Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[Naam], te [Plaats], verzoeker,
de minister voor Rechtsbescherming, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
De voorzieningenrechter is bij deze van oordeel dat sprake is van een kennelijk ongegrond verzoek, zodat er geen aanleiding bestaat om verzoeker op een zitting te horen.De gevraagde voorziening strekt er immers in wezen toe aan de voorzieningenrechter de uitspraak te ontlokken dat het benoemen van een deskundige zal kunnen bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaak. Uit het in de Awb geregelde procesrecht komt echter naar voren dat het beslissen over het benoemen van een deskundige in de hoofdzaak een aangelegenheid is die tot de competentie van de rechtbank behoort. Daarvan uitgaande en in aanmerking genomen voorts de aard en de strekking van de in artikel 8:81 van de Awb geregelde procedure, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het zijn taak te buiten gaat om te bepalen dat er met het oog op de beoordeling van de hoofdzaak een deskundige moet worden benoemd. De rechtbank verwijst hierbij naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 9 oktober 2003 (ECLI:NL:CRVB:2009:BK3694).”