dhr. prof. mr. W.D. Kolkman

Hoger beroep over onrechtmatig handelen ex-echtgenoot. Vrouw vorderde schadevergoeding, maar hof oordeelt dat zij niet aan stelplicht voldeed. Vonnis rechtbank bekrachtigd.

Het hof heeft geoordeeld dat de woning niet verdeeld is op basis van de verdelingsovereenkomst, die onder opschortende voorwaarden is gesloten. De peildatum voor de waarde van de woning is vastgesteld op het moment van verdeling.

Het hof verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot echtscheiding na haar overlijden op 2 augustus 2023, waardoor het huwelijk is ontbonden.

Het hof beëindigt de uithuisplaatsing van de minderjarige, oordelend dat deze niet langer noodzakelijk is. De vader krijgt de zorg terug, met ondersteuning van de GI.

Het hof bekrachtigt de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de moeder over haar kind, gezien de gewijzigde omstandigheden en het belang van het kind.

Het hof verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot schorsing van de voorlopige zorgregeling, omdat zij geen hoger beroep heeft ingesteld tegen deze regeling.

Het hof heeft een tussenbeschikking gegeven over de uithuisplaatsing van [de minderjarige1], waarbij de GI een plan van aanpak moet indienen voor 1 juni 2023.

Verdeling van de huwelijksgemeenschap na verwijzing door de Hoge Raad, met focus op ontslagvergoedingen en verknochtheid. De vrouw krijgt recht op € 183.638,48 en de man is € 88.146,47 aan de vrouw verschuldigd.

Hoger beroep over de verdeling van de gemeenschap van goederen na echtscheiding, met toepassing van Marokkaans en Nederlands recht. Grieven van de man verworpen, beschikking van de rechtbank bekrachtigd.

Het hof oordeelt over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden en pensioenverevening na echtscheiding, waarbij de man € 30.575,- en € 525.000,- moet betalen aan de vrouw.

Hof oordeelt over vermogensrechtelijke afwikkeling na echtscheiding en vaststelling van alimentatie. Man moet vrouw € 950,- per maand betalen en hypothecaire rente van haar woning.

Hof oordeelt dat het Ghanese recht van toepassing is op de verdeling van het huwelijksvermogensregime. Man moet vrouw eenmalige vergoeding van € 2.000,- betalen.

Het hof oordeelt dat het Ghanese recht van toepassing is op de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime. De vrouw heeft geen recht op partneralimentatie, maar de man moet haar een eenmalige vergoeding van € 2.000,- betalen.

Het hof oordeelt dat er geen wilsgebrek is bij de huwelijkse voorwaarden en wijzigt de alimentatie voor de kinderen naar € 199,- per kind per maand.

Hof oordeelt over afwikkeling huwelijkse voorwaarden en vaststelling verrekenvordering na echtscheiding. Man veroordeeld tot betaling van € 379.690,59 aan vrouw.

Het hof heeft de vordering van [appellant] tot verklaring van valsheid van een Pakistaanse huwelijksakte verworpen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigd.

Tussenuitspraak over huwelijksvermogensrecht en toepasselijkheid van Engels recht in echtscheidingsprocedure. Eerste huwelijksdomicilie in Engeland vastgesteld, ondanks verblijf in Pakistan. Man toegelaten tot bewijsvoering over verplichtingen jegens broer.

Hoger beroep over alimentatie en verdeling huwelijksgemeenschap; alimentatie vastgesteld op € 278,- en € 355,50 per kind per maand; verzoek om bijdrage in levensonderhoud afgewezen.

Het hof bekrachtigt de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen en bevestigt de bevoegdheid van de Nederlandse rechter onder Brussel II-bis.

Hoger beroep over de nietigheid van een ouderlijke boedelverdeling en de toedeling van vruchtgebruik in een erfrechtelijk geschil. Het hof bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank en roept partijen op voor een comparitie.

Het hof oordeelt dat de notaris onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij het opmaken van een testament. De verplichting om een herroepen testament over te leggen is in dit stadium van de procedure niet aan de orde.

Het hof bekrachtigt de afwijzing van de vorderingen van de appellant in het geschil over de verdeling van de nalatenschap en de gevolgen van vruchtgebruik, en verklaart hem niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de geïntimeerde sub 2.

Het hof oordeelt over de verdeling van nalatenschappen en de uitleg van een legaatclausule in testamenten van [betrokkene A.] en [betrokkene B.].

Hoger beroep over de uitleg van een testament en bewijsopdracht over de bedoeling van de erflater. Appellanten zijn niet geslaagd in het bewijs, hof bekrachtigt eerdere uitspraak.

Het hof behandelt de uitleg van een testament en de vraag of de legataris zijn bestaan vond in de agrarische sector ten tijde van het overlijden van de vader. Appellanten betwisten dit en bieden bewijs aan.