Uitspraak
20.4099 WIA
OVERWEGINGEN
(SBC-code 267041) een mate van arbeidsongeschiktheid berekend van 34,74%. Bij besluit van 17 mei 2019 heeft het Uwv geweigerd aan appellant met ingang van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uwv om aan appellant een WIA-uitkering toe te kennen. Appellant, die als tramconducteur werkte, heeft zich op 30 maart 2017 ziek gemeld met psychische klachten. Na beëindiging van zijn dienstverband is hij in aanmerking gebracht voor ziekengeld op grond van de Ziektewet. In het kader van een WIA-aanvraag heeft appellant op 8 april 2019 een spreekuur bezocht bij een arts van het Uwv, die beperkingen heeft vastgesteld. Het Uwv heeft vervolgens geweigerd om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door de rechtbank. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het Uwv de feiten en omstandigheden niet zorgvuldig heeft onderzocht en dat zijn beperkingen zijn onderschat. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de bewijslast draagt en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is geweest. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.