ECLI:NL:HR:2005:AT4894
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Fusie en ontvankelijkheid van beroep namens verdwenen rechtspersoon
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat is ingesteld door stichting X en haar rechtsopvolger stichting B, naar aanleiding van een aanslag in het rioolaansluitrecht van de gemeente Vlaardingen voor het jaar 1998. De aanslag, ter hoogte van ƒ 804.565, werd na bezwaar door het hoofd van de sector belastingen gehandhaafd. X ging in beroep bij het Hof, dat het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. X en B stelden beroep in cassatie in tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat indien een rechtspersoon door fusie is opgehouden te bestaan, bezwaar of beroep tegen een aanslag of beschikking moet worden ingesteld door de verkrijgende rechtspersoon. In dit geval was stichting B de rechtsopvolger van stichting X, die door fusie was opgeheven. De Hoge Raad concludeert dat het beroep dat namens X is ingesteld, ook geldt als een beroep van B, mits B hiermee instemt. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat B instemde met het beroep namens X.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de gemeente Vlaardingen veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan B. Dit arrest benadrukt de noodzaak van instemming van de verkrijgende rechtspersoon bij het indienen van beroep namens een verdwenen rechtspersoon, en verduidelijkt de regels omtrent ontvankelijkheid in dergelijke situaties.