4.2Het hof heeft met betrekking tot de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel, de ontnemingsperiode en het voor de berekening van het voordeel relevante aantal oogsten het volgende overwogen:
In het dossier zijn zowel algemene aanwijzingen voor betrokkenheid van verdachte bij hennepteelt als specifieke aanwijzingen opgenomen voor betrokkenheid bij de hiervoor genoemde hennepkwekerijen in de periode gelegen vóór het moment van aanhouding van betrokkene op 6 juni 2019.
Aantreffen hennepgerelateerde goederen (…)
Tijdens de doorzoeking in de woning van betrokkene aan de [c-straat 1] te [geboorteplaats] op 6 juni 2019 werden hennepgerelateerde goederen aangetroffen zoals: ongebruikte assimilatielampen, sealbags in een doos, een regelunit voor de afzuiging, transformator die assimilatielampen van stroom voorziet, automatische brandblussers en afdichtingsslangen die vaak in hennepkwekerijen worden gebruikt, flacons met groeimiddelen en bloei-stimulator, een schakelbord waarop lampen worden aangesloten en een slakkenhuisventilator. Volgens de relaterende verbalisant is het aannemelijk dat de combinatie van deze goederen wordt gebruikt bij de professionele/bedrijfsmatige teelt van hennep. Verder zagen deze goederen er nagenoeg ongebruikt uit en is het zeer aannemelijk dat deze dienden als voorraad/vervanging voor bestaande hennepkwekerijen.
Bevindingen kassabonnetjes (…)
Tijdens de insluitingsfouillering van betrokkene op 6 juni 2019 werden een groot aantal kassabonnetjes, facturen en een notitieblokje aangetroffen met daarop verschillende dozen waarvan de omschrijving duidde op materialen die gebruikt worden voor hennepkwekerijen zoals: “filter”dozen, “potten”dozen, “travo”- dozen”. Ook stonden er schetsjes op met getallen die afmetingen lijken aan te duiden waarbij het geheel lijkt op plattegrondjes, en stond er de aanduiding (T1=000000 en T2=018064) op wat zou kunnen duiden op een weergave van meterstanden.
De kassabonnen waren voornamelijk afkomstig van bouwmarkten en bevatten contant afgerekende materialen die gebruikt kunnen worden bij het opzetten en onderhouden van hennepkwekerijen, zoals handschoenen, snoeischaar, hoekankers, zekeringen, lasklemmen, schroefogen, dozen, luchtverfrissers etc.
Aantreffen elektriciensgereedschappen (…)
Verder werd bij de doorzoeking in de woning van betrokkene een koffertje aangetroffen met daarin elektriciensgereedschappen, met spullen die gebruikt kunnen worden bij het manipuleren van meterkasten, bijvoorbeeld in hennepkwekerijen. Zo werden er zegeltangen, zegeldraad en zegels aangetroffen, bijzondere stoppen en slagcijfers om getallen in loodzegels te slaan. Volgens de gehoorde fraude-inspecteur zijn het geen spullen die een normale elektromonteur bij zich heeft. Alle goederen afzonderlijk zijn legaal, maar zijn volgens de fraude-inspecteur herkenbaar als goederen die hij tegenkomt bij ontmanteling van kwekerijen.
PV bevindingen eerdere controles [verdachte] (…)
Uit een proces-verbaal van bevindingen volgt dat verdachte op 22 mei 2018 samen met anderen in een huurbusje werd aangetroffen met in de laadruimte goederen bestemd voor de opbouw van een hennepkwekerij. Zo werden aangetroffen: assimilatielampen, koolstoffilters, bekabeling, houten bouwmaterialen, stekkerdozen, schakelborden en ventilatiebuizen. Bij de aanhouding van betrokkene op 6 juni 2019 werden bij betrokkene kassabonnen aangetroffen voor de aankoop van soortgelijke materialen (hof: zie hiervoor).
Verder volgt uit datzelfde proces-verbaal van bevindingen dat bij de aanhouding van betrokkene op 6 juni 2019 een factuur van [B] werd aangetroffen voor de huur van een auto (bedrijfswagen). Uit de bij [B] opgevraagde administratie bleek dat betrokkene in de periode van 9 januari 2019 tot en met 5 juni 2019 zeer frequent een bedrijfswagen (busje) huurde en de betalingen contant voldeed.
Ook was betrokkene bij zijn aanhouding in het bezit van een cryptotelefoon die frequent in het criminele circuit wordt gebruikt.
Verder blijkt uit een proces-verbaal van bevindingen dat in chatgesprekken over de periode van 20 december 2018 tot en met 5 mei 2019 ook veelvuldig gesprekken worden gevoerd die gaan over betalingen, meterstanden, uitvallen elektriciteit, schoonmaken van luchtkanalen etc.
Naast vorenstaande algemene aanwijzingen voor betrokkenheid bij hennepteelt blijkt uit het dossier van de navolgende specifieke aanwijzingen voor betrokkenheid bij de hiervoor weergegeven hennepkwekerijen.
[a-straat 1] te [plaats] (…)
Uit "track-en trace"-gegevens is gebleken dat een door betrokkene gehuurd voertuig op 9 januari 2019 een hele dag en nacht ter hoogte van de [a-straat 2] geparkeerd heeft gestaan. Ook op 11 april 2019 heeft een door betrokkene gehuurd voertuig een hele avond en nacht geparkeerd gestaan ter hoogte van de [a-straat 3] te [plaats] .
Bij nader onderzoek bleek dat [medeverdachte] stond ingeschreven op het adres [a-straat ] , dat die ambtshalve in de politiesystemen bekend stond als veelpleger en dat betrokkene herhaaldelijk whatsapp-contact had met voormelde [medeverdachte] .
Zo blijkt onder meer van de volgende whatsapp-gesprekken tussen betrokkene en [medeverdachte] (…)
- gesprek van 24 augustus 2018: betrokkene vraagt aan [medeverdachte] of de politie – die een bezoek hadden gebracht in verband met een nog af te nemen verhoor (dit blijkt ook uit de politiesystemen) – binnen was geweest;
- gesprek van 4 september 2018: er is iets in de douche gedaan wat anderen niet mochten zien en dat door hen met gipsblokken is hersteld;
- gesprek van 19 september 2018: betrokkene geeft aan dat ze die dag een start gaan maken;
- gesprek van 9 november 2018: betrokkene stuurt een bericht dat de teller niet draait;
- gesprek van 30 december 2018: waarin [medeverdachte] aangeeft dat er een lelijke geur hangt bij de voordeur, dat de ramen zwaar beslagen zijn en dat de trap nat is;
- gesprek van 5 januari 2019: vraagt [medeverdachte] aan betrokkene of hij is gaan kijken waarna betrokkene doorgeeft dat hij net is geweest en dat ze “Donderdag naar de kapper gaan";
- gesprek van 6 januari 2019: wordt gesproken over ‘douchen’ en ‘bad’ wat zou kunnen duiden op water/voeding geven dan wel besproeien van de hennepplanten;
- gesprek van 10 januari 2019: waarin wordt gesproken over 'een kant' en ‘andere helft’, wat erop zou kunnen duiden dat er twee kweekruimtes in werking waren;
- gesprek van 3 april 2019: [medeverdachte] vraagt aan betrokkene of hijzelf water (“Wtr”) moet geven of dat hij (betrokkene) dit komt doen;
- gesprek van 11 april 2019: [medeverdachte] geeft aan betrokkene door dat hij de ‘afbuiging’ was vergeten aan te zetten. Vermoed wordt dat daarmee de "afzuiging" wordt bedoeld;
- gesprek van 27 april 2019; waarin wordt gesproken over ‘groot kamer’ wat er op kunnen duiden dat er op dat moment twee kweekruimtes in werking waren (de ‘groot kamer’ en een andere kamer);
- gesprek van 16 mei 2019; waarin wordt gesproken over 'schakelaara' (schakelaars) die uit zouden staan en dat [medeverdachte] er van betrokkene op moet letten dat er op z'n minst 1 aanblijft.
Het hof merkt hierbij op dat het opvallend is dat het in het gesprek van 5 januari 2019 gaat over “Donderdag naar de kapper gaan”, wat erop lijkt dat dan de hennepplanten zullen worden geoogst, en er op 10 januari 2019 een door betrokkene gehuurd bestelbusje een avond en nacht in de buurt van de hennepkwekerij heeft gestaan.
Tenslotte zijn er onder betrokkene sleutels aangetroffen waarvan er één paste op de voordeur van de woning en een ander op de poort naar de voordeur.
[b-straat 1] te [plaats] (…)
Uit track-en tracegegevens bleek dat een door betrokkene gehuurd voertuig in de avond en nacht van 5 juni 2019 op 6 juni 2019 tot 07:01 uur ’s ochtends geparkeerd heeft gestaan ter hoogte van de [b-straat 1] te [plaats] .
Door een verbalisant werden de adressen in de buurt van de [b-straat 1] bevraagd en daaruit bleek dat een bewoner van de [b-straat] op 13 september 2018 bij de politie had gemeld dat hij regelmatig een sterke wietlucht rook. Datzelfde was ook op 11 oktober 2018 door een collega van de verbalisant waargenomen maar deze kon toen niet plaatsen waar de geur vandaan kwam.
Verder paste een van de sleutels die onder betrokkene waren aangetroffen op de tussendeuren die toegang boden tot de kweekruimtes. Ook pasten sleutels op de beide deuren die toegang gaven tot de kweekruimtes.
Het hof is van oordeel dat voormelde algemene en specifieke omstandigheden ten aanzien van de afzonderlijke kwekerijen in onderling verband en samenhang bezien voldoende aanwijzingen opleveren voor betrokkenheid van betrokkene bij de hiervoor genoemde drie hennepkwekerijen in de periode gelegen vóór 6 juni 2019.
Het hof overweegt specifiek ten aanzien van de onder verdachte aangetroffen sleutelbossen nog dat betrokkene niet direct bij zijn eerste verhoor maar pas ter gelegenheid van zijn derde verhoor heeft verklaard over het in bewaring nemen van die sleutels voor leden van een voetbalteam. Het hof komt deze verklaring zeer onaannemelijk voor te meer omdat betrokkene geen nadere gegevens – los van enkele voornamen van de voetballers – heeft kunnen verstrekken aan de hand waarvan zijn verklaring verifieerbaar is. Ook de omstandigheden dat betrokkene niet bij de kwekerijen is gezien en er van hem verder geen dacty-sporen in de afzonderlijke kwekerijen zijn aangetroffen en het busje van betrokkene volgens track- en tracegegevens niet bij de kwekerij aan de [d-straat ] heeft gestaan, doen aan vorenstaand oordeel niet af omdat – zoals hiervoor overwogen – vorenstaande algemene en bijzondere omstandigheden voldoende aanwijzingen opleveren voor betrokkenheid van betrokkene bij de hiervoor genoemde hennepkwekerijen in de periode gelegen vóór 6 juni 2019.
Het andersluidende, standpunt van de verdediging wordt verworpen.
Schatting van het voordeel ten aanzien van de afzonderlijke hennepkwekerijen
Ontnemingsperiode en aantal oogsten
Zoals hiervoor overwogen heeft de rechtbank als ontnemingsperiode voor de kwekerij aan de [a-straat 1] te [plaats] gehanteerd de periode 1 november 2018 tot en met 11 juli 2019 en heeft in die periode 3 oogsten aannemelijk geoordeeld.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de periode beperkt dient te worden van april 2019 tot en met 6 juni 2019, in welke periode 1 oogst is gerealiseerd. De verdediging heeft voor de aanvang van de periode per april 2019 verwezen naar de verklaring van [medeverdachte] (huurder van het huis) (…) dat de hennepkwekerij sinds april 2019 in werking was.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Met de rechtbank neemt het hof overeenkomstig het ontnemingsrapport 1 november 2018 als aanvangsmoment van de ontnemingsperiode. Over dit aanvangsmoment is in het ontnemingsrapport (…) het navolgende opgenomen:
“Deze ontnemingsperiode is als volgt tot stand gekomen:
Uit het Whatsapp-contact met de bewoner van de [a-straat 1] blijkt dat er op 4 september 2018 reeds iets in de douche was gedaan wat anderen niet mochten zien en dat door hen met gipsblokken hersteld is. Mogelijk dat er toen al een hennepkwekerij aanwezig was, maar het zou ook kunnen dat er toen enkel nog maar voorbereidingen waren getroffen. Op 30 december 2018 geeft de bewoner van de [a-straat 1] door dat er een ‘lelijke geur' hangt bij de voordeur, dat de ramen zwaar beslagen zijn en dat de trap nat is. Dit zijn duidelijke indicaties van een reeds in werking zijnde hennepkwekerij. Daar de geur van hennepplanten sterker wordt naarmate ze groeien, is het aannemelijk dat de planten op deze datum al geen jonge planten van slechts enkele weken oud meer waren. Op 5 januari 2019 geeft [verdachte] door dat hij ‘net geweest is en dat ze donderdag naar de kapper gaan’. Uit dit bericht, in combinatie met het bericht van 30 december, is het zeer aannemelijk dat hiermee bedoeld wordt dat de planten donderdag geoogst/geknipt gaan worden. Dit zou dan donderdag 10 januari 2019 betreffen. De ontnemingsperiode is derhalve tot stond gekomen door vanaf 10 januari 2019 tien weken – een standaard kweekcyclus – terug te rekenen.“
Het hof neemt het vorenstaande over en maakt dit tot de zijne.
Anders dan in het ontnemingsrapport en de rechtbank maar met de verdediging neemt het hof als eindmoment, de dag dat betrokkene werd aangehouden op 6 juni 2019 gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van het Geerings-arrest.
De periode van november 2018 tot en met mei 2019 omvat grof gezegd 7 maanden, zijnde 28 weken, in welke periode – met inachtneming van een kweekcyclus van 10 weken – minimaal 2 oogsten aannemelijk zijn.
Ontnemingsperiode en aantal oogsten
Zoals hiervoor overwogen heeft de rechtbank als ontnemingsperiode voor de kwekerij aan de [b-straat] te [plaats] gehanteerd de periode medio december 2018 tot 31 juli 2019 en heeft in die periode 3 oogsten aannemelijk geoordeeld.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de periode beperkt dient te worden van maart 2019 tot en met 6 juni 2019, in welke periode 1 oogst is gerealiseerd. De verdediging heeft daarvoor verwezen naar de verklaring van [betrokkene 1] (…) die heeft verklaard het appartement in februari/maart 2019 aan een ander (hof: betrokkene) te hebben verhuurd en de omstandigheid dat de verhuurder, [betrokkene 2] (…) heeft verklaard in december 2018 te zijn binnen geweest en dat alles er toen netjes uitzag.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Met de rechtbank neemt het hof overeenkomstig het ontnemingsrapport 1 november 2018 als aanvangsmoment van de ontnemingsperiode. Over dit aanvangsmoment is in het ontnemingsrapport (…) het navolgende opgenomen:
“De ontnemingsperiode is als volgt tot stand gekomen: Uit de verklaringen van de huurder van het pand, [betrokkene 1] , en de eigenaar/verhuurder van het pand, [betrokkene 2] blijkt dat [betrokkene 1] de woning sinds maart of april 2018 huurde. [betrokkene 1] verklaart zelf dat hij werd benaderd en dat de woning werd gehuurd met het doel om er hennep in te gaan kweken.
In de politiesystemen staat vermeld dat een direct omwonende van het pand op 13 september 2018 een melding maakt van stankoverlast. De woning van deze melder is slechts enkele tientallen meters verwijderd van de [b-straat 1] . Ook een politieambtenaar van basisteam […] constateerde in oktober 2018 een hennepgeur in de directe omgeving van de [b-straat 1] , maar kon op dat moment de geur niet thuisbrengen bij een pand.
De eigenaar/verhuurder van het pand verklaart in december 2018 nog een inspectie te hebben uitgevoerd, dat hij dit was overeengekomen met [betrokkene 1] en dat toen alles in orde was en er nog geen hennep stond.”
Het hof neemt het vorenstaande over en maakt dit tot het zijne.
De periode van medio december 2018 tot en met mei 2019 omvat ruim 5 maanden, zijnde op zijn minst 20 weken, in welke periode – met inachtneming van een kweekcyclus van 10 weken – 2 oogsten aannemelijk zijn.”