ECLI:NL:CRVB:2023:104
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, die zich ziek had gemeld na een operatie, had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering door het Uwv. De Raad beoordeelt of het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd. Appellante stelde dat zij niet adequaat was onderzocht, omdat er geen fysiek spreekuur had plaatsgevonden. De Raad oordeelt dat het Uwv voldoende medische informatie had om tot een zorgvuldige beoordeling te komen. De verzekeringsarts had eerder al meerdere keren contact met appellante gehad en had haar klachten in het dossier goed in kaart gebracht. De Raad bevestigt dat het Uwv de juiste procedures heeft gevolgd en dat de beslissing om geen fysiek onderzoek te doen gerechtvaardigd was, gezien de beschikbare informatie. De uitspraak van de rechtbank wordt dan ook bevestigd, en het hoger beroep van appellante wordt ongegrond verklaard.