Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[naam] , te [woonplaats], eiser,
Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
C.W. Steenkist, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2017.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 26 april 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke kwestie. Eiser had op 14 april 2016 een verzoek ingediend bij verweerder, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, om een besluit te nemen over de evaluatie van een plan van aanpak inzake de voogdijmaatregel met betrekking tot zijn zoon. Verweerder heeft op 8 juni 2016 geantwoord dat er geen verplichting bestond om de voogdijmaatregel te evalueren, en heeft het verzoek van eiser afgewezen. Eiser heeft vervolgens verweerder in gebreke gesteld en een beroepschrift ingediend tegen het uitblijven van een besluit.
De rechtbank heeft zich vervolgens de vraag gesteld of het verzoek van eiser als een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat het evalueren van een plan niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Hierdoor kan het verzoek van eiser niet als een aanvraag worden beschouwd, en is de schriftelijke reactie van verweerder niet te kwalificeren als een besluit op een aanvraag.
De rechtbank stelt vast dat op grond van de Awb geen beroep kan worden ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek van eiser, waardoor de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van het beroep. De rechtbank wijst er ook op dat beslissingen over het gezag over minderjarige kinderen door de burgerlijke rechter of kinderrechter worden genomen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.