Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 29 augustus 2023 is uitgesproken. De zaak betreft twee overeenkomsten tot effectenleaseproducten tussen Dexia en een afnemer, waarbij de vraag centraal staat of de afnemer door een tussenpersoon is geadviseerd zonder de vereiste vergunning. De kantonrechter heeft de vordering van Dexia met betrekking tot de Cash-Clicken Lease-Service overeenkomst toegewezen, maar de vordering inzake de effectenleaseovereenkomst afgewezen. Dexia heeft in hoger beroep grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis.
Het hof heeft vastgesteld dat de afnemer tijdig heeft gereageerd op de vordering van Dexia en dat de verjaring van de vordering niet aan de orde is. Het hof heeft ook geoordeeld dat de tussenpersoon bij de totstandkoming van de effectenleaseovereenkomst als effectenbemiddelaar heeft opgetreden, maar geen vergunning had om als financieel adviseur op te treden. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd, terwijl deze niet over de benodigde vergunning beschikte. Hierdoor blijft de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.