ECLI:NL:HR:2021:681

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 mei 2021
Publicatiedatum
3 mei 2021
Zaaknummer
19/03194
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van arrest wegens schending van het recht om het laatst te spreken in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 mei 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 juni 2019. De verdachte, geboren in 1987, had beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaten R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker cassatiemiddelen hebben voorgesteld. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verdachte niet het recht is gelaten om het laatst te spreken tijdens de terechtzitting in hoger beroep. Dit recht is vastgelegd in artikel 311, lid 4 van het Wetboek van Strafvordering, en de Hoge Raad concludeert dat dit voorschrift niet in acht is genomen. Hierdoor is het cassatiemiddel van de verdachte geslaagd.

De Hoge Raad heeft vervolgens de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces, waarbij de verdachte de mogelijkheid moet hebben om zijn laatste woord te doen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/03194
Datum11 mei 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 juni 2019, nummer 20-001074-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de verdachte niet het recht is gelaten het laatst te spreken.
2.2
Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep blijkt niet dat aan de verdachte het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat het voorschrift dat in het vierde lid van artikel 311 van het Wetboek van Strafvordering op straffe van nietigheid is gegeven, niet in acht is genomen.
2.3
Het cassatiemiddel slaagt.

3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het tweede en het derde cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 mei 2021.