Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 19 januari 2023 is uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via de tussenpersoon NBG Finance. De afnemer, die als gedaagde partij in conventie en eisende partij in reconventie optrad, vorderde schadevergoeding van Dexia, stellende dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld door de effectenleaseovereenkomst aan te gaan terwijl de tussenpersoon niet over de vereiste vergunning beschikte. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en heeft Dexia veroordeeld tot schadevergoeding aan de afnemer. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof concludeert dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder de benodigde vergunning. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van effecteninstellingen bij het aangaan van overeenkomsten met cliënten, vooral in het licht van de advisering door tussenpersonen.