ECLI:NL:HR:2017:2229

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 augustus 2017
Publicatiedatum
4 september 2017
Zaaknummer
16/03964
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest wegens schending van het recht op laatste woord

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1987, had beroep in cassatie ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het hof, die op 29 juli 2016 was gedaan. De advocaat van de verdachte, R.I. Takens, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het recht van de verdachte om het laatst te spreken niet in acht is genomen. Dit blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep, waaruit niet blijkt dat aan de verdachte het recht is gelaten om het laatste woord te voeren. Dit is in strijd met artikel 311, lid 4 van het Wetboek van Strafvordering, dat voorschrijft dat de verdachte het recht moet hebben om als laatste te spreken. De Hoge Raad oordeelt dat deze schending van het recht op laatste woord leidt tot nietigheid van de uitspraak van het hof.

Als gevolg hiervan heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

29 augustus 2017
Strafkamer
nr. S 16/03964
JH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 29 juli 2016, nummer 21/000609-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.I. Takens, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt dat de verdachte niet het recht is gelaten het laatst te spreken.
2.2.
Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep blijkt niet dat aan de verdachte het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat het in het vierde lid van art. 311 Sv op straffe van nietigheid gegeven voorschrift niet in acht is genomen.
2.3.
Het middel slaagt.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 augustus 2017.