Kwalificatie van een aandeel in onverdeelde eigendom als eigen woning in de Wet IB 2001
10 juni 2022De zaak betreft de kwalificatie van een 35% aandeel in onverdeelde eigendom van een woning als eigen woning volgens de Wet IB 2001. Het Hof oordeelde dat het aandeel als eigen woning kwalificeert, wat door de Staatssecretaris in cassatie werd bestreden.
Aanslag inkomstenbelasting en aftrekbaarheid van kosten ter voorkoming van beslaglegging op uitkering
13 mei 2022De A-G Niessen concludeert dat kosten ter voorkoming van beslaglegging op een uitkering niet aftrekbaar zijn volgens art. 3.108 Wet IB 2001. Het beroep in cassatie van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.
Onrechtmatige selectie en belastingaanslagen in het kader van Project 1043 door de Belastingdienst
17 juni 2021De zaak betreft de rechtmatigheid van belastingaanslagen in het kader van Project 1043 van de Belastingdienst, waarbij de A-G concludeert dat onrechtmatige selectie kan leiden tot onrechtmatige aanslagen.
De kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als afgezonderd particulier vermogen (APV) in het kader van de Wet IB 2001
18 september 2020De zaak betreft de kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als APV onder de Wet IB 2001. De A-G concludeert dat het vermogen als APV moet worden aangemerkt en dat de belastingheffing niet in strijd is met het EVRM. Het beroep in cassatie is ongegrond.
Kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als afgezonderd particulier vermogen (APV) in het kader van de Wet IB 2001
18 september 2020De zaak betreft de kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als APV onder de Wet IB 2001. De Hoge Raad bevestigt dat het vermogen als APV moet worden aangemerkt en dat de belanghebbende niet in zijn bewijsvoering is geslaagd.
De kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als afgezonderd particulier vermogen (APV) in het kader van de Wet IB 2001
18 september 2020De Hoge Raad oordeelt dat het vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als APV moet worden gekwalificeerd, en bevestigt dat de belastingheffing hierover niet in strijd is met het Europese recht. Het beroep in cassatie van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.
Uitzendregeling en eigen woning: tijdelijke terugkeer van dochter en fiscale gevolgen
17 juli 2020De A-G Niessen concludeert dat de woning van de belanghebbende niet als eigen woning kan worden aangemerkt na de tijdelijke terugkeer van zijn dochter, omdat zij niet tot het huishouden behoort.
Zorgplicht van de overheid in belastingzaken en de rol van de belastinginspecteur bij fiscale complicaties
15 mei 2020De zaak betreft de zorgplicht van de belastinginspecteur jegens belastingplichtigen met onvoldoende kennis van belastingrecht. A-G Niessen concludeert tot ongegrondheid van het beroep in cassatie, maar pleit voor erkenning van een zorgplicht van de inspecteur.
Belastingheffing op inkomsten uit tijdelijke verhuur van een deel van de eigen woning via Airbnb
1 mei 2020De A-G concludeert dat de inkomsten uit de verhuur van een tuinhuis via Airbnb belast zijn in box I, ondanks eerdere uitspraken van de Rechtbank en het Hof die belanghebbende gelijk gaven.
Berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor belastingplichtige in samenwerkingsverband
16 januari 2020De zaak betreft de berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor een belastingplichtige in een vof. De Rechtbank oordeelt dat de KIA € 6.670 bedraagt, terwijl de belanghebbende € 14.514 claimt. De A-G concludeert dat het beroep ongegrond is.
Berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor belastingplichtigen in een samenwerkingsverband
16 januari 2020De zaak betreft de berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor een belastingplichtige in een vof. De Rechtbank oordeelt dat de KIA € 6.670 bedraagt, terwijl de belanghebbende € 14.514 claimt. De A-G concludeert dat het beroep ongegrond is.
De fiscale behandeling van buitenlandse pensioenregelingen voor in Nederland werkzame belastingplichtigen
20 december 2019De zaak betreft de fiscale behandeling van een Belgische pensioenregeling voor een in Nederland werkzame belastingplichtige. De Hoge Raad oordeelt dat de regeling niet voldoet aan de eisen van de Wet LB 1964 en verklaart het beroep van de Staatssecretaris gegrond.
Fiscale behandeling van herinvesteringsreserve bij emigratie van een onderneming naar het buitenland
16 december 2016De zaak betreft de fiscale behandeling van de herinvesteringsreserve van een ondernemer die in 2005 emigreert naar Duitsland. De Hoge Raad oordeelt dat de HIR niet als bestanddeel van het vermogen kan worden aangemerkt en dat de Inspecteur de bewijslast had om aan te tonen dat het herinvesteringsvoornemen ontbrak.
Fiscale behandeling van herinvesteringsreserve bij emigratie naar Duitsland
16 december 2016De zaak betreft de fiscale behandeling van de herinvesteringsreserve (HIR) van een melkveehouderij na emigratie naar Duitsland. De Hoge Raad oordeelt dat de HIR niet als vermogensbestanddeel kan worden aangemerkt en verklaart het beroep van de Staatssecretaris ongegrond.
Gelijkheidsbeginsel en belastingvrijstelling voor leden van het Koninklijk Huis
18 december 2015Belanghebbende betwist de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, stelt recht te hebben op belastingvrijstelling als de Koning. Het Hof oordeelt dat zijn situatie niet gelijk is aan die van de Koning, waardoor het beroep ongegrond is.
Beëindiging pachtovereenkomst en gevolgen voor de inkomstenbelasting
1 maart 2013De Hoge Raad oordeelt dat de beëindiging van de pachtovereenkomst pas in 2003 effect heeft op de inkomstenbelasting van belanghebbende, waardoor het voordeel niet in 2002 belast kan worden.
Belastingheffing op FPU-uitkeringen van een in Thailand wonende belastingplichtige met een publiekrechtelijke dienstbetrekking in Nederland
1 maart 2013De Hoge Raad oordeelt dat FPU-uitkeringen van een in Thailand wonende belastingplichtige, opgebouwd in overheidsdienst, onder artikel 19 van het belastingverdrag Nederland-Thailand vallen, waardoor Nederland het heffingsrecht heeft.
Ongelijke behandeling van zelfstandigen en loontrekkenden in de belastingheffing met betrekking tot oudedagsvoorzieningen
12 oktober 2012De zaak betreft de ongelijkheid in belastingheffing tussen zelfstandigen en loontrekkenden bij de opbouw van oudedagsvoorzieningen. Het Hof bevestigt dat de wetgeving niet in strijd is met het discriminatieverbod.
Toepassing van de 30%-regeling voor tandartsen en het gelijkheidsbeginsel
21 september 2012Belanghebbende, een tandarts, verzocht om toepassing van de 30%-regeling, maar dit werd afgewezen. Het hof bevestigde dat hij niet in dezelfde positie verkeert als buitenlandse tandartsen, en het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard.
Bepaling van saneringskosten bij verontreinigde grond in de inkomstenbelasting
10 augustus 2012De Hoge Raad oordeelt dat de kosten voor sanering van verontreinigde grond niet als aftrekbare kosten kunnen worden aangemerkt, en bevestigt de aanslag van de Inspecteur.
Belastingheffing bij pachtersvoordeel en landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting
13 april 2012De Hoge Raad oordeelt dat het pachtersvoordeel bij de belastingheffing moet worden betrokken en niet onder de landbouwvrijstelling valt. De winst moet worden verdeeld in vrijgestelde en belaste bestanddelen, waarbij het pachtersvoordeel als gerealiseerd wordt aangemerkt.
Fiscale kwalificatie van erfpacht en opstal in relatie tot de eigenwoningregeling
17 februari 2012De Hoge Raad bevestigt dat de eigenwoningregeling van toepassing is op een woning die in erfpacht is uitgegeven, mits aan de voorwaarden is voldaan. De betaalde canon voor erfpacht en opstal is aftrekbaar.
Fiscale behandeling van onzakelijke leningen in de terbeschikkingstellingsregeling
25 november 2011De Hoge Raad bevestigt dat een lening van een belastingplichtige aan zijn vennootschap onder onzakelijke voorwaarden niet als negatief resultaat uit overige werkzaamheden kan worden aangemerkt, omdat het debiteurenrisico voortkomt uit aandeelhoudersmotieven.
Ondersteuningsbehoefte van ouders voor studerende kinderen en de invloed van leningen op de aftrekbaarheid van uitgaven voor levensonderhoud
25 november 2011De Hoge Raad oordeelt dat ouders zich redelijkerwijs gedrongen kunnen voelen tot uitgaven voor levensonderhoud van hun studerende kinderen, ook als deze leningen ontvangen van de IBG.
Belastingheffing bij uitponding van onroerende zaken en de rol van bijzondere kennis
24 december 2010De Hoge Raad oordeelt dat de winst uit de verkoop van appartementen door belanghebbende als resultaat uit overige werkzaamheden moet worden aangemerkt, omdat hij meer deed dan normaal actief vermogensbeheer.
Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting
21 mei 2010De Hoge Raad behandelt de vraag of de herinrichting van het stadshart van Breda leidt tot een wezenlijke verandering van voorzieningen voor baatbelasting. De zaak wordt terugverwezen naar het Hof voor nadere beoordeling.
Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting
21 mei 2010De Hoge Raad oordeelt dat de herinrichting van het stadshart van Breda niet heeft geleid tot een wezenlijke verandering van voorzieningen, waardoor baatbelasting niet kan worden geheven.
Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting
21 mei 2010De Hoge Raad bevestigt dat de herinrichting van het stadshart van Breda niet heeft geleid tot een wezenlijke verandering van voorzieningen, waardoor baatbelasting niet kan worden geheven.
Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting
21 mei 2010De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak over de herinrichting van het stadshart van Breda en de baatbelasting. Het Hof oordeelt dat de herinrichting niet heeft geleid tot een wezenlijke verbetering van de voorzieningen.
Aanvang terbeschikkingstellingsregeling bij vermogensbestanddelen bestemd voor verhuur aan een gelieerde vennootschap
22 januari 2010De Hoge Raad oordeelt dat de terbeschikkingstelling van een pand aan een bv pas begint wanneer het genot daadwerkelijk aan de bv toekomt, niet eerder.
Cassatie over de toepassing van de zelfstandigenaftrek en gebruikelijkheidstoets in de inkomstenbelasting
9 oktober 2009De Hoge Raad bevestigt dat de gebruikelijkheidstoets voor zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De zaak betreft een huisartsenpraktijk en heeft implicaties voor circa 200 belastingplichtigen.
Belastingheffing bij uitponden van onroerende zaken en normaal vermogensbeheer
9 oktober 2009De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof over de belastingheffing bij uitponden van onroerende zaken, omdat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de activiteiten van belanghebbende meer dan normaal vermogensbeheer zijn.