Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over twee effectenleaseovereenkomsten tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer. Dexia had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 31 augustus 2023 was uitgesproken. De afnemer had bij de kantonrechter gevorderd dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door hem als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon die de overeenkomst tot stand had gebracht geen vergunning had om advies te geven. De kantonrechter had Dexia veroordeeld tot schadevergoeding aan de afnemer, wat Dexia in hoger beroep aanvecht.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld, waarbij het de vorderingen van zowel de afnemer als Dexia opnieuw heeft behandeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer had geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Dit betekent dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de regelgeving omtrent effectenbemiddeling. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het aangaan van overeenkomsten met consumenten, vooral in het licht van vergunningplichtige advisering.