mw. mr. L. Berghuis-Knijff

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit, bepaalt de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw, en kent alimentatie en partnerbijdrage toe aan de vrouw. De verdeling van de gemeenschap wordt gelast.

De rechtbank verleent vervangende toestemming voor erkenning aan de vader, maar belast hem niet met het ouderlijk gezag. De voogdij van tante blijft in stand. Zorg- en omgangsregelingen zijn vastgesteld.

De rechtbank verlengt de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige voor kortere duur dan verzocht, in het kader van een NIKA-traject en voorbereiding op verhuizing naar het buitenland.

De rechtbank wijzigt de zorgregeling en kinderalimentatie na verhuizing van de man. De man krijgt de minderjarige één weekend per twee weken en betaalt € 536,- per maand tot 31 oktober 2023, daarna € 694,- per maand.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de kinderen bepaald, een zorgregeling vastgesteld en de alimentatie geregeld. De afwikkeling van het huwelijksvermogensregime is aangehouden.

De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing met de minderjarigen af, omdat de noodzaak onvoldoende is onderbouwd en de verhuizing niet goed is voorbereid.

De rechtbank verklaart de ontkenning van het vaderschap gegrond en spreekt de echtscheiding uit. Het verzoek van de vrouw om erkenning van een huwelijk in Nigeria wordt afgewezen.

Beschikking over de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime en partneralimentatie in het kader van echtscheiding, met toewijzing van alimentatie en verdeling van de gemeenschap.

De rechtbank heeft de vrouw ontvankelijk verklaard in haar verweer, de hoofdverblijfplaats van het jongste kind bij de vrouw vastgesteld, en de man veroordeeld tot een kinderbijdrage van € 670,- per maand. De afwikkeling van het huwelijksvermogensregime is aangehouden voor taxaties.

De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing naar België af en bepaalt dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de man zal zijn, met ingang van 18 februari 2021.

De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot betaling van € 22.313,67 aan de man voor teveel betaalde kosten van de huishouding. De verzoeken tot verdeling van gemeenschappelijke goederen zijn afgewezen.

De rechtbank heeft de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de vrouw bepaald, en een zorgregeling vastgesteld. De man moet € 219,- per maand per kind betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding.

De rechtbank spreekt de echtscheiding uit tussen een Iraans echtpaar, bepaalt de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw en legt een zorgregeling vast. De man moet bijdragen in de kosten van de kinderen en de helft van de waarde van de maatschap aan de vrouw betalen.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de vrouw veroordeeld tot betaling van € 170.311,64 aan de man op basis van het finaal verrekenbeding.

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om verhuizing met de minderjarige naar België afgewezen, omdat dit niet in het belang van de minderjarige is. De man blijft betrokken bij de zorg voor de minderjarige.

Echtscheiding uitgesproken. Verzoek om kinderbijdrage afgewezen. Verdeling verkoopopbrengst woning: vrouw moet man € 44.614,23 betalen. Proceskosten gecompenseerd.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw vastgesteld en alimentatie van € 212,- per maand per kind bepaald. Vervangende toestemming voor paspoorten en vakanties is verleend.

De rechtbank verleent vervangende toestemming voor de vrouw om met haar minderjarige kind naar Sommelsdijk te verhuizen, en verklaart haar niet-ontvankelijk in het verzoek tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats.

De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing naar Portugal af, omdat dit het contact met de vader zou beperken. Een wijziging van de zorgregeling wordt aangehouden voor mediation.

De rechtbank Rotterdam heeft het verzoek van de man tot terugverhuizing van de minderjarigen afgewezen, omdat de huidige situatie in Rotterdam voorlopig in het belang van de kinderen is.

De rechtbank heeft het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigd en de vader belast met eenhoofdig gezag over de minderjarige. De verzoeken van de vader om verhuizing en zorgregeling zijn afgewezen, met een omgangsregeling vastgesteld door de gezinsvoogdes.