is herhaald in de huidige procedure, waarbij de rechtbank oordeelt dat eiser wederom misbruik maakt van zijn procesrecht door in verschillende procedures een beroep op betalingsonmacht te doen, terwijl hij in eerdere zaken al is afgewezen.
De rechtbank heeft de verzoeken van eiser om bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht in acht verschillende zaken beoordeeld. Eiser heeft in deze zaken herhaaldelijk verzocht om ontheffing van griffierecht, maar de rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om deze verzoeken te honoreren. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat eiser misbruik maakt van recht, en dat zijn verzoeken om ontheffing niet kunnen worden toegewezen. De rechtbank heeft de beroepen van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroep op betalingsonmacht niet kan worden gehonoreerd.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de relevante wetgeving, zoals de Algemene wet bestuursrecht en de Participatiewet, betrokken. De rechtbank concludeert dat eiser in zijn verzoeken geen zwaarwichtige gronden heeft aangevoerd die het beroep op betalingsonmacht rechtvaardigen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om eiser een nadere termijn te geven om het griffierecht te voldoen, omdat de beroepen ook dan niet-ontvankelijk zouden zijn. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.