dhr. mr. R.E.C.M. Niessen

Rechter

Bekijk deze rechter op De Rechtspraak
Lexboost

Juridische AI-assistent

Lexboost helpt je bij al je juridische werk. Stel vragen in natuurlijke taal en krijg direct:

  • Analyse van jurisprudentie
  • Hulp bij juridisch onderzoek
  • Vergelijking met andere zaken

7 dagen gratis uitproberen, geen creditcard nodig

Onderwerpen

  • Bestuursrecht; Belastingrecht32

Uitspraken (32)

Uitspraken 1 t/m 32 van 32

ECLI:NL:PHR:2022:552
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Kwalificatie van een aandeel in onverdeelde eigendom als eigen woning in de Wet IB 2001

10 juni 2022

De zaak betreft de kwalificatie van een 35% aandeel in onverdeelde eigendom van een woning als eigen woning volgens de Wet IB 2001. Het Hof oordeelde dat het aandeel als eigen woning kwalificeert, wat door de Staatssecretaris in cassatie werd bestreden.

ECLI:NL:PHR:2022:449
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Aanslag inkomstenbelasting en aftrekbaarheid van kosten ter voorkoming van beslaglegging op uitkering

13 mei 2022

De A-G Niessen concludeert dat kosten ter voorkoming van beslaglegging op een uitkering niet aftrekbaar zijn volgens art. 3.108 Wet IB 2001. Het beroep in cassatie van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

ECLI:NL:PHR:2021:619
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Onrechtmatige selectie en belastingaanslagen in het kader van Project 1043 door de Belastingdienst

17 juni 2021

De zaak betreft de rechtmatigheid van belastingaanslagen in het kader van Project 1043 van de Belastingdienst, waarbij de A-G concludeert dat onrechtmatige selectie kan leiden tot onrechtmatige aanslagen.

ECLI:NL:PHR:2020:812
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

De kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als afgezonderd particulier vermogen (APV) in het kader van de Wet IB 2001

18 september 2020

De zaak betreft de kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als APV onder de Wet IB 2001. De A-G concludeert dat het vermogen als APV moet worden aangemerkt en dat de belastingheffing niet in strijd is met het EVRM. Het beroep in cassatie is ongegrond.

ECLI:NL:PHR:2020:842
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als afgezonderd particulier vermogen (APV) in het kader van de Wet IB 2001

18 september 2020

De zaak betreft de kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als APV onder de Wet IB 2001. De Hoge Raad bevestigt dat het vermogen als APV moet worden aangemerkt en dat de belanghebbende niet in zijn bewijsvoering is geslaagd.

ECLI:NL:PHR:2020:860
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

De kwalificatie van vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als afgezonderd particulier vermogen (APV) in het kader van de Wet IB 2001

18 september 2020

De Hoge Raad oordeelt dat het vermogen in een Liechtensteinse Stiftung als APV moet worden gekwalificeerd, en bevestigt dat de belastingheffing hierover niet in strijd is met het Europese recht. Het beroep in cassatie van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

ECLI:NL:PHR:2020:704
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Uitzendregeling en eigen woning: tijdelijke terugkeer van dochter en fiscale gevolgen

17 juli 2020

De A-G Niessen concludeert dat de woning van de belanghebbende niet als eigen woning kan worden aangemerkt na de tijdelijke terugkeer van zijn dochter, omdat zij niet tot het huishouden behoort.

ECLI:NL:PHR:2020:486
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Zorgplicht van de overheid in belastingzaken en de rol van de belastinginspecteur bij fiscale complicaties

15 mei 2020

De zaak betreft de zorgplicht van de belastinginspecteur jegens belastingplichtigen met onvoldoende kennis van belastingrecht. A-G Niessen concludeert tot ongegrondheid van het beroep in cassatie, maar pleit voor erkenning van een zorgplicht van de inspecteur.

ECLI:NL:PHR:2020:438
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Belastingheffing op inkomsten uit tijdelijke verhuur van een deel van de eigen woning via Airbnb

1 mei 2020

De A-G concludeert dat de inkomsten uit de verhuur van een tuinhuis via Airbnb belast zijn in box I, ondanks eerdere uitspraken van de Rechtbank en het Hof die belanghebbende gelijk gaven.

ECLI:NL:PHR:2020:113
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor belastingplichtige in samenwerkingsverband

16 januari 2020

De zaak betreft de berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor een belastingplichtige in een vof. De Rechtbank oordeelt dat de KIA € 6.670 bedraagt, terwijl de belanghebbende € 14.514 claimt. De A-G concludeert dat het beroep ongegrond is.

ECLI:NL:PHR:2020:29
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor belastingplichtigen in een samenwerkingsverband

16 januari 2020

De zaak betreft de berekening van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor een belastingplichtige in een vof. De Rechtbank oordeelt dat de KIA € 6.670 bedraagt, terwijl de belanghebbende € 14.514 claimt. De A-G concludeert dat het beroep ongegrond is.

ECLI:NL:PHR:2019:1369
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

De fiscale behandeling van buitenlandse pensioenregelingen voor in Nederland werkzame belastingplichtigen

20 december 2019

De zaak betreft de fiscale behandeling van een Belgische pensioenregeling voor een in Nederland werkzame belastingplichtige. De Hoge Raad oordeelt dat de regeling niet voldoet aan de eisen van de Wet LB 1964 en verklaart het beroep van de Staatssecretaris gegrond.

ECLI:NL:PHR:2016:1347
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Fiscale behandeling van herinvesteringsreserve bij emigratie van een onderneming naar het buitenland

16 december 2016

De zaak betreft de fiscale behandeling van de herinvesteringsreserve van een ondernemer die in 2005 emigreert naar Duitsland. De Hoge Raad oordeelt dat de HIR niet als bestanddeel van het vermogen kan worden aangemerkt en dat de Inspecteur de bewijslast had om aan te tonen dat het herinvesteringsvoornemen ontbrak.

ECLI:NL:PHR:2016:1349
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Fiscale behandeling van herinvesteringsreserve bij emigratie naar Duitsland

16 december 2016

De zaak betreft de fiscale behandeling van de herinvesteringsreserve (HIR) van een melkveehouderij na emigratie naar Duitsland. De Hoge Raad oordeelt dat de HIR niet als vermogensbestanddeel kan worden aangemerkt en verklaart het beroep van de Staatssecretaris ongegrond.

ECLI:NL:PHR:2015:2420
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Gelijkheidsbeginsel en belastingvrijstelling voor leden van het Koninklijk Huis

18 december 2015

Belanghebbende betwist de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, stelt recht te hebben op belastingvrijstelling als de Koning. Het Hof oordeelt dat zijn situatie niet gelijk is aan die van de Koning, waardoor het beroep ongegrond is.

ECLI:NL:PHR:2013:BW7728
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Beëindiging pachtovereenkomst en gevolgen voor de inkomstenbelasting

1 maart 2013

De Hoge Raad oordeelt dat de beëindiging van de pachtovereenkomst pas in 2003 effect heeft op de inkomstenbelasting van belanghebbende, waardoor het voordeel niet in 2002 belast kan worden.

ECLI:NL:PHR:2013:BY2691
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Belastingheffing op FPU-uitkeringen van een in Thailand wonende belastingplichtige met een publiekrechtelijke dienstbetrekking in Nederland

1 maart 2013

De Hoge Raad oordeelt dat FPU-uitkeringen van een in Thailand wonende belastingplichtige, opgebouwd in overheidsdienst, onder artikel 19 van het belastingverdrag Nederland-Thailand vallen, waardoor Nederland het heffingsrecht heeft.

ECLI:NL:PHR:2012:BW9799
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Ongelijke behandeling van zelfstandigen en loontrekkenden in de belastingheffing met betrekking tot oudedagsvoorzieningen

12 oktober 2012

De zaak betreft de ongelijkheid in belastingheffing tussen zelfstandigen en loontrekkenden bij de opbouw van oudedagsvoorzieningen. Het Hof bevestigt dat de wetgeving niet in strijd is met het discriminatieverbod.

ECLI:NL:PHR:2012:BW7159
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Toepassing van de 30%-regeling voor tandartsen en het gelijkheidsbeginsel

21 september 2012

Belanghebbende, een tandarts, verzocht om toepassing van de 30%-regeling, maar dit werd afgewezen. Het hof bevestigde dat hij niet in dezelfde positie verkeert als buitenlandse tandartsen, en het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard.

ECLI:NL:PHR:2012:BV0276
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Bepaling van saneringskosten bij verontreinigde grond in de inkomstenbelasting

10 augustus 2012

De Hoge Raad oordeelt dat de kosten voor sanering van verontreinigde grond niet als aftrekbare kosten kunnen worden aangemerkt, en bevestigt de aanslag van de Inspecteur.

ECLI:NL:PHR:2012:BU4827
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Belastingheffing bij pachtersvoordeel en landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting

13 april 2012

De Hoge Raad oordeelt dat het pachtersvoordeel bij de belastingheffing moet worden betrokken en niet onder de landbouwvrijstelling valt. De winst moet worden verdeeld in vrijgestelde en belaste bestanddelen, waarbij het pachtersvoordeel als gerealiseerd wordt aangemerkt.

ECLI:NL:PHR:2012:BV0651
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Fiscale kwalificatie van erfpacht en opstal in relatie tot de eigenwoningregeling

17 februari 2012

De Hoge Raad bevestigt dat de eigenwoningregeling van toepassing is op een woning die in erfpacht is uitgegeven, mits aan de voorwaarden is voldaan. De betaalde canon voor erfpacht en opstal is aftrekbaar.

ECLI:NL:PHR:2011:BP8952
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Fiscale behandeling van onzakelijke leningen in de terbeschikkingstellingsregeling

25 november 2011

De Hoge Raad bevestigt dat een lening van een belastingplichtige aan zijn vennootschap onder onzakelijke voorwaarden niet als negatief resultaat uit overige werkzaamheden kan worden aangemerkt, omdat het debiteurenrisico voortkomt uit aandeelhoudersmotieven.

ECLI:NL:PHR:2011:BQ7320
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Ondersteuningsbehoefte van ouders voor studerende kinderen en de invloed van leningen op de aftrekbaarheid van uitgaven voor levensonderhoud

25 november 2011

De Hoge Raad oordeelt dat ouders zich redelijkerwijs gedrongen kunnen voelen tot uitgaven voor levensonderhoud van hun studerende kinderen, ook als deze leningen ontvangen van de IBG.

ECLI:NL:PHR:2010:BM9252
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Belastingheffing bij uitponding van onroerende zaken en de rol van bijzondere kennis

24 december 2010

De Hoge Raad oordeelt dat de winst uit de verkoop van appartementen door belanghebbende als resultaat uit overige werkzaamheden moet worden aangemerkt, omdat hij meer deed dan normaal actief vermogensbeheer.

ECLI:NL:PHR:2010:BK8519
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting

21 mei 2010

De Hoge Raad behandelt de vraag of de herinrichting van het stadshart van Breda leidt tot een wezenlijke verandering van voorzieningen voor baatbelasting. De zaak wordt terugverwezen naar het Hof voor nadere beoordeling.

ECLI:NL:PHR:2010:BK8532
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting

21 mei 2010

De Hoge Raad oordeelt dat de herinrichting van het stadshart van Breda niet heeft geleid tot een wezenlijke verandering van voorzieningen, waardoor baatbelasting niet kan worden geheven.

ECLI:NL:PHR:2010:BK8544
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting

21 mei 2010

De Hoge Raad bevestigt dat de herinrichting van het stadshart van Breda niet heeft geleid tot een wezenlijke verandering van voorzieningen, waardoor baatbelasting niet kan worden geheven.

ECLI:NL:PHR:2010:BK8619
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Herinrichting van het historische stadshart van Breda en de gevolgen voor baatbelasting

21 mei 2010

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak over de herinrichting van het stadshart van Breda en de baatbelasting. Het Hof oordeelt dat de herinrichting niet heeft geleid tot een wezenlijke verbetering van de voorzieningen.

ECLI:NL:PHR:2010:BF2227
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Aanvang terbeschikkingstellingsregeling bij vermogensbestanddelen bestemd voor verhuur aan een gelieerde vennootschap

22 januari 2010

De Hoge Raad oordeelt dat de terbeschikkingstelling van een pand aan een bv pas begint wanneer het genot daadwerkelijk aan de bv toekomt, niet eerder.

ECLI:NL:PHR:2009:BF7316
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Cassatie over de toepassing van de zelfstandigenaftrek en gebruikelijkheidstoets in de inkomstenbelasting

9 oktober 2009

De Hoge Raad bevestigt dat de gebruikelijkheidstoets voor zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De zaak betreft een huisartsenpraktijk en heeft implicaties voor circa 200 belastingplichtigen.

ECLI:NL:PHR:2009:BI0481
Bestuursrecht; BelastingrechtConclusie

Belastingheffing bij uitponden van onroerende zaken en normaal vermogensbeheer

9 oktober 2009

De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof over de belastingheffing bij uitponden van onroerende zaken, omdat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de activiteiten van belanghebbende meer dan normaal vermogensbeheer zijn.