Uitspraak
Uitspraak
Onderzoek van de zaak
12Naar aanleiding hiervan is een parlementaire enquête gehouden.
3De Parlementaire enquête opsporingsmethoden, IRT (1994-1996) concludeert in haar rapport van 1 februari 1996 dat van criminele burgerinfiltranten die onder regie van politie en justitie strafbare feiten plegen - geen gebruik moet worden gemaakt.
4
5In de motie wordt overwogen dat het werken met een criminele burgerinfiltrant een hoog processueel afbreukrisico kent. Het handelen van de criminele burgerinfiltrant is daarnaast in het algemeen slecht controleerbaar. Door de vaak voorkomende zogenaamde "dubbele agenda" bij een criminele burgerinfiltrant is slecht te controleren of zijn handelen voldoet aan het Tallon-criterium.
6De motie is op 26 november 1998 door de Tweede Kamer aanvaard.
7
8In deze motie wordt overwogen dat er zware criminelen en criminele organisaties zijn die hun criminele activiteiten zeer succesvol afschermen en met traditionele opsporingsmiddelen onvoldoende kunnen worden aangepakt. Bij deze vorm van zware criminaliteit kan de inzet van buitengewone opsporingsbevoegdheden, waaronder de inzet van de criminele burgerinfiltrant, noodzakelijk zijn, De inzet van een criminele burgerinfiltrant moet zeer zorgvuldig plaatsvinden vanwege de hoge processuele afbreukrisico’s. Alleen in hoge uitzonderingsgevallen en onder strikte waarborgen moet gewerkt kunnen worden met inzet van de criminele burgerinfiltrant. De Tweede Kamer verzoekt de regering dan ook om een criminele burgerinfiltrant alleen in te zetten:
- als voldaan is aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit;
- onder een zeer streng regime van waarborgen;
- bij zeer gesloten criminele groeperingen die zich schuldig maken aan de ernstigste vormen van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit;
- in korte trajecten, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van groei-infiltranten;
- na toestemming van de minister van Veiligheid en Justitie.
- algemeen dossier, pagina 1 tot en met 17449;
- algemeen dossier nazending februari 2021, pagina 9368 tot en met 9556;
- algemeen dossier nazending oktober 2021, pagina 9557 tot en met 9975;
- algemeen dossier nazending december 2021, pagina 9976 tot en met 10007;
- beslag dossier, pagina 1 tot en met 1005;
- beslag dossier nazending oktober 2021, pagina 1006 tot en met 1091;
- beslag dossier nazending december 2021, pagina 1092 tot en met 1114;
- methodieken dossier, pagina 1 tot en met 7663;
- methodieken dossier nazending februari 2021, pagina 7087 tot en met 7098; - methodieken dossier nazending oktober 2021, pagina 7099 tot en met 7106.
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeftgetracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s)
- meermalen contact gehad via (een) cryptotelefoon(s) over de uitvoer van 140 kilogram amfetaminenaar Finland en/of
- ontmoetingen gehad in Leeuwarden (in de [naam bedrijf] ) en/of in Zurich en/of in Hurdegaryp (in
- ( een) cryptotelefoon(s) voorhanden gehad om te communiceren over de uitvoer van 140 kilogramamfetamine naar Finland en/of
- een geldbedrag van € 78.000,00, of een deel daarvan, voorhanden gehad dat bestemd was voor definanciering van de uitvoer van 140 kilogram amfetamine naar Finland;
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeftgetracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- meermalen telefonisch contact gehad en encrypted berichten verstuurd per cryptotelefoon met éénof meerdere partijen over de invoer van harddrugs naar Australië en/of over de aanbetaling daarvoor en/of
- per handgeschreven briefje met een achttal vragen inlichtingen gevraagd en/of
- ( een) cryptotelefoon(s) om te communiceren over de uitvoer van harddrugs naar Australiëvoorhanden gehad en/of
- een handgeschreven briefje met vragen over het opzetten van een transportlijn voor harddrugs naarAustralië, voorhanden gehad;
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen of om daarbij behulpzaam te zijnen/of
- zich en/of één of meer anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- aan (een) perso(o)on(en) gevraagd om de partij amfetamine de grens bij Denemarken over tebrengen en/of
- meermalen contact gehad via (een) cryptotelefoon(s) om te overleggen over de uitvoervan 30 kilogram amfetamine naar Denemarken en/of
- ( een) cryptotelefoon(s) voorhanden gehad om te communiceren over de uitvoer van 30 kilogramamfetamine naar Denemarken en/of
- een hoeveelheid amfetamine bestemd voor Denemarken voorhanden gehad;
- het buiten en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of het bereiden en/of bewerkenen/of verwerken en/of vervaardigen en/of vervoeren en/of leveren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, strafbaar gesteld in artikel 2 aanhef en onder A en/of B en/of D van de Opiumwet en/of
- het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumweten/of
- witwassen als bedoeld in artikel 420bis en/of artikel 420ter en/of artikel 420quater van hetWetboek van Strafrecht;
1.Standpunt van de verdediging
2.Standpunt van de officieren van justitie
3.Oordeel van de rechtbank
De verdenking
10
11Deze verklaringen zijn gebezigd als bewijsmiddel. Uit die verklaringen - in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen in het proces-verbaal van verdenking is gerelateerd heeft men ten aanzien van verdachte in redelijkheid een vermoeden van schuld kunnen afleiden aan een strafbaar feit dat nog niet heeft plaatsgevonden.
12Voor zover in het betoog van de raadsman besloten ligt dat de verdenking tegen verdachte pas kon worden aangenomen op het moment dat de verklaringen van A-4110 over de drugshandel van verdachte waren getoetst en onderbouwd met nadere onderzoeksgegevens, merkt de rechtbank op dat geen rechtsregel er aan in de weg staat dat een verdenking slechts is gebaseerd op één getuigenverklaring. Waar het om gaat is dat de verdenking is gebaseerd op voldoende objectieve, concrete en controleerbare feiten en omstandigheden.
13Daarvan is in het onderhavige geval sprake geweest.
14De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat A-4110 in de periode van 4 juli 2018 tot en met 28 februari 2019 niet tegen verdachte is ingezet, maar tegen medeverdachte [medeverdachte 5] en anderen. De resultaten van het onderzoek die door deze inzet zijn verkregen worden niet gebruikt voor het bewijs van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Onder deze omstandigheden is dan ook niet aannemelijk geworden dat verdachte door het gestelde vormverzuim daadwerkelijk in zijn verdediging is geschaad.
15Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
crimineleburger als burgerinfiltrant. Immers, een criminele burger betreft eveneens een persoon die geen opsporingsambtenaar is.
16blijkt zonneklaar dat de wetgever de inzet van de criminele burgerinfiltrant op grond van het bepaalde in artikel 126w Sv niet heeft willen uitsluiten. In artikel 126w Sv is daarom geen onderscheid gemaakt tussen criminele en niet-criminele burgerinfiltranten.
17Zowel de niet-criminele als de criminele burgerinfiltrant valt onder deze bepaling en kan in beginsel dus worden ingezet.
18In de nota naar aanleiding van het verslag bij de Wet Bob wordt bovendien nadrukkelijk vermeld dat in de wet geen expliciete beperkingen zijn gesteld aan de inzet van criminele burgerinfiltranten.
19
20Eén van die vereisten is een "streng regime van waarborgen". Ook de inhoud van de Aanwijzing Opsporingsbevoegdheden
21(hierna: de Aanwijzing), waarin het openbaar ministerie zijn eigen handelen inzake de inzet van onder meer de criminele burgerinfiltrant (nader) heeft genormeerd, zou volgens de verdediging in dit verband niet toereikend zijn. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
2223Een aangenomen motie is een advies aan de minister en heeft derhalve vooral politieke betekenis, in het bijzonder voor wat betreft de staatsrechtelijke verhouding tussen de regering en het parlement.
2425Het negeren van een motie kan politieke consequenties hebben, maar is voor een rechterlijke toetsing niet direct relevant.
26Indien de rechtbank zich bij de interpretatie van wettelijke bepalingen telkens zou moeten laten leiden door uitlatingen van de Minister van Justitie en Veiligheid (hierna: de Minister) of door politieke (meerderheids)opvattingen, zou afbreuk worden gedaan aan de rol van de rechtsprekende macht binnen de
trias politica.
27
28Per 1 september 2014 is voornoemd verbod komen te vervallen. Sindsdien is het weer toegestaan om in bepaalde situaties criminele burgerinfiltranten in te zetten. In de thans geldende Aanwijzing wordt verwezen naar de vereisten uit de al eerder genoemde motieRecourt c.s., zodat de rechtbank ervan uitgaat dat het openbaar ministerie zich aan die vereisten heeft willen binden. Deze vereisten komen erop neer dat inzet van de criminele burgerinfiltrant enkel is toegestaan bij de aanpak van zware criminelen en criminele organisaties, die hun criminele activiteiten zeer succesvol afschermen en met traditionele opsporingsmiddelen onvoldoende kunnen worden aangepakt. Uit de Aanwijzing blijkt verder dat de inzet alleen in hoge uitzonderingsgevallen en onder strikte waarborgen mag plaatsvinden. Voldaan moet zijn aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Verder moet de inzet kortdurend zijn en mag er geen gebruik worden gemaakt van groei-infiltranten. Voor de inzet is bovendien toestemming nodig van de Minister.
29
3031en daarmee tevens een vormverzuim opleveren ex artikel 359a Sv.
3233
3435De rechtbank beschikt daarmee over voldoende instrumenten om de rechtmatigheid van de inzet van de criminele burgerinfiltrant te kunnen beoordelen.
handel in drugs, mensenhandel, omvangrijke milieudelicten, wapenhandel, maar ook om ernstige financiële misdrijven, zoals omvangrijke ernstige fraude, bijvoorbeeld een btw-carrousel.
36Dergelijke misdrijven schokken de rechtsorde ernstig door hun gewelddadige karakter of door hun omvang en gevolgen voor de samenleving. Ook minder ernstige misdrijven kunnen een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, doordat zij in combinatie met andere misdrijven worden gepleegd, bijvoorbeeld valsheid in geschrifte in combinatie met omkoping van ambtenaren met het oog op verkrijging van vergunningen voor bedrijven, of kleine fraudes waarvan, gelet op de aard, kan worden vermoed dat deze deel uitmaken van een omvangrijke en ernstige vorm van fraude. Het dient te gaan om samenhang met andere door verdachte begane misdrijven.
37
3839Het gaat hier om misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld.
40
41Een dergelijke groep kan dus verschillende gedaanten aannemen.
42Niet is vereist dat sprake is van een criminele organisatie of georganiseerd verband.
43
44Voorts speelt ook het doel dat met de infiltratie wordt nagestreefd een rol.
4546
de beslissingom over te gaan tot criminele burgerinfiltratie, in het licht van de tegen de betreffende verdachte bestaande verdenkingen, waaruit naar voren komt dat leden van de Hells Angels (waaronder een prominent lid van charter North Coast: [medeverdachte 1] ) bij de internationale handel in harddrugs betrokken zijn, alsmede de aard en ernst van dit misdrijf, als proportioneel kan worden aangemerkt.
middle man) van [medeverdachte 1] . Tijdens de besprekingen met de groep [medeverdachte 1] c.s. hield A-4110 zich overwegend afzijdig. A-4110 nam zelf geen belangrijke beslissingen, maar verleende voornamelijk medewerking vanaf de zijlijn.
de wijzewaarop de opsporingsbevoegdheid criminele burgerinfiltratie is ingezet als proportioneel kan worden aangemerkt. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking het hoofddoel van het onderzoek, de aard en ernst van de betreffende misdrijven, de wijze waarop en de (relatief beperkte) mate waarin is geïnfiltreerd, alsmede de duur van die infiltratie (ongeveer een jaar). De rechtbank merkt in dit verband op dat A-4110 is geïnfiltreerd in een gesloten groep die zich succesvol afschermt. Teneinde deel te nemen of medewerking te verlenen aan die groep en deze in kaart te kunnen brengen moest eerst een vertrouwensbasis ontstaan tussen A-4110 en [medeverdachte 1] c.s. Het is een feit van algemene bekendheid dat in geval van internationale handel in harddrugs in de regel gebruik wordt gemaakt van bestaande contacten en dat nieuwkomers doorgaans niet worden vertrouwd. Het spreekt voor zich dat het opbouwen van een dergelijke vertrouwensbasis niet binnen enkele weken zal plaatsvinden. A-4110 moest eerst laten zien dat hij van waarde kon zijn voor de groep en te vertrouwen was. Hier was enige tijd mee gemoeid.
47
4849Er zijn situaties denkbaar waarin infiltratie noodzakelijk is, maar niet goed of met te veel risico door een opsporingsambtenaar kan worden verricht, bijvoorbeeld omdat de politie niet beschikt over een functionaris die beschikt over een zeer specifieke deskundigheid om zich in een bepaalde omgeving geloofwaardig te kunnen handhaven, of over andere speciale kwaliteiten, zoals
in casueen bepaalde reputatie in het criminele circuit.
505152Voornoemd vereiste is vastgelegd in artikel 126w, tweede lid, Sv. Met deze eis wordt tot uitdrukking gebracht dat (criminele) burgerinfiltratie een uitzondering zal zijn.
53Met de inzet van (criminele) burgerinfiltratie dient dan ook terughoudend om te worden gegaan.
54
55met veel internationale contacten. Een politiële infiltrant dan wel een burgerinfiltrant heeft deze reputatie niet en zou dit vertrouwen niet zonder meer genieten. De inzet van een "losse" politiële infiltrant of een niet-criminele-burgerinfiltrant in de groep zou bovendien argwaan hebben kunnen opwekken met alle veiligheidsrisico's van dien. Een lichtere vorm van infiltratie zou naar alle waarschijnlijkheid dan ook niet effectief zijn geweest.
56Het College dient vervolgens vooraf en schriftelijk in te stemmen met een overeenkomst tot burgerinfiltratie als bedoeld in artikel 126w Sv, een wijziging of een verlenging daarvan.
57Daarnaast dient het College de Minister op de hoogte te stellen van voornemens tot het inzetten van burgerinfiltranten.
58Voorts brengt het College beslissingen omtrent dit voornemen ter kennis van de Minister voordat zij worden uitgevoerd.
59
60Voor de rechtbank blijft echter van belang de wet die de bevoegdheid tot criminele burgerinfiltratie aan de officier van justitie geeft, en niet aan het College.
61De rechtbank zal de beslissing van de officier van justitie ten aanzien van de inzet tot criminele burgerinfiltratie zelfstandig moeten beoordelen. De rechtbank hoeft daarbij niet zo ver te gaan dat zij ook de zorgvuldigheid van de beslissing van het College onderzoekt.
62Voldoende is dat de rechtbank nagaat of de in de wet neergelegde (interne) procedure correct is bewandeld.
6364Daarbij is tevens van belang dat de Minister verantwoordelijk is voor het doen en laten van het openbaar ministerie en kan worden aangesproken op het (niet-) uitoefenen van zijn aanwijzingsbevoegdheden die hij aan zijn positie als ambtelijk chef of aan artikel 127 Wet RO ontleent.
6566
67
68
69Tijdens die presentatie is de inzet van criminele burgerinfiltrant A-4110 besproken.
70
71De rechtbank constateert dat hier sprake is geweest van een vormverzuim.
72De verbetering van de informatiepositie kan hoogstens een tussengelegen doel zijn, maar mag nooit een doel op zichzelf zijn.
73
74Behoudens aanwijzingen voor het tegendeel zullen bij de internationale drugshandel naar algemene ervaringsregels per definitie zware criminelen en criminele organisaties zijn betrokken. De rechtbank doelt daarbij in het bijzonder op de personen aan de top van de organisatie, dan wel de personen die het middenkader van de organisatie vormen. In het onderzoek Vidar is daarvan ook sprake geweest. Dat de zaak Vidar niet hetzelfde "niveau" zware criminaliteit haalt als dat in de zaken Passage, Marengo en Eris doet aan het vorenstaande niet af. Dergelijke zaken zijn een uitzondering in de Nederlandse strafrechtspraak en zeker niet de minimumstandaard voor hetgeen onder de noemer "zware criminaliteit" dient te worden verstaan. Een vergelijking met deze zaken is dan ook volstrekt misplaatst. Het gaat in de zaak Vidar nog steeds om aanmerkelijke handelshoeveelheden harddrugs, terwijl het een feit van algemene bekendheid is dat de internationale handel in harddrugs de samenleving ernstig kan ontwrichten omdat achter die handel doorgaans een wereld van (grootschalige) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit schuilgaat, waarbij het gebruik van (excessief) geweld niet geschuwd wordt. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan deze randvoorwaarde is voldaan.
75Aan deze subsidiariteitseis is reeds voldaan, zoals hierboven is toegelicht.
76Aan deze voorwaarde is reeds voldaan, zoals hierboven is toegelicht.
77In de Aanwijzing is ten behoeve daarvan opgenomen dat bij de inzet van een criminele burgerinfiltrant steeds bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de betrouwbaarheid en de stuurbaarheid van de in te zetten burger. De burgerinfiltrant zal dan ook altijd begeleid moeten worden door een opgeleide begeleider van de afdeling Afgeschermde Operaties van de Landelijke Eenheid.
78
briefingvan het begeleidingsteam van A-4110. Dit begeleidingsteam bestond uit daartoe opgeleide WOD-begeleiders.
79Tijdens de briefing werden de opdracht en het doel van de inzet besproken. Na afloop van de inzet vond een
debriefingplaats. Van de (de)briefings en inzetten zijn processen-verbaal opgemaakt. Ook is A-4110 over de inzetten gehoord. Van deze verhoren zijn eveneens processen-verbaal opgemaakt. A-4110 heeft naast de geplande inzetten contactmomenten met verdachten gehad zonder dat hiervoor opdracht is gegeven. A-4110 woonde gedurende het onderzoek Vidar in de nabije omgeving van enkele verdachten en maakte deel uit van hun sociale netwerk. Van deze spontane contacten heeft A-4110 het begeleidingsteam op de hoogte gesteld. Ook deze contacten zijn vastgelegd in processen-verbaal. De inzetten van A-4110 zijn, voor zover operationeel mogelijk, opgenomen met opnameapparatuur.
80In de loop van het traject werd bovendien opnameapparatuur geplaatst in de woning van A-4110 en in diens voertuig (waarin zich ook een camera bevond). De vele opgenomen gesprekken zijn woordelijk uitgewerkt en aan het dossier toegevoegd. Van de inzet is dus ruimschoots verslag opgemaakt.
explicietverwezen naar een uitlating van Minister Opstelten hieromtrent ("Zie pag. 20, Kamerstukken II 2013/2014, 29 279, nr. 195"). De rechtbank leidt hieruit af dat het College daarmee tot uitdrukking brengt dat aan voornoemde voorwaarde de volgende uitleg gegeven dient te worden:
81
82
83namelijk het doordringen tot criminele groepen zodat informatie kan worden verkregen vanuit de kern van de criminele groepering zelf: over de hoofdrolspelers, hun criminele activiteiten en over hun geldstromen, opdat deze hoofdrolspelers en criminele groeperingen aangepakt kunnen worden.
84Inherent aan infiltratie is dat sprake zal zijn van beïnvloeding van de groepering. Om geloofwaardig te zijn dient de infiltrant vaak een actieve rol te spelen in de groep. Hij dient betrokken te raken bij de groep van personen of de criminele organisatie om er vervolgens deel van uit te gaan maken, zodat hij informatie en bewijsmateriaal kan vergaren die nodig is in het belang van het onderzoek.
85Daartoe zal hij in meer of mindere mate in de groepering moeten groeien.
86
87Achterliggend belang van het "verbod" op criminele groei-infiltranten is namelijk dat geen afbreuk wordt gedaan aan de integriteit en de beheersbaarheid van de opsporing. Daarvan is, zoals uit het voorgaande mag blijken, geen sprake geweest. Anders dan bij de IRT-affaire is de opsporing niet "ontspoord" en evenmin zijn er onder verantwoordelijkheid van een officier van justitie (grote) hoeveelheden drugs op de markt terecht gekomen, zoals ten tijde van de IRT-affaire. Ten slotte kan niet worden gezegd dat door de wijze waarop en de mate waarin A-4110 is ingezet in strijd is gehandeld met het proportionaliteitsbeginsel.
88De facto is dit echter niet het geval.
89Indien de Minister van de inzet op de hoogte wordt gesteld draagt hij immers reeds een zwaardere politieke ministeriële verantwoordelijkheid. Hij kan in dat geval worden aangesproken op het nietuitoefenen van zijn aanwijzingsbevoegdheden. De randvoorwaarde dat de Minister expliciet toestemming moet verlenen voor de inzet van een criminele burgerinfiltrant lijkt dan ook vooral symbolisch te zijn.
9091De rechtbank heeft geen aanleiding om aan de gegeven toestemming te twijfelen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan deze randvoorwaarde is voldaan.
9293Dit blijkt zowel uit de verklaringen van A-4110 als uit de vele door verdachte gedane uitlatingen tijdens opgenomen gesprekken met A-4110. Verder zijn de hierna uit de bewijsmiddelen voortvloeiende feiten en omstandigheden indicatief voor voornoemde vaststelling:
949596979899100
- Verdachte is in het bezit van een cryptotelefoon en maakt gebruik van de app EncroChat. Het is eenfeit van algemene bekendheid dat dergelijke telefoons - waarmee versleutelde berichten kunnen worden verstuurd - veelvuldig worden gebruikt in het criminele milieu.
- Verdachte heeft kennis van de handel in verdovende middelen - in het bijzonder het transport van drugs naar het buitenland - en de daarmee gepaard gaande risico's;
- Verdachte heeft via EncroChat, maar ook in persoon, contact met meerdere personen die verdovende middelen naar het buitenland willen transporteren;
- Verdachte is in staat om met behulp van zijn netwerk in een relatief korte termijn een drugstransport naar het buitenland voor te bereiden (Finland/Australië/Denemarken) en te organiseren (Finland);
- Verdachte is degene die A-4110 in januari 2019 benadert om harddrugs aan te pakken in Finland; - Verdachte heeft in de periode van januari 2019 tot en met 2 maart 2020 op geen enkel moment aangegeven zich te willen distantiëren van de handel in verdovende middelen, terwijl de bewijsmiddelen er blijk van geven dat verdachte snel en veel geld wil verdienen door op korte termijn (grote) partijen harddrugs naar het buitenland te transporteren. Ook blijft verdachte contact met A4110 houden, heeft hij het in bijna alle gespreken met A-4110 over zijn kennelijk succesvolle criminele carrière, de handel in harddrugs en softdrugs, en het verdienen van geld op illegale wijze en neemt hij in het gros van de gevallen het initiatief tot contact met A-4110.
1.Standpunt van de verdediging
2.Standpunt van de officieren van justitie
3.Oordeel van de rechtbank
1.Vaststelling van de feiten
103Daarbij is ieder bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
- [naam 6] betreft [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] .
- [naam 7] betreft [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] .
- De Duitse contacten van A-4110 zijn A-2400 en A-2421. A-2421 betreft [naam 4] .
- De dealer van [verdachte] betreft [medeverdachte 9] , geboren op [geboortedatum] 1987 te[geboorteplaats] .
104Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
105Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
106
107
108
109A-4110 verklaart dat [verdachte] een transport nodig heeft naar Noorwegen en Finland. [verdachte] wil dat het transport zo snel mogelijk plaatsvindt. Volgende week al.
110
111Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
112Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
113[verdachte] : Het gaat om 40 liter.
114
115
116
117A-4110 verklaart dat [verdachte] heeft gesproken over een partij die naar Noorwegen en Finland moet. De partij bestaat uit 50 kilogram hasj, speed en A-olie. [verdachte] heeft zelf 43 kilogram A-olie.
118
119Op 25 januari 2020 bezoekt
120Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
121Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
122
123
124
125
126
127
128
129A-4110 verklaart dat [verdachte] iemand nodig heeft voor transport. De partij verdovende middelen moet naar Scandinavië. [verdachte] vraagt aan A4110 of hij nog contact heeft met de Duitser.
130
131Op 1 februari 2020 bezoekt [verdachte] de woning van A-4110.
132Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
133Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
134
135
136
137
138A-4110: Dat het transport doorgaat? [verdachte] : Ja, dat vinden ze goed.
139
140A-4110 verklaart dat hij tegen [verdachte] heeft gezegd dat A-2421 naar Nederland komt en dat A-4110 en [verdachte] hem woensdag zullen ontmoeten. [verdachte] wil een transport naar Noorwegen. Ook moet er 30 kilogram speed naar Denemarken. Verder moeten er drugs naar Finland.
141
142Diezelfde dag rijden [verdachte] en A-4110 naar Hotel Van der Valk te Zwolle.
143Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
144Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
145
146
147
148
149
150Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
151Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
152
153
destinationis eentje. (niet te verstaan) dezelfde rit?
One cargo.
one.
safete maken, omdat ik mijn beloftes nakom.
154
155
156
157
158A-2421: A-4110 neemt het materiaal mee. Zo beginnen we. De rest is mijn probleem.
159
160
161
162
163
164
165
166
167
168
169A-2421 verklaart dat [verdachte] hem gevraagd heeft of hij 80 kilogram amfetamine naar Helsinki, Finland, kan transporteren. A-2421 geeft aan dat dit mogelijk is. [verdachte] zegt dat zijn vrienden continue leveringen willen uitvoeren. [verdachte] vraagt aan A-2421 wanneer hij kan transporteren en hoe lang het transport duurt. A-2421 geeft aan dat hij ongeveer één à twee weken voor de planning nodig heeft en zes à zeven dagen voor de levering naar Helsinki.
170A-2421 zegt dat hij € 500,00 per kilo amfetamine vraagt voor een transport naar Helsinki. A-2421 wenst een aanbetaling van 40 % te ontvangen. De rest van het geld wil hij na de levering ontvangen. [verdachte] zegt dat geld geen probleem is. [verdachte] zegt dat hij het aanbod met zijn vrienden gaat bespreken. [verdachte] vertelt dat zijn vrienden motorrijders zijn. De mensen met wie hij samenwerkt zijn de Hells Angels.
171[verdachte] zegt dat hij slechts twee dagen nodig heeft om de verdovende middelen voor transport klaar te zetten. [verdachte] geeft aan dat hij vandaag naar zijn vrienden gaat.
172Niet [verdachte] , maar een
vicebeslist of het aanbod van A-2421 wordt geaccepteerd.
173
174Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
175Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
176
177
178
179
180
181
182
183
184
185
186
187
188
189A-4110: Dan ben ik de lul.
chapteraan de ketting. Elke vrijdagavond hebben ze feest. Dan lopen de
colorsdaar met blikjes bier.
chapter dog.
190
191
192A-4110 verklaart dat [verdachte] naar de
193
194
195De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment een mast aan op de [straatnaam] te Leeuwarden.
196Deze mast zendt in de richting van de [naam bedrijf] .
197
198
199Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
200Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
201
202
203
204[verdachte] : Als het in Helsinki is.
205
206
207
208
209[verdachte] brengt de aanbetaling naar A-4110.
210
211
212A-4110 krijgt de opdracht om naar deze afspraak te gaan.
213
214Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
215Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
216
217
218
219
220
221
222A-4110: Vacuüm.
223
224
225A-4110 verklaart dat de man met de baard bij
226
227
228Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
229Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
230A-4110: Zit er alleen speed in?
231
232
233
234
235
236A-4110 verklaart dat [verdachte] tijdens het gesprek begint over het transport naar Denemarken. [verdachte] vraagt aan A-4110 of hij 30 kilogram naar Denemarken wil brengen. Ook spreekt [verdachte] over de aanbetaling van het transport naar Finland. [verdachte] noemt daarbij het bedrag van € 24.000,00. Het transport naar Finland heeft betrekking op speed. A-4110 zegt tegen [verdachte] dat hij maandag of dinsdag weet wanneer het transport naar Finland plaats kan vinden. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 1] weggaat. Ze kunnen pas wat doen als [medeverdachte 1] weer terug is.
237
238Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
239Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
240
241
242De bijrijder is [verdachte] .
243Bij [medeverdachte 7] wordt een drug/speeksel test afgenomen. Hieruit blijkt een positief resultaat voor amfetamine en cocaïne.
244[medeverdachte 7] heeft een stapel geldbiljetten bij zich. Het gaat in totaal om € 800,00. Deze geldbiljetten worden in beslag genomen.
245
246Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
247Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
248
249
250NNM: Ik heb zo'n auto.
251
252
253A-4110 verklaart dat de man met de baard zijn baard heeft afgeschoren. A-4110 zegt tegen [verdachte] dat het transport naar Duitsland op 2 maart 2020 plaatsvindt. Op 5 maart 2020 is het transport in Finland. [verdachte] en de man met de baard vragen aan A-4110 of hij een stashauto wil gebruiken. De auto betreft een Volvo. A-4110 zegt dat het hem niet uitmaakt. [verdachte] en de man met de baard hebben het ook over een voorrijder. Dat is iemand die voor het transport uitrijdt.
254
255
256257Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
258Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
259A-4110: Zat jij ook in die auto?
260
261
262
263A-4110 verklaart dat [verdachte] aan hem heeft verteld dat hij samen met [naam 9] is aangehouden door de politie. [naam 9] betreft de man met de baard. [verdachte] en de man met de baard zijn aangehouden door een onopvallende politieauto. Ze hebben wat A-olie kunnen wegstoppen.
264Ten aanzien van het transport naar
265
februari 2020
266Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
267Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
268
269
februari 2020
270Tijdens de ontmoeting spreken [verdachte] en A-4110 over het transport naar Duitsland/Finland. [verdachte] zegt dat hij voorop gaat rijden.
271[verdachte] krijgt een bericht van de man met de baard. De man met de baard heeft olie nodig om te draaien.
272
februari 2020
273Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
274Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
275
276A-4110: De [naam bedrijf] zal blij met je zijn.
277
278
279A-4110 verklaart dat er om 16.00 uur een ontmoeting plaatsvindt in de [naam bedrijf] .
280
281[verdachte] en de man met de baard rijden vooruit.
282
283Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
284Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
285
286
287A-4110: Wie?
288
289[naam 10] [16.00.39 uur]: Ik kom na het eten.
290
291gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
292
293
294
295Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. Daarnaast zijn er beeldopnames gemaakt in de auto van A4110. De opnames zijn uitgewerkt.
296Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
297
298
299
300
301
302
303
304
305[verdachte] zegt tegen A-4110 dat ze zondag geld moeten halen. [verdachte] c.s. beschikken ook over een stashauto. Dit betreft een auto met een verborgen ruimte.
306
307
308gesprek tussen [naam 12] ( [verdachte] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
309
310
311
312
313
314gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
315
316
317[naam 11] [13.58.36 uur]: Uit een liter.
318[naam 10] [14.00.30 uur]: Ik heb al 50 liter olie besteld.
319
320
321[naam 11] [14.19.42 uur]: Ik hoorde dat de olie omhoog gaat door Corona.
322
323
324
325
326
327
328Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
329Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
330
331
332
333A-4110 verklaart geeft aan dat hij maandag rond
334
335
336
337
338
339gesprek tussen [naam 12] ( [verdachte] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
340gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 14] ( [medeverdachte 6] )
341
342
343
februari 2020
gesprek tussen [naam 15] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 16] :
344
februari 2020
345Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
346Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
347
348
349
350A-4110 verklaart dat [verdachte] en hij de volgende dag om 15.00 uur in de [naam bedrijf] moeten zijn. Daar krijgen ze de aanbetaling van € 24.000,00.
351
352gesprek tussen [naam 12] ( [verdachte] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
353gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 14] ( [medeverdachte 6] )
354gesprek tussen [naam 11] ( [medeverdachte 1] ) en [naam 10] ( [medeverdachte 7] )
355
356
357Op 1 maart 2020 haalt A4110 [verdachte] op bij zijn nieuwe woning aan de [straatnaam] te Leeuwarden.
358Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
359Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
360
361
362A-4110 verklaart dat hij en [verdachte] voor de afspraak naar café [naam 18] moeten. Dit café bevindt zich aan [straatnaam] .
363A-4110 en [verdachte] rijden daarnaartoe.
364
365Dit is in de buurt van het Noordvliet alwaar café [naam 18] is gelegen.
366Uit de in de auto gemaakte geluidsopnames komt naar voren dat [medeverdachte 1] belt met [medeverdachte 5] en aan hem vraagt of hij zo bij [naam 18] komt.
367
368
369
370Deze mast geeft dekking op het Noordvliet waar café [naam 18] is gelegen.
371
372
373
374A-4110 moet in Jutland, Denemarken, vóór de grote brug, de auto met lading bij een supermarkt neerzetten.
375
376Het gesprek dat plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
377Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
378
379
380
381
382
383
384
385
386
387
388
389In de woning hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] samen het geld geteld. Het blijkt om € 21.000,00 te gaan. Het geld is in een plastic zak gegaan. In de woning wordt besproken hoe de overdracht in Finland zal verlopen. [medeverdachte 1] vertelt dat er berichten gestuurd moeten worden aan " [naam 19] ". A-4110 of de chauffeur zijn " [naam 21] " en " [naam 19] " is " [naam 20] ". [naam 20] en [naam 21] zijn een "stelletje". Zo moet ook gecommuniceerd worden.
390
391gesprek tussen [naam 12] ( [verdachte] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
392gesprek tussen [naam 14] ( [medeverdachte 6] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
393
394gesprek tussen [naam 14] ( [medeverdachte 6] ) en unbornostrich
395gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 11] ( [medeverdachte 1] )
396gesprek tussen [naam 12] ( [verdachte] ) en [naam 10] ( [medeverdachte 7] )
Riderzei dat jij reed?
397
gesprek tussen [naam 15] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 17] ( [medeverdachte 6] ):
398
399gesprek tussen [naam 15] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 26]:
400
401Omstreeks
402Omstreeks 9.30 uur wordt een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] (de rechtbank begrijpt: de auto van A-4110) ter hoogte van perceel [straatnaam] te Leeuwarden geparkeerd.
403Op voornoemd adres ontmoet A-4110s [verdachte] en [medeverdachte 9] .
404
405
406
407
408
409Het gesprek dat in de auto van A4110 plaatsvindt is opgenomen met audioapparatuur. De opname is uitgewerkt.
410Uit deze uitwerking komt onder meer het volgende naar voren, zakelijk weergegeven:
411
412
413[verdachte] : Peins.
414
415
416
417
418
419
420
421
422
423[medeverdachte 9] : Waar is dat de grens over? Waar gaan we?
424
425
426
427
428
429
430A-4110 verklaart dat hij, [verdachte] en [medeverdachte 9] naar Peins zijn gereden. In Leeuwarden bij het glazen huis (de rechtbank begrijpt: Crystalic Business Park) staat [naam 9] met de Volvo. [verdachte] heeft via zijn PGPtelefoon contact gemaakt met [naam 9] en gevraagd waar zijn broer blijft. In Peins ontmoeten ze de broer van [naam 9] . Deze komt aanrijden in een donkerkleurige Volvo stationcar.
431
432
433
434
435
436
437
438
439
440
441
442A-4110: Ja.
443
444Omstreeks 11.11 uur draagt
445
446
447A-4110 verklaart dat ze naar [bedrijf 1] in Leeuwarden zijn gereden. Het plan is dat [verdachte] en [medeverdachte 9] voorop rijden. Zij hebben echter geen auto. A-4110 heeft geen zin om hierop te wachten. [verdachte] vraagt om het geld. [verdachte] krijgt ongeveer € 20.000,00. [verdachte] zegt dat hij achter A-4110 aanrijdt en dat A-4110 het geld in Duitsland krijgt. A-4110 gaat niet meer wachten en rijdt weg. [verdachte] en [medeverdachte 9] blijven bij de snackbar.
448
449
450
451
452
453A-4110 draagt de drugs aan zijn begeleidingsteam over.
454
455
456
457
458
459
460[medeverdachte 7] ,
461en M. [medeverdachte 9] ,
462op de
463[verdachte] is de bijrijder.
464[medeverdachte 9] zit achterin.
465
466[naam 10] [08.49.26 uur]: Ik sta met kankerpech.
467gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 12] ( [verdachte] )[naam 14] [09.28.44 uur]: Ik kom eraan. [naam 14] [09.28.51 uur]: Paar minuten
468gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 12] ( [verdachte] )
469gesprek tussen [naam 14] ( [medeverdachte 6] ) en [naam 12] ( [verdachte] )
470gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 12] ( [verdachte] )
471gesprek tussen [naam 14] ( [medeverdachte 6] ) en [naam 12] ( [verdachte] )
472gesprek tussen [naam 10] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 12] ( [verdachte] )
473gesprek tussen [naam 11] ( [medeverdachte 1] ) en [naam 12] ( [verdachte] )
gesprek tussen [naam 15] ( [medeverdachte 7] ) en [naam 17] ( [medeverdachte 6] ):
474
475
476
477
478De vier shopper tassen van de Lidl worden respectievelijk voorzien van SIN AAIK1441NL, SIN AAIK1444NL, SIN AAIK1449NL en SIN AAIK1454NL.
479
480Het betreft 21 dubbel gesealde pakketten met een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen.
481De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 21.250 gram.
482Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen worden de volgende monsters genomen: SIN AANR9885NL, SIN AANR9884NL, SIN AANS0072NL, SIN AANR9883NL, SIN AANS0090NL, SIN AANS0089NL, SIN AANS0091NL, SIN AANS0092NL, SIN AANS0093NL, SIN AANS0094NL. Deze monsters testen allen bij een indicatieve test positief op amfetamine.
483
484en SIN AANR9885NL
485zijn daarnaast door het NFI onderzocht en blijken amfetamine te bevatten.
486Het betreft 20 dubbel gesealde pakketten met een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen.
487De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 20.093 gram.
488Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen worden de volgende monsters genomen: SIN AANS0066NL, SIN AANS0067NL, SIN AANS0069NL, SIN AANS0065NL, SIN AANS0070NL, SIN AANS0071NL, SIN AANS0073NL, SIN AANS0074NL, SIN AANS0077NL, SIN AANS0088NL. Deze monster testen allen bij een indicatieve test positief op amfetamine.
489
490en SIN AANS0069NL
491zijn daarnaast door het NFI onderzocht en blijken amfetamine te bevatten.
492Het betreft 22 dubbel gesealde pakketten met een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen.
493De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 22.324 gram.
494Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen worden de volgende monsters genomen: SIN AANS0097NL, SIN AANS0098NL, SIN AANS0101NL, SIN AANS0102NL, SIN AANS0105NL. Deze monsters testen allen bij een indicatieve test positief op amfetamine.
495
496en SIN AANS0098NL
497zijn daarnaast door het NFI onderzocht en blijken amfetamine te bevatten.
498Het betreft 23 dubbel gesealde pakketten met een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen.
499De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 23.296 gram.
500Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen worden de volgende monsters genomen: SIN AANS0109NL, SIN AANS0111NL, SIN AANS0113NL, SIN AANS0115NL, SIN AANS0117NL. Deze monsters testen allen bij een indicatieve test positief op amfetamine.
501
502en SIN AANS0111NL
503zijn daarnaast door het NFI onderzocht en blijken amfetamine te bevatten.
504
505Deze telefoon wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2018272979-1246864. In dit toestel bevindt zich een
506De telefoon wordt voorzien van digitaal onderzoeksnummer 20-0217135.
507In de telefoon bevindt zich een simkaart en een batterij. De simkaart, batterij en de binnenzijde van de telefoon worden met een wattenstaafje bemonsterd.
508De bemonstering, epitheel, wordt voorzien van SIN AAMD9427NL.
509
510De bemonstering bevat een DNAprofiel van een man. Dit DNA kan afkomstig zijn van [medeverdachte 1] , geboren op
511
512Diverse op de telefoon aanwezige berichten kunnen gekoppeld worden aan deze " [naam 19] ".
513
514
515
516Dit IMSI-nummer hoort bij telefoonnummer [telefoonnummer] . Voornoemd telefoonnummer is vóór 28 februari 2020 niet in gebruik geweest. Vanaf 28 februari 2020 tot en met 29 februari 2020 wordt een mast aangestraald op de locatie Gooyumerweg 23 nabij Zurich. Deze mast straalt in de richting van de woning van [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: aan de [straatnaam] te [plaats] ).
517
518Diezelfde dag worden in het voertuig de volgende voorwerpen aangetroffen:
519Het gaat in totaal om € 19.800,00 aan biljetten, waaronder een biljet van € 500,00.
520
.521Dit biljet wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020009332-1267698.
522
523In de telefoon zit een simkaart met IMSI-nummer [nummer] . Dit IMSI-nummer is gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] .
524Voornoemd telefoonnummer is in gebruik bij [medeverdachte 7] .
525
526
527
528
529
530Op de telefoon is de Encro-username [naam 10] actief.
531
532Op de telefoon is Encro-username [naam 12] actief.
533[verdachte] maakt gebruik van deze username.
534535536
537Dit IMEI-nummer is gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer]. Voornoemd telefoonnummer is in gebruik bij [verdachte] .
538
539De auto wordt inbeslaggenomen onder goednummer PL0100-2020009332-1245127.
540
541
542Aan de voetenzijde van de rechter passagiersstoel achterin bevindt zich, tegen de verhoging waarop de achterbank gemonteerd is, onder de binnenbekleding, een verborgen kaartlezer. Vanuit deze kaartlezer is bedrading te zien die door het hele voertuig loopt.
543De toegang tot de aangetroffen verborgen ruimte wordt verkregen door een pasje of sleutelhanger voor de paslezer bij de achterbank te houden en vervolgens het brede deel van de rugleuning van de achterbank neer te klappen.
544Witte kaart
545De kaart geeft toegang tot de hiervoor genoemde verborgen ruimte.
546
547[medeverdachte 6] is een broer van [medeverdachte 7] .
548De aanhouding vindt plaats omstreeks 13.10 uur.
549Om 13.35 uur vangt een doorzoeking aan in de woning.
550
551De ruimte is ingericht als woning. In de kamer staat een zithoek met een bank, een salontafel, een televisiemeubel en een televisie. Ook staat er een kast, een tafel met daaraan stoelen en een bed. Naast het bed staan kasten, een dekenkist en aan het voeteneind van het bed een open vakkenkast. In de kamer liggen kledingstukken, toiletartikelen en (restanten van) etenswaren.
552
553[naam 25] is de moeder van [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] .
554[naam 25] woont aan de [straatnaam] te [plaats] .
555Zij woont daar met haar man. Sinds ongeveer een jaar woont [medeverdachte 6] tijdelijk bij hen in. Alle gezinsleden - dus ook [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] - hebben een sleutel van de woning.
556[naam 25] en haar man wonen beneden. [medeverdachte 6] verblijft in de kamer boven.
557[medeverdachte 7] komt weleens op visite.
558
559Eén van de kaarten geeft toegang tot de verborgen ruimte in de Volvo S80 met kenteken [kenteken] .
560
561De telefoon wordt inbeslaggenomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245361.
562Op dit toestel is Encro-username [naam 14] actief.
563
564De auto staat op naam van [medeverdachte 6] .
565
566Het geldbedrag wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245322.
567
568Het geldbedrag wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245329.
569
570Het geldbedrag wordt in beslag genomen onder goednummer PL01002020055095-124533.
571
572Het geldbedrag wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245336.
573
574Op één van die biljetten wordt een dactyloscopisch spoor aangetroffen.
575Dit spoor wordt voorzien van SIN AAN04136NL.
576Het spoor is te herleiden naar de rechter wijsvinger van [medeverdachte 7] .
577Uit het dactyloscopisch onderzoek blijkt dat zowel een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd als de afwezigheid van dactyloscopische verschillen tussen het spoor en de referentieafdruk van de rechter wijsvinger van [medeverdachte 7] . Deze bevindingen liggen geheel in de lijn der verwachting wanneer het spoor van de donor afkomstig is. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein.
578
579Deze plastic zak wordt voorzien van SIN AAIC7612NL.
580Op de buitenzijde van de plastic zak wordt een dactyloscopisch spoor aangetroffen.
581Dit spoor wordt voorzien van SIN AANO4122NL.
582Het spoor is te herleiden naar de linker middelvinger van [medeverdachte 7] .
583Uit het dactyloscopisch onderzoek blijkt dat zowel een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd als de afwezigheid van onverklaarbare dactyloscopische verschillen tussen het spoor en de afbeelding van de linker middelvinger van [medeverdachte 7] . Deze bevindingen liggen geheel in de lijn der verwachting wanneer het spoor van de donor afkomstig is. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein.
584
585Dit elastiekje wordt voorzien van SIN AAIC7614NL.
586Op het elastiekje wordt een spoor aangetroffen.
587Het betreft een biologisch spoor (epitheel). Dit spoor wordt voorzien van SIN AANS0446NL.
588Het spoor bevat een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen. Dit DNA-mengprofiel bevat een relatief grote hoeveelheid DNA van [medeverdachte 7] .
589Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [medeverdachte 7] en DNA-mengprofiel AANS0446NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
590
591In de zakjes bevindt zich een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen.
592De zakjes worden in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245315.
593De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 10.029,00 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen worden diverse monsters genomen. Deze monsters worden respectievelijk voorzien van SIN AANS0032NL, SIN AANI7093NL, SIN AANI7092NL, SIN AANI7098NL, SIN AANI7094NL,
594SIN
595De monsters SIN AANS0032NL,
596SIN AANI7093NL,
597SIN AANI7092NL,
598SIN AANI7094NL,
599SIN AANS0034NL,
600SIN AANI7099NL,
601en SIN AANS0037NL
602zijn door het NFI onderzocht en blijken amfetamine te bevatten. Het monster met SIN ANI7098NL test bij een indicatieve test positief op amfetamine.
603
604Uit het onderzoek komt naar voren dat de samenstelling op hoofdcomponenten en de verontreinigingenpatronen van twee onderzoeksmaterialen uit de partij van 10 kilogram - SIN AANI7093NL en SIN AANI7098NL - sterk overeenkomen met twaalf onderzoeksmaterialen uit de partij van 86 kilogram. Hieruit blijkt dat er op basis van het chemisch onderzoek een relatie is tussen deze twee partijen. De bevindingen ondersteunen in zeer sterke mate de hypothese dat de twee onderzoeksmaterialen SIN AANI7093NL en SIN AANI7098NL uit de partij van 10 kilogram, en twaalf onderzoeksmaterialen uit de partij van 86 kilogram, van dezelfde productiepartij amfetaminesulfaat afkomstig zijn. Het gaat om de volgende twaalf onderzoeksmaterialen van de partij van 86 kilogram: SIN AANR9884NL, SIN AANS0065NL, SIN AANS0067NL, SIN AANS0074NL, SIN AANS0088NL, SIN AANS0092NL, SIN AANS0099NL, SIN AANS0104NL, SIN AANS0106NL, SIN AANS0110NL, SIN AANS0116NL en SIN AANS0118NL.
605De resultaten van het onderzoek zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer twee onderzoeksmaterialen uit de partij van 10 kilogram AANI7093NL en AANI7098NL - enerzijds, en twaalf onderzoeksmaterialen uit de partij van 86 kilogram anderzijds, van dezelfde productiepartij amfetaminesulfaat afkomstig zijn dan wanneer zij uit verschillende productiepartijen amfetaminesulfaat komen.
606
607De koffer wordt voorzien van kenmerk HOO7.01.03.01.
608In de koffer bevindt zich verschillende zakken met daarin een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen.
609De koffer wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245319.
610De verpakkingen met daarin een vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen worden voorzien van SIN AANS0337NL, SIN AANS0338NL, SIN AANS0339NL, SIN AANS0340NL, SIN AANS0341NL, SIN AANS0352NL, SIN AANS0353NL en SIN AANS0357NL.
611
612Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
613
614Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
615
616Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
617
618Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
619
620Dit monster is door het NFI onderzocht en blijkt cocaïne te bevatten.
621
622Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
623
624Dit monster is door het NFI onderzocht en blijkt cocaïne te bevatten.
625
626Het monster is door het NFI onderzocht en blijkt cocaïne te bevatten.
627
628De zakjes worden inbeslaggenomen onder goednummer PL0100-20200550951245332.
629De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 19,98 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Het monster wordt voorzien van SIN AANS0047NL. Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
630
631De zakjes worden inbeslaggenomen onder goednummer PL01002020055095-1245338.
632De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een netto gewicht van 20 gram. Van de inhoud van de zakken worden monsters genomen. Deze monsters worden respectievelijk voorzien van SIN AANS0042NL en SIN AANS0050NL. Beide monster testen positief op cocaïne.
633
634Het zakje wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245330.
635De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 0,12 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Het monster wordt voorzien van SIN AANS0046NL. Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
636
637Het zakje wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245356.
638De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 1,50 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Het monster wordt voorzien van SIN AANS0043NL. Dit monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
639
640Dit zakje wordt inbeslaggenomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245358.
641De vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen heeft een nettogewicht van 7,42 gram. Van de vermoedelijke hoeveelheid verdovende middelen wordt een monster genomen. Dit monster wordt voorzien van SIN AANS0038NL. Het monster test bij een indicatieve test positief op cocaïne.
642
643Dit boterhamzakje met inhoud wordt voorzien van SIN AANS0335NL.
644Uit een FTIR-onderzoek komt een indicatie voor ketamine naar voren.
645Op het ziplockzakje wordt een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit spoor wordt voorzien van SIN AANS0347NL.
646Dit spoor bevindt zich op de onderkant van het ziplockzakje.
647Het spoor is te herleiden naar de linker ringvinger van [medeverdachte 7] .
648Uit het dactyloscopisch onderzoek blijkt dat zowel een zeer grote mate van overeenkomst is geconstateerd als de afwezigheid van onverklaarbare dactyloscopische verschillen tussen het spoor en de afbeelding van de linker ringvinger van [medeverdachte 7] . Deze bevindingen liggen geheel in de lijn der verwachting wanneer het spoor van de donor afkomstig is. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein.
649
650De pH-probe wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245388.
651De pH-probe wordt voorzien van SIN AANO3466NL.
652Op de pHprobe wordt amfetamine aangetroffen.
653
654Deze jerrycans - in totaal 13 - worden op 11 maart 2020 in beslag genomen. Zeven van de 13 jerrycans zitten vol.
655Op enkele vaten bevindt zich kristalvorming.
656
657Uit alle jerrycans waarin vloeistof zit wordt een monster veiliggesteld ten behoeve van chemisch onderzoek.
658Het betreft de volgende bemonsteringen SIN AAMD9429NL, SIN AAMD9431NL,
659SIN AAMD9430NL, SIN AAMD9428NL, SIN AAMD9432NL, SIN AAMD9486NL en SIN AAMD9487NL.
660
661
662
663
664
665
666De bemonstering met SIN AAMD9486NL test indicatief voor methanol.
667
668Het gasmasker wordt voorzien van SIN AANN2548NL.
669Op het gasmasker wordt amfetamine en een amfetamine gerelateerde syntheseverontreiniging aangetroffen.
670
671Op de handschoen zit wit poeder.
672De voorwerpen worden in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020055095-1245303 en voorzien van SIN AAIC7610NL.
673Op zowel de handschoen als op het filter wordt amfetamine aangetroffen.
674
675
676Op het gasmasker met SIN AANN2548NL is amfetamine en een aan amfetamine gerelateerde syntheseverontreiniging aangetroffen.
677De onderzoeksresultaten passen bij amfetamine in de vorm van een zout. In relatie tot de bewerking en/of vervaardingen van amfetamine passen de gevonden resultaten voor de materialen SIN AAIC7610NL en SIN AANO3466NL vooral bij de omzetting van amfetaminebase in amfetaminesulfaat door mengen met methanol en zwavelzuur en passen de gevonden resultaten voor het materiaal SIN AANN2548NL vooral bij de vervaardiging van amfetamine.
678
679
680De bemonstering bevat een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen, waarvan minimaal één man. Het DNA kan afkomstig zijn van [medeverdachte 6] en minimaal twee onbekende personen.
681
682De bemonstering bevat een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen, waarvan minimaal één man. Het DNA kan afkomstig zijn van [medeverdachte 6] en minimaal één andere persoon.
683
684
685
686Op een dop wordt epitheel aangetroffen. Dit spoor wordt voorzien van SIN AAIC7606NL.
687Deze bemonstering wordt onderworpen aan een DNA onderzoek.
688Deze bemonstering bevat een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen. Het DNA kan afkomstig zijn van [medeverdachte 6] of [medeverdachte 7] en minimaal één onbekend persoon.
689
690
691In het pand wordt [medeverdachte 1] aangehouden.
692De aanhouding vindt plaats om 12.15 uur.
693Om 12.50 uur vangt een doorzoeking aan in de woning.
694In de woning wordt een BQ-telefoon aangetroffen. Deze wordt voorzien van kenmerk CAS36.01.10.
695De telefoon wordt in beslag genomen onder goednummer PL0100-2020009384-1245215.
696In de telefoon is
697Dit betreft de username van [medeverdachte 1] .
698
699Het spoor is door het NFI onderworpen aan een DNA-onderzoek.
700Op het spoor wordt een DNAprofiel aangetroffen. Het DNA kan afkomstig kan zijn van [medeverdachte 1] . Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van
701
2.Standpunt van de officieren van justitie
3.Standpunt van de verdediging
4.Oordeel van de rechtbank
702slechts dan sprake kan zijn, indien verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, dan wel dat hij deze gedragingen ondersteunt.
703
704
- de handel in verdovende middelen genereert winsten in contant geld. In het drugscircuit gaangrote bedragen om;
- het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen door privé personen is, in het gevaldat geld op legale wijze is verkregen, hoogst ongebruikelijk vanwege het risico van onder meer diefstal, waarbij het geld niet is verzekerd (zaaksdossiers 12, 14, 16, 17);
- coupures van € 500,00 worden in het normale Nederlandse betalingsverkeer maar zeldengebruikt, terwijl deze wel voorkomen in het criminele milieu (zaaksdossier 13);
- het vanuit het buitenland fysiek van vervoeren van grote bedragen in contanten brengt eenaanzienlijk veiligheidsrisico met zich (zaaksdossiers 14 en 17);
- het rectaal - en dus heimelijk - vervoeren van grote geldbedragen vanuit het buitenland is hoogstens ongebruikelijk (zaaksdossier 14);
- het onder de grond bewaren van grote hoeveelheden geld is hoogstens ongebruikelijk (zaaksdossier 12).
711De rechtbank is dan ook van oordeel dat het niet anders kan zijn geweest dan dat de geldbedragen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn geweest en dat verdachte daar wetenschap van heeft gehad.
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht teverschaffen en
- voorwerpen en gelden voorhanden hebben gehad, waarvan verdachte en verdachtesmededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- meermalen contact gehad via cryptotelefoons over de uitvoer van 140 kilogram amfetamine naarFinland en
- ontmoetingen gehad in Leeuwarden (in de [naam bedrijf] ) en in Zurich en in Hurdegaryp (in
- cryptotelefoons voorhanden gehad om te communiceren over de uitvoer van 140 kilogramamfetamine naar Finland en
- een deel van het geldbedrag van € 78.000,00, voorhanden gehad dat bestemd was voor definanciering van de uitvoer van 140 kilogram amfetamine naar Finland;
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht teverschaffen en
- voorwerpen voorhanden hebben gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wistendat die bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededaders
- meerdere ontmoetingen/gesprekken/overleggen gehad in onder meer Thailand en in
- meermalen encrypted berichten verstuurd per cryptotelefoon met meerdere partijen over deinvoer van harddrugs naar Australië en over de aanbetaling daarvoor en - per handgeschreven briefje met een achttal vragen inlichtingen gevraagd en
- cryptotelefoons om te communiceren over de uitvoer van harddrugs naar Australië voorhandengehad en
- een handgeschreven briefje met vragen over het opzetten van een transportlijn voor harddrugsnaar Australië, voorhanden gehad;
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit mede te plegen en
- zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht teverschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten datdie bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- aan een persoon gevraagd om de partij amfetamine de grens bij Denemarken over te brengenen
- meermalen contact gehad via cryptotelefoons om te overleggen over de uitvoervan 30 kilogram amfetamine naar Denemarken en
- cryptotelefoons voorhanden gehad om te communiceren over de uitvoer van 30 kilogramamfetamine naar Denemarken en
- een hoeveelheid amfetamine bestemd voor Denemarken voorhanden gehad;
- het buiten het grondgebied van Nederland brengen en het bereiden en/of bewerken en/ofverwerken en vervaardigen en vervoeren en leveren en verkopen en afleveren en verstrekken van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, strafbaar gesteld in artikel 2 aanhef en onder A en B en D van de Opiumwet en
- het plegen van strafbare voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumweten
- witwassen als bedoeld in artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
Strafbaarheid van verdachte
1.Vordering van de officieren van justitie
2.Standpunt van de verdediging
3.Oordeel van de rechtbank
tabula rasa(onbeschreven blad) is. Dit beeld dat verdachte van zichzelf pleegt te schetsen staat echter in schril contrast met het beeld dat van hem uit de stukken naar voren komt, namelijk dat van een gewiekste professional die in staat is om via zijn netwerk drugslijnen naar het buitenland op te zetten en grote hoeveelheden drugs te transporteren.
1.Inbeslaggenomen voorwerpen
- vuurwerk, type Cobra (nummer 1245719);
- een zakje met vermoedelijk een paddo (nummer 1245479);
- een plastic zak met wit poeder (nummer 1245712);
- een ticket van [bedrijf 3] betreffende een reis van Brussel/Bangkok en Bangkok/Brussel (nummer1245867);
- een witte zak (nummer 1245070);
- een boekingsbevestiging van de reis Brussel/Bangkok (nummer 1245446);
- een verdachte betreffende jaaropgave uit het jaar 2019 (nummer 1245466);
- droognetten met hennepresten (nummer 124581);
- een wit poeder in een glazen pot (nummer 1245476);
- een plastic potje met daarin poeder (nummer 1245477);
- een basepijp (nummer 1245474);
- zes UV-lampen (nummer 1245639)
- een zwarte kweektent (nummer 1245644);
- een kap voor de verlichting van een kweekbak (124565);
726
727
2.Standpunt van de officieren van justitie
3.Standpunt van de verdediging
4.Oordeel van de rechtbank
- vuurwerk, type Cobra (nummer 1245719);
- een zakje met vermoedelijk een paddo (nummer 1245479);
- een plastic zak met wit poeder (nummer 1245712);
- droognetten met hennepresten (nummer 124581);
- een wit poeder in een glazen pot (nummer 1245476);
- een plastic potje met daarin poeder (nummer 1245477);
- een basepijp (nummer 1245474);
- zes UV-lampen (nummer 1245639);
- een zwarte kweektent (nummer 1245644);
- een kap voor de verlichting van een kweekbak (124565); - 140 kweekpotten (nummer 124561).
728729De rechtbank acht het ongecontroleerde bezit van deze telefoon door verdachte dan ook in strijd met het algemeen belang.
- een ticket van [bedrijf 3] betreffende een reis van Brussel/Bangkok en Bangkok/Brussel (nummer 1245867);
- een boekingsbevestiging van de reis Brussel/Bangkok (nummer 1245446); - een verdachte betreffende jaaropgave uit het jaar 2019 (nummer 1245466); - een witte zak (nummer 1245070).
- vuurwerk, type Cobra (nummer 1245719);
- een zakje met vermoedelijk een paddo (nummer 1245479);
- een plastic zak met wit poeder (nummer 1245712);
- droognetten met hennepresten (nummer 124581);
- een wit poeder in een glazen pot (nummer 1245476);
- een plastic potje met daarin poeder (nummer 1245477);
- een basepijp (nummer 1245474);
- zes UV-lampen (nummer 1245639);
- een zwarte kweektent (nummer 1245644);
- een kap voor de verlichting van een kweekbak (124565); - 140 kweekpotten (nummer 124561).
- een cryptotelefoon van het merk BQ Aquarius, type X2 (nummer 1266993).
- een ticket van [bedrijf 3] betreffende een reis van Brussel/Bangkok en Bangkok/Brussel (nummer1245867);
- een boekingsbevestiging van de reis Brussel/Bangkok (nummer 1245446);- een verdachte betreffende jaaropgave uit het jaar 2019 (nummer 1245466); - een witte zak (nummer 1245070).
Kamerstukken II1995/96, 24 072, nrs. 10-11.
Het wetboek van Strafvordering, Deventer: Kluwer, artikel 27 Sv, aant. 9 en 10.6 (online, laatst bijgewerkt op 15 oktober 2008).
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
Het Nederlandse parlement, Deventer: Wolters Kluwer 2017, pagina 366.
Infiltratie in het recht en in de praktijk(reeks Onderzoek en beleid), Den Haag: WODC, pagina 38.
Kamerstukken II2012/13, 29 911, 83;
Kamerstukken II2013/14, 29 279, nr. 173;
Kamerstukken II2013/14, 29 279, nr. 195.
Stcrt.2001, 39;
Stcrt.2004, 227;
Stcrt.2004, 227;
Stcrt.2005, 252;
Stcrt.2006, 201;
Stcrt.2007, 48;
Stcrt.2007, 239;
Stcrt.2009, 18014;
Stcrt.2011, 3240;
Stcrt.2012, 10486;
Stcrt.2013, 22031.
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
NJ1991/119, m.nt. M. Scheltema, Th.W. van Veen, r.o. 5.1.
Jurisprudentie strafrecht select, Den Haag; SDU Uitgevers 2008, pagina 63.
Het Nederlands strafprocesrecht, bewerkt door M.J. Borgers en T. Kooijmans, Deventer: Wolters Kluwer 2021, pagina 69.
NJ2011/530.
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 29 (MvT).
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 74 (MvT).
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 11 (MvT).
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 30 (MvT).
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 121 (MvT).
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 46 (MvT).
Kamerstukken II1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 68.
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 47 (MvT).
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 46 en 47 (MvT).
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 15 (MvT).
Stcrt.1999, 106
Stcrt.1999, 106 60
Kamerstukken II1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 28.
Kamerstukken II1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 28.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 15 en 16 (MvT).
Kamerstukken II1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 5.
Kamerstukken II1997/98, 25 403, nr. 7, pagina 5.
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 3.
Inburgeren in de opsporing. Over de juridische positie van de burger in de opsporing van strafbare feiten(diss. Rotterdam), Rotterdam: E.M. Moerman 2016, pagina 139.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 3 (MvT).
Stcrt.2014, 24442, onder 2.9.
Kamerstukken II2013/14, 29 279, nr. 195, pagina 20.
Kamerstukken II1995-1996, 24 072, nrs. 10-11, pagina 74.
TPWS2017/3, onder 7.2.
Kamerstukken II2012/13, 29 911, nr. 83, pagina 1, 2 en 3.
Kamerstukken II1996/97, 25 403, nr. 3, pagina 31 en 32 (MvT).
Kamerstukken II2013/14, 29 279, nr. 195, pagina 17.
Nederlandstalige terminologie in de praktijk : een selectie van artikelen uit symposia van NL-Term, Amsterdam: Amsterdam University Press 2021, pagina 179-180.
Tekst & Commentaar Strafrecht, Deventer: Wolters Kluwer (online, bijgewerkt 1 juli 2022), aantekening 3.