Uitspraak
die hoger beroep heeft ingesteld
hierna: Dexia
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
die ook hoger beroep heeft ingesteld
en die bij de rechtbank optrad als eisende partij en verwerende partij tegen de tegenvordering van Dexia
hierna: [geïntimeerde]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 23 februari 2022
- het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 1 juni 2022
- de memorie na enquête
- de antwoordmemorie na enquête
- de rechterswisselbrief van het hof van 3 januari 2023
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
“Met de effectenleaseproducten van Labouchere Beleggingsproducten is het voor iedereen mogelijk kansrijk te beleggen. Ze zijn bestemd voor particulieren die op basis van het financiële situatie deskundig advies van gespecialiseerde onafhankelijke financiële adviseurs wensen.”En ook:
“De producten worden uitsluitend aangeboden via onafhankelijke, gespecialiseerde financiële adviseurs in ons land. Hun kwaliteit en kennis van zaken garandeert hun cliënten een met zorg omkleed, persoonlijk advies. Door training en begeleiding van de financiële adviseurs houden de accountmanagers van Labouchere Beleggingsproducten hen uitvoerig op de hoogte van de verschillende producten (…). De minimale inleg bedraagt f 100,- per maand, te verhogen met een veelvoud van f 50,-. De maximale inleg is afhankelijk van de persoonlijke financiële situatie.”Daarnaast heeft Dexia in een - ook in deze procedure overgelegd - memorandum het standpunt ingenomen dat de werkzaamheden van de tussenpersonen zich zelden beperkten tot de werkzaamheden van een cliëntenremisier in strikte zin en dat doorgaans sprake was van het geven van beleggingsadvies.
“
Ik zat in de buitendienst.Ik verkocht kredieten en beleggingspolissen van Dexia. Ik weet niet meer of ik ook nog andere producten dan die van Dexia verkocht, volgens mij niet. De binnendienst gaf mij informatie waar ik naar toe moest (…) Ik ging naar de klant met een kredietovereenkomst en een aanvraagformulier. Ik weet niet of ik een brochure bij me had, geen idee (…). Als er een afspraak gemaakt was, voor een krediet bijvoorbeeld, dan was het mijn taak dat de klant een handtekening zou zetten op het contract. Ik neem aan dat als er vragen waren dat ik het uitgelegd heb en soms haalde ik alleen de handtekening op (…). Ik had volgens mij met Dexia geen persoonlijk contact tijdens de afwikkeling van de contracten. U vraagt mij of ik op een andere manier wel eens contact had met Dexia, maar volgens mij niet. Ik had verder geen contact met Dexia denk ik. U vraagt mij hoe ik kennis kreeg over de producten. Er waren destijds meerdere producten en wij kregen daar de brochures van. Dat was de tekst en uitleg over de producten. Ik denk dat wij wel vanuit [de tussenpersoon] zelf werden geïnformeerd over de producten die werden aangeboden.Ik denk dat voor [de tussenpersoon] zowel het aanbieden van kredieten als het aanbieden van Dexia producten even belangrijk was. Ik kan mij niet herinneren dat ik persoonlijk contact heb gehad met mensen van Dexia(…). U vraagt mij of ik informatie van de klant kreeg. Als een klant krediet wilde verkrijgen dan moest de klant salarisstroken aan mij overhandigen. Daar vroeg ik ook naar. Bij de kredietaanvraag moet dat ook worden verstrekt. Als de overeenkomst ondertekend werd, dan nam ik de salarisstroken mee naar kantoor. Ik kan mij niet herinneren dat ik naar spaargelden of iets dergelijks vroeg. Volgens mij vroeg ik alleen naar het salaris. Naar de legitimatiebewijzen vroeg ik ook. Als er lopende kredieten werden overgenomen, moest ik de overzichten daarvan opvragen en meenemen. Dat is volgens mij het enige.U vraagt mij of ik het product Profit Effect nog ken. Dat is zeker zo want dat product had ik zelf ook (…). Het waren lucratieve polissen, als het ten minste goed ging.Bij Profit Effect was volgens mij het interessante dat je bij x rendement en na een x aantal jaren geen inleg verschuldigd meer was. Als er krediet werd aangevraagd werd dat niet door mij gedaan maar door de binnendienst. U vraagt mij of ik het aanvraagformulier samen met de familie [geïntimeerde] heb ingevuld en ondertekend. Ik denk het wel omdat dat gebruikelijk was, maar ik kan mij dit specifieke geval niet meer herinneren (…)”.
3.De beslissing
€ 70,- getuigentaxe van de heer [naam1]