Uitspraak
de Minister voor Rechtsbescherming(de Minister).
OVERWEGINGEN:
4.AANVULLENDE STORTINGEN AAN DE CV
9.AANBIEDINGSRECHT
OVERWEGINGEN:
[X] en [Z] [P] BV hebben op 12 juli 2011 een termsheet getekend betreffende de investering via een dochtermaatschappij van [X] in het te bouwen zeeschip [Z] [b] ;
[NX]
Fiscaal afschrijvingspotentieel € 19.550.000
Projectkosten€ 450.000
Totaal € 20.000.000
ACTIVA
datbeide
partijen ook in dit geval van mening zijn dat zij de in het convenant bedoelde werkwijze niet kunnen handhaven c.q. bereiken.”
Namens [Z] BV (“ [Z] ”) en [eiseres] ( [X] ) vraag ik uw aandacht voor het volgende.
a) De scheepvaartinvestering kwalificeert voor de regeling ‘willekeurige afschrijving’;
[Z] is voornemens om een CV (de “CV”) op te richten waarin een [Z] groepsmaatschappij ( [Z] [b] Beheer BV) zal deelnemen als beherend vennoot (belang circa : 0,13%) en waarin een nieuw op te richten dochtermaatschappij ( [B] , hierna: de “BV”) van de Investeerder zal deelnemen (belang circa: 98,4%). De investeerders-natuurlijke personen die deelnemen in het kapitaal zullen beherend vennoot van de CV zijn en gezamenlijk een deelname van ongeveer 1,47% hebben in het kapitaal.
- De Investeerder en [Z] zullen in een overeenkomst opnemen dat Investeerder haar aandelen in de BV in beginsel niet binnen 3 jaar zal vervreemden. Indien en voor zover de Investeerder haar aandelen in de BV (na afloop van de hiervoor genoemde periode) zou wensen te vervreemden, dient deze die aandelen eerst aan [Z] aan te bieden (conform gebruikelijke bepalingen en/of aanbiedingsregeling). Het staat [Z] vrij de aandelen niet af te nemen van Investeerder en het aanbod tot overname dat de Investeerder [Z] aldus heeft gedaan af te slaan.
- Afgesproken is dat een dergelijke aandelenoverdracht zal plaatsvinden tegen de waarde in het economische verkeer, waarbij uiteraard rekening wordt gehouden met de waarde in het economische verkeer van het schip, de andere bezittingen van de CV/de vennootschap, de schulden van de vennootschap en de schulden van de CV waaronder latente belastingverplichtingen.
De CV zal op de volgende wijze worden gefinancierd:
Het eigen vermogen van de CV bedraagt EUR 5.085.000, Hiervan wordt 5.010.000 gestort doorBVen 75.000 euro door de natuurlijke personen die participeren. De storting door BV bedraagt meer dan het fiscale voordeel van de willekeurige afschrijving vermeerderd met het fiscale voordeel van de kostenaftrek (98,5% x 85% x 25% x EUR 23.000.000) + 25% x 450.000 = EUR 4.925.000). Hiermee wordt aan de gestelde eis voldaan.
DeBVzal haar deelname in de CV op de volgende wijze financieren:
Naar aanleiding van uw rulingverzoek van 24 augustus 2011 met bovenvermeld kenmerk deel ik u het volgende mee.
7. Standpunt Belastingdienst
.
In uw brief van 16 november 2021 heeft u mij in de gelegenheid gesteld om het dossier in de onderhavige zaken aan te vullen met de stukken die bij het derdenonderzoek [Z] zijn verkregen.
Verstrekte stukken dd. 5 maart 2014
voorafhet belang van de stukken aantoont.
- een door [C] bij [R] ingediend rulingverzoek van 19 oktober 2010, welke hoort bij de e-mailwisseling tussen [R] en [C] van 22 september 2010 en 13 oktober 2010;
- een e-mail van de heer [belastingadviseur] ( [belastingadviseur] ) van [G] aan [E] van 30 september 2011 (10.46u), waarin [belastingadviseur] [E] informeert omtrent de scheepsinvestering omtrent de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2011;
- een e-mail van [belastingadviseur] aan [E] van 9 januari 2015 (17.05u), met het verzoek aan [E] om te reageren op een brief van [belastingadviseur] inzake de scheepsinvestering;
- een e-mail van [E] aan eiseres van 9 april 2015 (12.40u), waarin [E] een vraag aan eiseres stelt inzake de post terugbetaling kapitaal in de aangifte vennootschapsbelasting 2013 (en diverse daarop volgende e-mails tussen verweerder en eiseres);
- een e-mail van [E] aan de heer [H] van [G] van 21 december 2015 (14.39u), waarin [E] een brief aan eiseres aankondigt en waarmee het boekenonderzoek bij eiseres wordt aangekondigd en de e-mail van [belastingadviseur] van 23 december 2015 (17.36u) als reactie hierop.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag Vpb 2013;
- vernietigt de beschikking belastingrente;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345 aan eiseres te vergoeden
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 4.871;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van in totaal € 1.759;
- veroordeelt de Minister tot het betalen van een immateriële schadevergoeding aan eiseres tot een bedrag van in totaal € 741;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van in totaal € 690 aan eiseres te vergoeden;
- draagt de Minister op het betaalde griffierecht van in totaal € 690 aan eiseres te vergoeden.