Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot echtscheiding. De vrouw, die in eerste aanleg de rechtbank had verzocht om de echtscheiding uit te spreken, is op 2 augustus 2023 overleden. Dit heeft geleid tot de vraag of de man, die in hoger beroep ging tegen de uitspraak van de rechtbank, nog belang heeft bij zijn verzoek. Het hof heeft vastgesteld dat het huwelijk door het overlijden van de vrouw is ontbonden, conform artikel 1:149 lid a van het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor heeft de vrouw geen belang meer bij haar verzoek tot echtscheiding.
De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Midden-Nederland, waar de echtscheiding op 2 november 2022 werd uitgesproken. De man was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 april 2023 werd duidelijk dat de vrouw inmiddels was overleden, wat de rechtsgang beïnvloedde. De advocaten van beide partijen hebben hun standpunten toegelicht, waarbij de man zijn verzoek handhaafde, maar de vrouw geen belang meer had bij de procedure.
Het hof heeft uiteindelijk besloten de bestreden beschikking te vernietigen en de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot echtscheiding. Het hof oordeelde dat het inschakelen van een deskundige niet meer relevant was, gezien de omstandigheden. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.