ECLI:NL:RBROT:2024:11530
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- A. Dingemanse
- R. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij aanvragen om een verklaring omtrent gedrag (VOG) door veelprocedeerder
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2024, wordt geoordeeld over de aanvragen van een veelprocedeerder om een verklaring omtrent gedrag (VOG) bij de staatssecretaris. De eiser, die advocaat wil worden, heeft herhaaldelijk aanvragen ingediend die telkens zijn afgewezen vanwege een strafblad. De rechtbank stelt vast dat de eiser in eerdere procedures in het ongelijk is gesteld en dat zijn verzoeken om voorlopige voorzieningen ook zijn afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang. De rechtbank concludeert dat de eiser stelselmatig misbruik maakt van recht door herhaaldelijk aanvragen in te dienen, ondanks dat hij op de hoogte is van de kansloosheid van zijn verzoeken. De rechtbank oordeelt dat het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk zijn, en dit wordt gerechtvaardigd door eerdere uitspraken die misbruik van recht door de eiser vaststelden. De uitspraak benadrukt het belang van betrouwbaarheid en integriteit voor de beroepsuitoefening als advocaat, en de risico's die verbonden zijn aan de strafbare feiten van de eiser. De rechtbank verklaart zowel het beroep als het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.