Voetnoten
1.Inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen.
2.De inspecteur van de Belastingdienst / kantoor Amsterdam.
3.De rechtbank Gelderland.
4.De uitspraken van de Rechtbank met nrs. AWB 18/5440 en AWB 18/5441 zijn niet gepubliceerd op rechtspraak.nl.
5.Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
6.Hof Arnhem-Leeuwarden 28 juli 2020, nrs. 19/00642 en 19/00643,
7.De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst.
8.R.E.C.M. Niessen en R.M.P.G. Niessen-Cobben,
12.HR 22 maart 2010, nr. 08/04868,
13.HR 14 januari 1953, nr. 11 179,
14.P. Meyjes e.a.,
15.HR 26 september 1979, nr. 19 250,
16.Gelet op r.o. 4.7. Zie ook Hof Arnhem-Leeuwarden 22 januari 2019, nr. 18/00094,
17.Verschillende van de bedoelde bronnen komen hierna aan de orde. Alle in deze conclusie vermelde bronnen, voor zover niet gedingstukken, zijn online te raadplegen. Tussen aanhalingstekens geplaatste voetnoten zijn overgenomen uit het geciteerde document waar zij bij horen.
18.De kwestie is algemeen bekend. Ik volsta hier daarom met verwijzingen naar het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, Den Haag 17 december 2020, en mijn conclusie voor HR 27 maart 2020, nr. 18/05180,
19.Antwoord van de regering van 13 oktober 2020 op vraag 73 van 14 juli 2020 van het Kamerlid Azarkan, Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, Aanhangsel.
20.Kenmerk 2020-0000046117.
21.Ik neem aan dat hier onder meer wordt gedoeld op het artikel ‘Belastingdienst had een geheime fraudelijst, in strijd met de privacywet’ in Trouw van 29 februari 2020.
22.Bij de brief is gevoegd een afschrift van de GEB van 5 november 2019.
23.Kenmerk 2020-0000082569.
24.Algemene Verordening Gegevensbescherming, Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016, van toepassing met ingang van 25 mei 2018.
25.Zie de reactie op dit rapport van de staatssecretarissen van Financiën bij brief van 10 juli 2020 aan de Tweede Kamer, kenmerk 2020-0000130507, alsmede Lijst van Vragen en Antwoorden van 16 oktober 20202, Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 31 066, nr. 710, in het bijzonder vragen 23 en 39 e.v.
26.Antwoord van 20 oktober 2020 van de regering op vraag 17 van 14 juli 2020 van het Kamerlid Azarkan, Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, Aanhangsel.
27.Kenmerk 0000015631. De Werkinstructie Insolventie L.I.C., versie 13 april 2014, is bij de brief gevoegd.
28.Toen de eerste 60.000 brieven waren verstuurd, interviewde NOS Nieuws een aantal van de betrokkenen (‘Belastingdienst stuurt excuusbrief: ‘Ik was echt laaiend toen ik hem las’’) (11 mei 2021). Mensen zijn geschokt dat zij op een ‘fraudelijst’ stonden. Blijkens het NOS bericht kon de Belastingdienst nog niet zeggen waarom de briefontvangers in het systeem stonden.
29.
30.Samenvatting rapport, blz. 3.
31.Zie van staatssecretaris Van Huffelen de Reactie op het rapport in de brief van 17 juli 2020 kenmerk 0000130811 en Antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Financiën in de brief van 17 november 2020 kenmerk 0000215374.
32.RTL Nieuws 7 juli 2020.
33.Trouw 7 juli 2020.
34.RTL Nieuws 10 juli 2020.
35.IH is de afkorting van Inkomensheffingen.
36.Bijlage bij brief van de staatssecretarissen van Financiën van 13 oktober 2020, Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 31 066 nr. 711.
37.‘
38.Blijkens het antwoord van 13 oktober 2020 van de regering op vraag 23 van 14 juli 2020 van het Kamerlid Azarkan kunnen ‘zorgkosten, giften en uitgaven voor pensioenvoorzieningen (…) aspecten zijn die in de risicoselectie zijn opgenomen.’ Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, Aanhangsel. In het antwoord op vraag 33 wordt toegelicht dat de claim van giftenaftrek voor € 10.000 bij een bruto jaarinkomen van € 25.000 een dusdanig deel van het inkomen vormt dat de inspecteur daarin een gerechtvaardigde reden voor het stellen van vragen en opvragen van bewijsstukken heeft. Zie tevens vraag en antwoord 63. Op de FSV toezichtslijst ‘Kwitanties voor contante giften’ staan ruim 4000 belastingplichtigen, aldus Antwoord 18 van staatssecretaris Vijlbrief, Lijst van vragen en antwoorden van 16 oktober 2020, Tweede Kamer vergaderjaar 2020-2021, 31 066, nr. 710.
39.Hierbij is in het origineel een voetnoot geplaatst die in deze conclusie in de volgende alinea in de hoofdtekst van deze conclusie wordt geciteerd. Voor lezers die zoals auteur dezes weinig vertrouwd zijn met het computerjargon, zij opgemerkt dat ‘
40.‘Er bestaat ook een projectcode 1044 “steekproef Ondernemingen”. Deze projectnummering heeft geen enkele relatie met de hier genoemde AKI 1044.’
41.Zie tevens antwoord van de regering van 13 oktober 2020 op vragen 7 en 85 van 14 juli 2020 van Kamerlid Azarkan, Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, Aanhangsel.
42.Kenmerk 2020-0000130507.
43.Zie tevens Antwoord 38 van 16 oktober Lijst van vragen en antwoorden, Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 31 066, nr. 710.
44.Kenmerk 2020-0000195040, tevens gepubliceerd als Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 31 066, nr. 711.
45.‘Het onderhanden werk van het CAF-team is per 3 juli jl. [2020, a-g] door de gezamenlijke opdrachtgevers opgeschort.’
46.Kenmerk 2020-0000130507.
47.Kenmerk 0000015631.
48.Zie de slotzin van onderdeel 5.22. Wanneer deze lezing van die tekst onjuist mocht zijn, zal in elk geval de belanghebbende een grotere kans op ‘ontdekking’ hebben dan diegenen die mogelijk
49.Vergelijk onderdeel 6.38.
50.HR 24 februari 2017, nr. 15/02068, na mijn conclusie,
51.ANPR is de afkorting van Automatic Number Plate Registration. Zie hierover tevens HR 3 juli 2012, na conclusie Machielse, ECLI:NL:HR:2012:BV7438, 53.Noot
54.O.a. HR 7 juli 2009,
56.Zie voor uitzonderingen P.J. Wattel, ‘De burgerlijke rechter en het belastingrecht’, in: R.J.N. Schlössels e.a. (red.),
57.Vergelijk M.W.C. Feteris,
58.Verg. EHRM 16 februari 2006, Amann t. Zwitserland, ECLI:NL:XX:2000:AP0622, EHRC 2000/31: de tap van een handelsgesprek met de Russische ambassade werd vastgelegd in een steekkaartenregister van de Zwitserse geheime dienst; schending van art. 8 EVRM omdat de desbetreffende wet niet concreet genoeg was. Zie tevens T. Barkhuysen e.a., 59.Verg. tevens art. 8 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en art. 17 BUPO.
60.Zie nader o.a. D.F. Bunschoten, Commentaar bij art. 10 Grondwet, in: Tekst en Commentaar Grondwet en Statuut, Wolters Kluwer vijfde druk 2018.
61.Naast de hierna vermelde bepalingen zij nog gewezen op art. 39 VEU, art. 16 VWEU en art. 8 Handvest.
62.Zie de definitie in art. 4 onderdeel 2 AVG als ‘een bewerking of geheel van bewerkingen’, al dan niet geautomatiseerd, ‘zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens’.
63.Zie de voetnoot 51 bij onderdeel 6.7.
64.Onderdeel 2.3.4 van het arrest. Zie voorts mijn conclusie van 12 januari 2021,
65.In deze zin eveneens G.J. Zwenne en P.E. Bolle, ‘Privacyregulering en rijksbelastingen’, die nog vermelden dat de Registratiekamer destijds aandrong op ‘een wettelijke regeling die meer waarborgen biedt. (…) Die wettelijke regeling zou inmiddels in voorbereiding zijn.’ In: J.E.J. Prins en J.M.A. Berkvens,
66.ABRvS 26 juli 2017,
67.Wet Overige fiscale maatregelen 1019 van 19 december 2018, Stb. 507. De MvT bespreekt uitgebreid het verband met onder meer de AVG (kamerstukken nr. 35027).
68.Wet structuur uitvoeringsorganisatie en inkomen van 19 november 2001.
69.
70.Aldus Rechtbank Den Haag 5 februari 2020,
71.Thans aan te duiden met het verzamelbegrip ‘verwerken’ in de zin van de AVG. Zie de voetnoot bij 6.27.
72.Een dergelijke wet kan zelf ook aan toetsing worden onderworpen, zie het in voetnoot 58 vermelde arrest EHRM Amman vs Zwitserland.
73.Zie voor de eisen waaraan een specifieke wet moet voldoen: EHRM 24 maart 1988, Olsson v. Zweden (no. 1), nr. 10465/83, r.o. 61.
74.HR 19 februari 2013 na conclusie A-G Silvis, ECLI:NL:HR:BV5321,
75.Inmiddels worden betrokkenen alsnog door de Belastingdienst geïnformeerd, zie 5.13.
76.Art. 6 EVRM en art. 5:10a Awb.
77.Rapport van 30 maart 2021, nr. 2021/030.
78.‘Zie het behoorlijkheidsvereiste van goede motivering. De overheid legt haar handelen en haar besluiten duidelijk aan de burger uit. Zij handelt niet alleen naar wat haar goed uitkomt of op basis van willekeur. Drie bouwstenen zijn voor een goede motivering van belang: wettelijke voorschriften, de feiten en belangen, en een heldere redenering.’
79.Zie voor beslissingen over dergelijke kwesties Rechtbank Gelderland 24 december 2020, nr. AWB 20/379,
80.Zie tevens art. 13 en 14 AVG. Wettelijke beperking van de rechten van de burger is onder strenge voorwaarden onder meer toegestaan in verband met fiscale aangelegenheden van de lidstaat (art. 23 AVG).
81.Art. 4, aanhef en onderdeel 4, AVG. Zie tevens art. 22 AVG.
82.Vergelijkbaar met de diverse nationale en internationale actieve informatieplichten die in de laatste jaren aan belastingplichtigen zijn opgelegd. Vergelijkenderwijs kan ook worden gedacht aan de zogenoemde rechtsmiddelverwijzing. Zie tevens de waarschuwingsplicht die de Hoge Raad aan de ontvanger heeft opgelegd in verband met de verstrekkende gevolgen van de mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 36 Invorderingswet (o.a. HR 24 mei 2002, nr. C00/203HR,
83.Art. 9.6 Wet IB 2001.
84.Art. 45aa Uitv.reg. IB 2001.
85.Art. 6:11 Awb.
86.Art. 9.6 Wet IB 2001 en art. 45aa Uitv. Reg. IB 2001.
87.Zie onderdeel 5.26.