Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
keyreaderis het mogelijk de stand van de plaatjes af te lezen, zonder dat men in het bezit is van een originele sleutel van het slot. Door het uiteinde van de
keyreaderin het slot te steken, kan met behulp van het schuifmechanisme de stand van de acht plaatjes van het slot worden afgelezen. De stand van ieder van de acht plaatjes wordt op de
keyreaderweergegeven met een getal van 1 tot en met 4. Door van alle plaatjes de stand uit te lezen ontstaat een code, ook wel insnijdingscode genoemd.
keycutterbewerkt kunnen worden en één sleutelblad dat als tussenstuk dient, ook wel een “tussensleutel” of “tussenblad” genoemd. Op de blanco sleutelbladen zijn posities weergegeven die tot op een aangegeven diepte van 1 tot en met 4 ingeknipt kunnen worden. De hoogte waarop de posities worden ingeknipt met behulp van een
keycutter, komt overeen met de gegevens die met behulp van de
keyreaderzijn afgelezen. Door de twee geknipte sleutelbladen en het tussenblad op de juiste wijze op elkaar te leggen, ontstaat een sleutel waarmee de plaatjes in het slot op één lijn gezet kunnen worden, zodat de cilinder kan worden omgedraaid.
drive-boxis een apparaat dat aangesloten wordt op de aanwezige stekkeraansluiting van het On-Board Diagnostics systeem (OBD) van een motorvoertuig. Hiermee kan met een eenvoudige handeling de startblokkering van een voertuig aan of uit worden gezet. Als een drive-box wordt gebruikt om de startblokkering van een auto uit te zetten, is geen communicatie meer nodig tussen de transponderchip in een sleutel en de antenne van de startblokkering van een motorvoertuig. Alleen het omdraaien van een mechanisch passende sleutel is dan voldoende om de motor van het voertuig te kunnen starten.
4.Bewezenverklaring
- gekwalificeerde diefstal (artikel 311 Wetboek van Strafrecht) en
- opzetheling (artikel 416 Wetboek van Strafrecht) en
- valsheid in geschrift (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht);
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenvast.
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
240 (tweehonderdveertig) uren, met aftrek, naar de maatstaf van twee uren per dag, van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Indien verdachte deze taakstraf niet naar behoren verricht, zal vervangende hechtenis worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen.
- gekwalificeerde diefstal (artikel 311 Wetboek van Strafrecht) en/of
- opzetheling (artikel 416 Wetboek van Strafrecht) en/of
- valsheid in geschrift (artikel 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht) en/of