Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Het bewijs
fkomstig van enig misdrijf
5.Bewezenverklaring
in de periode van 6 oktober 2010 tot en met 16 januari 2011 een geldbedrag van in totaal ongeveer 4.320,- EURO (huur) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 966,40 EURO (bemiddelingsprovisie), met betrekking tot de [adres 8, te plaats B]
in de periode van 1 juli 2010 tot en met 25 mei 2011 een geldbedrag van in totaal ongeveer 12.100,- EURO (huur) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.218,48 EURO (bemiddelingsprovisie (462,18 EURO + 756,30 EURO)), met betrekking tot de [adres 9, te plaats A]
in de periode van 1 juli 2010 tot en met 19 juli 2012 een geldbedrag van in totaal ongeveer 38.400,- EURO (huur), met betrekking tot de [adres 10, te plaats B]
in de periode van 1 september 2012 tot en met 16 januari 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 9.000,- EURO (huur), in elk geval enig geldbedrag, met betrekking tot de [adres 20, te plaats D]
in de periode van 1 december 2012 tot en met 1 mei 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 6.000 EURO (huur) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 948,- EURO (bemiddelingsprovisie), met betrekking tot de [adres 9, te plaats A]
in de periode van 1 december 2012 tot en met 17 juni 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 14.000,- EURO (huur), met betrekking tot de [adres 12, te plaats A]
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 19 september 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 22.100,- EURO (huur), met betrekking tot de [adres 13, te plaats A]
in de periode van 26 augustus 2013 tot en met 19 september 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 4.500,- EURO (huur en borg) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.859,50 EURO (bemiddelingsprovisie), met betrekking tot de [adres 7, te plaats A]
in de periode van 18 juli 2013 tot en met 19 september 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 6.150,- EURO (huur en borg) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.619,50 EURO (bemiddelingsprovisie), met betrekking tot de [adres 14, te plaats A]
in de periode van 3 oktober 2012 tot en met 3 april 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 15.700,- EURO (huur) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.580,- EURO (bemiddelingsprovisie), met betrekking tot de [adres 15, te plaats A]
in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 19 september 2013 een geldbedrag van in totaal ongeveer 3.000,- EURO (huur en borg) en een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.157,02 (bemiddelingsprovisie), met betrekking tot de [adres 16, te plaats B]
in de periode van 1 december 2012 tot en met 1 mei 2013 de woning op de [adres 9, te plaats A] verhuurd aan voornoemde [persoon 5], die illegaal in Nederland verbleef
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
1 (één) maand.
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
€ 25.000.- (vijfentwintigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 160 (honderdzestig) dagen.