Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 3 oktober 2024 is uitgesproken. De zaak betreft twee effectenleaseovereenkomsten die zijn afgesloten tussen Dexia en de afnemer, die zowel voor zichzelf als in de hoedanigheid van wettelijke erfgename van een overleden persoon optreedt. De afnemer stelt dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door hem als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon die de overeenkomst tot stand heeft gebracht geen vergunning had om advies te geven. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Dexia aansprakelijk is voor de schade die de afnemer heeft geleden en heeft Dexia veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 7.727,08, vermeerderd met wettelijke rente. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en de grieven van Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder de benodigde vergunning, en dat Dexia daardoor onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.