Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- de akte uitlating geschilpunten van [geïntimeerde] ,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 8 mei 2019,
- de memorie van grieven, met producties,
- het proces-verbaal van het pleidooi van 8 juli 2020, met de daarin vermelde stukken,
- de bij brief van 9 juli 2020 door mr. Cornegoor nagezonden overeenkomst van partijen (productie 2 bij dagvaarding eerste aanleg),
- de brief van 1 oktober 2020 van mr. Maliepaard met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing bij de rechtbank
- de inleg en restschuld, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van elke betaling
- 70% van de door [geïntimeerde] aan zijn gemachtigde verschuldigde buitengerechtelijke kosten,
verminderd met:
- hetgeen reeds door Dexia aan [geïntimeerde] uit welke hoofde dan ook is betaald, en
- de dividenduitkering, eveneens te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van elke betaling.
Verder heeft de kantonrechter Dexia veroordeeld in de proceskosten.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
break evenkoersstijging van 1,80%. In de brochure Direct Rendement Effect wordt uitgegaan van een gemiddelde koersstijging van 10% per jaar en rendementsvariaties bij koersstijgingen van 0 tot 26%. Nu [geïntimeerde] Spaarkrediet Centrale had benaderd om hem te adviseren, mocht hij er (behoudens niet aangevoerde steekhoudende contra-indicaties) in beginsel op vertrouwen dat hij onafhankelijk en deskundig werd geadviseerd, waardoor niet voor de hand lag dat hij daarnaast zelf nog onderzoek zou doen naar de vraag of het door hem afgenomen product voor hem geschikt was. Dit wordt niet anders door het gegeven dat [geïntimeerde] geen opdracht had gegeven voor het advies, tenminste niet in de zin dat hij Spaarkrediet Centrale voor haar diensten betaalde. Dat in de brochure van Dexia in een tekstblok onderaan in kleine letters in algemene zin is gewezen op de financiële risico’s van beleggen, biedt bezien tegen de achtergrond van de gepersonaliseerde aanbeveling aan [geïntimeerde] om de effectenleaseovereenkomst aan te gaan, onvoldoende bescherming. Onder de gegeven omstandigheden heeft Spaarkrediet Centrale bij de advisering aan [geïntimeerde] de grenzen van haar vrijstelling overschreden.
(..)De producten worden uitsluitend aangeboden via onafhankelijke, gespecialiseerde financiële adviseurs in ons land. Hun kwaliteit en kennis van zaken garandeert hun cliënten een met zorg omkleed, persoonlijk advies. Door training en begeleiding van de financiële adviseurs houden de accountmanagers van Labouchere Beleggingsproducten hen uitvoerig op de hoogte van de verschillende producten.”(website per 11 mei 2000)
(..)
“Deze bieden wij u aan via gespecialiseerde, onafhankelijke financieel adviseurs. De zorgvuldig geselecteerde financieel intermediairs kunnen u in deze fiscaal ingewikkelde tijden deskundig begeleiden bij de snelle en efficiënte opbouw van een aantrekkelijk kapitaal. De financieel intermediairs van Bank Labouchere Beleggingsproducten worden continu getraind, ondersteund en op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen en producten.”(website per augustus 2001).
“Labouchere wil toetsing tussenpersonen”, waarin onder meer wordt vermeld:
“De niet-aansprakelijkheid van Dexia voor gedragingen van tussenpersonen”waarin onder meer wordt vermeld:
“De werkzaamheden van de tussenpersoon zijn zelden beperkt gebleven tot de werkzaamheden van een cliëntenremisier in strikte zin, namelijk tot het aanbrengen van een cliënt bij een effecteninstelling. Doorgaans is er daarnaast sprake geweest van het geven van beleggingsadvies.(..)Hierboven is aan de orde geweest dat de tussenpersonen die hebben bemiddeld ter zake van effectenleaseproducten in de praktijk doorgaans ook hebben gefungeerd als beleggingsadviseur van de desbetreffende lessee.”g. de website van Spaar Select waar onder de kop
“Wie is Spaar Select?”onder meer werd vermeld:
“Persoonlijke Financiële PlanningSpaar Select werkt volgens het concept van Persoonlijke Financiële Planning. Wat houdt dit nu precies in? Allereerst maakt de accountmanager een inventarisatie van uw huidige situatie. Vervolgens kijkt hij naar uw wensen. U kunt hierbij denken aan eerder stoppen met werken, aanvullend pensioen creëren, een eigen huis, de studie van de kinderen, een nieuwe auto of die droomreis die u altijd al wilde maken. Aan de hand van de inventarisatie van de persoonlijke situatie en de wensen, maakt de accountmanager een Persoonlijk Financieel Plan. Hierin omschrijft hij hoe u door de combinatie van verschillende spaarvormen van diverse banken en maatschappijen uw wensen kunt realiseren tegen zo laag mogelijke kosten.”h. de website van (tussenpersoon) NBG Finance waar onder de kop
“Werkwijze”onder meer werd vermeld:
“Ieder mens is uniek. Een goed doordacht financieel advies hoort daarom altijd persoonlijk maatwerk te zijn. Met die gedachte werd NBG Finance opgericht.Persoonlijk contactEen goed financieel plan begint al bij het maken van een afspraak voor een kennismakingsgesprek met uw persoonlijk financieel adviseur. Tijdens dit eerste gesprek brengen we zorgvuldig uw huidige financiële situatie in kaart. (..) Wat zijn uw wensen? Welk doel wilt u bereiken? En waarom? De antwoorden hierop inventariseren we volgens een zorgvuldige methode.Advies op maatAfhankelijk van uw doelstellingen stellen we een advies op maat samen. Hierin staat het door u gekozen product centraal. Of het nu een Hypotheekadvies, een Pensioenadvies of een ander Financieel advies betreft, ieder advies wordt gebaseerd op uw persoonlijke situatie en toekomstwensen.”
regelmatigwerd overschreden, en dat Dexia – nu dat zich in casu niet voordeed – dus niet onrechtmatig handelde door [geïntimeerde] als cliënt te accepteren. Veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat Spaarkrediet Centrale niet regelmatig buiten haar vrijstelling trad, brengt dit geen wijziging in het oordeel. De daartoe door Dexia geciteerde brief die zij op 10 augustus 2000 van de Stichting Toezicht Effectenverkeer zou hebben ontvangen is hiervoor – in het licht van de wettekst van artikel 41 NR 1999 – onvoldoende.
4.26. In grief VI heeft Dexia betoogd dat, anders dan de kantonrechter heeft geoordeeld, het door [geïntimeerde] genoten fiscaal voordeel wegens ingehouden dividendbelasting ook bij de schadevergoeding in aanmerking moet worden genomen. Dexia voert aan dat het door haar aan [geïntimeerde] verschuldigde dividend jaarlijks netto werd uitgekeerd. [geïntimeerde] kon vervolgens de door Dexia ingehouden (en afgedragen) dividendbelasting opgeven bij de Belastingdienst, waardoor hij minder inkomstenbelasting betaalde. Dat is aan te merken als een fiscaal voordeel. De grief van Dexia slaagt. [geïntimeerde] heeft de stelling van Dexia over de ingehouden dividendbelasting op het uitbetaalde dividend niet weersproken. Juist is ook dat de dividendbelasting, zowel in het systeem van de inkomstenbelasting dat gold vóór 2001, als in het huidige systeem, door de belastingwetgeving wordt gezien als een voorheffing. Daaruit vloeit voort dat [geïntimeerde] beschikt heeft over de mogelijkheid om de door Dexia ingehouden dividendbelasting in vooraftrek te brengen op zijn aangifte voor de inkomstenbelasting. Nu [geïntimeerde] niet (concreet) heeft aangevoerd dat hij dit fiscaal voordeel niet werkelijk heeft genoten dan wel dat hij gehouden kan zijn het fiscaal voordeel op enig moment te moeten terugbetalen, is de conclusie dat de ingehouden dividendbelasting (een bedrag van € 584,50) als fiscaal voordeel in mindering dient te strekken op het door Dexia aan [geïntimeerde] verschuldigde bedrag. Het betoog van [geïntimeerde] in eerste aanleg dat het in aanmerking nemen van dit fiscaal voordeel niet redelijk zou zijn, verwerpt het hof met het oog op hiervoor genoemde rechtspraak, waarbij het hof ook betrekt dat dit voordeel – langs de weg van het genoten dividend – rechtstreeks voortvloeit uit de tussen partijen tot stand gekomen effectenleaseovereenkomsten, waarop de aansprakelijkheid van Dexia berust. Het totaal door [geïntimeerde] genoten fiscale voordeel bedraagt daarmee € 2.354,50.
5.De slotsom
- hetgeen door [geïntimeerde] uit hoofde van de overeenkomst aan Dexia is betaald: € 23.784,39;
verminderdmet het door [geïntimeerde] genoten:
- dividend van € 2.204,49;
- fiscaal voordeel van € 2.354,50;
- de wettelijke rente over het nadeel dat na de voordeelstoerekening resteert, telkens vanaf het moment waarop een desbetreffend gedeelte daarvan aan Dexia is voldaan, tot aan de dag van algehele voldoening.
6.De beslissing
- een bedrag van € 23.784,39, verminderd met het door [geïntimeerde] genoten dividend van
- vermeerderd met de wettelijke rente over het nadeel dat na de voordeelstoerekening resteert, telkens vanaf de datum waarop een desbetreffende gedeelte van het resterend nadeel daadwerkelijk aan Dexia is voldaan, tot aan de dag van algehele voldoening;