Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
‘s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- dat [gemeenschap 1] en de [getuige 15] gemeenschap na samenkomst met de [getuige 15] in Zweden geld inzamelen en een renteloze lening toekennen van € 141.000,00 aan [verdachte] voor de aankoop van het pand [adres 2] ;
- [verdachte] verplicht is om [getuige 15] die huisvesting nodig hebben toe te staan te gaan wonen in het pand;
- bij verkoop van het pand en geen nieuw pand wordt aangekocht, de opbrengst over te dragen aan [gemeenschap 1] .
- dat [gemeenschap 1] en de [getuige 15] gemeenschap na samenkomst met de [getuige 15] in Zweden geld inzamelen en een renteloze lening toekennen van € 140.000,00 aan [verdachte] voor de bouw van het pand [adres 2] ;
- [verdachte] verplicht is om de huidige overeenkomst met eerdere overeenkomsten inzake leningen samen te brengen en zich te houden aan alle verplichtingen en afspraken uit de overeenkomst van 17-9-2007.
- dat hij gevraagd was door de [getuige 15] gemeenschap om geld in te zamelen en deze inzameling te organiseren;
- dat hij € 41.000,00 heeft ingezameld;
- dat [verdachte] deze inzameling dient te gebruiken voor de aankoop van een pand.
- dat hij gevraagd was door de [getuige 15] gemeenschap om geld in te zamelen en deze inzameling te organiseren;
- dat hij € 140.000,00 heeft ingezameld;
- dat [verdachte] deze inzameling dient te gebruiken voor de bouw van een pand.
of
- dat [gemeenschap 1] en de [getuige 15] gemeenschap na samenkomst met de [getuige 15] in Zweden geld inzamelen en een renteloze lening toekennen van € 141.000,00 aan [verdachte] voor de aankoop van het pand [adres 2] ;
- [verdachte] verplicht is om [getuige 15] die huisvesting nodig hebben toe te staan te gaan wonen in het pand;
- bij verkoop van het pand en geen nieuw pand wordt aangekocht, de opbrengst over te dragen aan [gemeenschap 1] .
- dat [gemeenschap 1] en de [getuige 15] gemeenschap na samenkomst met de [getuige 15] in Zweden geld inzamelen en een renteloze lening toekennen van € 140.000,00 aan [verdachte] voor de bouw van het pand [adres 2] ;
- [verdachte] verplicht is om de huidige overeenkomst met eerdere overeenkomsten inzake leningen samen te brengen en zich te houden aan alle verplichtingen en afspraken uit de overeenkomst van 17-9-2007.
- dat hij gevraagd was door de [getuige 15] gemeenschap om geld in te zamelen en deze inzameling te organiseren;
- dat hij € 41.000,00 heeft ingezameld;
- dat [verdachte] deze inzameling dient te gebruiken voor de aankoop van een pand.
- dat hij gevraagd was door de [getuige 15] gemeenschap om geld in te zamelen en deze inzameling te organiseren;
- dat hij € 140.000,00 heeft ingezameld;
- dat [verdachte] deze inzameling dient te gebruiken voor de bouw van een pand.
1 Het standpunt van de advocaat-generaal
2 Het standpunt van de verdediging
I 1. REGIO POLITIE BRABANT NOORD
registratie geopend.
werd nader onderzoek verricht op internet/Facebook. Gedurende dit onderzoek werd een [getuige 15] aangetroffen welke woonachtig zou zijn in Helsingborg, Zweden. Uit de Facebook gegevens bleek dat hij interesse had in zigeuners/ [getuige 15] .
VERDACHTE SITUATIES, DIEFSTALLEN EN CJIB
Een ander punt dat in de gesprekken tussen de FIU, de politie en mijn ministerie naar voren is gekomen, is dat medewerkers van de FIU processen-verbaal opmaakten. Dit terwijl de FIU geen opsporingstaak heeft en zij daartoe ten behoeve van de FIU-taak niet bevoegd waren. De werkprocessen van de FIU zijn hierop aangepast. De medewerkers van de
1. De ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde strafbare feit of van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
[zaak]. Het betreft hier bewijsmateriaal dat onder dwang is verkregen, waarvan het bestaan afhankelijk is van de wil van verdachte en dat om die reden niet voor het bewijs in de onderhavige strafzaak mag worden gebruikt, omdat dat in strijd zou komen met het beginsel dat een verdachte niet gedwongen mag worden om aan zijn eigen veroordeling mee te werken.
‘ik wil nog wel opmerken dat de eerste informatieverstrekking door de [familienaam 1] spontaan en niet op vragen van de Belastingdienst plaatsvond. Zij deden dit ter onderbouwing van het bezwaar tegen de reeds opgelegde aanslagen. Ze brachten toen een stapel met daarin een grotendeels soortgelijk pakketje per subject waaronder leningsovereenkomsten.’
Op 8 december 2010 werd door de Belastingdienst Oost-Brabant en de gemeente ‘s‑Hertogenbosch een controle ingesteld in de woning aan [adres 4] , gemeente ‘s-Hertogenbosch. Door de Belastingdienst werd een aantal aanslagen betekend (vanaf 2005) en er werd beslag gelegd op een aantal onroerende goederen. Gedurende deze actie werden meerdere panden doorzocht. In het kader van integrale aanpak maakte de gemeente ‘s-Hertogenbosch deel uit van deze actie. De politie droeg die dag zorg voor de veiligheid van belasting- en gemeenteambtenaren, en was daartoe aanwezig gedurende de voornoemde actie.
- dat [gemeenschap 1] en de [getuige 15] gemeenschap na samenkomst met de [getuige 15] in Zweden geld inzamelen en een renteloze lening toekennen van € 141.000,00 aan [verdachte] voor de aankoop van het pand [adres 2] ;
- [verdachte] verplicht is om [getuige 15] die huisvesting nodig hebben toe te staan te gaan wonen in het pand;
- bij verkoop van het pand en geen nieuw pand wordt aangekocht, de opbrengst over te dragen aan [gemeenschap 1] .
- dat [gemeenschap 1] en de [getuige 15] gemeenschap na samenkomst met de [getuige 15] in Zweden geld inzamelen en een renteloze lening toekennen van € 140.000,00 aan [verdachte] voor de bouw van het pand [adres 2] ;
- [verdachte] verplicht is om de huidige overeenkomst met eerdere overeenkomsten inzake leningen samen te brengen en zich te houden aan alle verplichtingen en afspraken uit de overeenkomst van 17-9-2007.
- dat hij gevraagd was door de [getuige 15] gemeenschap om geld in te zamelen en deze inzameling te organiseren;
- dat hij € 41.000,00 heeft ingezameld;
- dat [verdachte] deze inzameling dient te gebruiken voor de aankoop van een pand.
- dat hij gevraagd was door de [getuige 15] gemeenschap om geld in te zamelen en deze inzameling te organiseren;
- dat hij € 140.000,00 heeft ingezameld;
- dat [verdachte] deze inzameling dient te gebruiken voor de bouw van een pand.
- feit 2 valsheid in geschrift (geschriften d.d. 6 november 2008, 14 mei 2010, 3 oktober 2005, 1 juni 2007, 14 april 2009, 14 april 2009 en 3 oktober 2005) en
- feit 3 uitkeringsfraude.
Van oudsher zijn [getuige 15] gewend om zichzelf te redden. Een (semi) nomadische levenswijze, een mondelinge cultuur en een vijandige omgeving brengt dat met zich mee. Incidenteel is er weliswaar sprake van institutionele hulpverlening, van de kant van overheden, kerken en charitas. Het feit dat [getuige 15] – in vergelijking met andere immigranten – lange tijd niet beschikten over een eigen kerk, krant of hulporganisatie, betekent uiteraard niet dat zij geen eigen religieuze praktijken uitoefenden, met elkaar informatie uitwisselden of elkaar assistentie verleenden. Over het algemeen vertrouwen zigeuners vooral op hun eigen zelfhulpmechanismen, op basis van gewoonterecht. [getuige 15] helpen elkaar door leniging van directe noden in geval van ziekte, huisvesting, maar ook in geval van bruiloften en
[medeverdachte 2] (VO1), 4 april 2012, 10:15 uur
contant betaald, iemand gaat dan naar de bank of postkantoor om die rekeningen te betalen. De rest van het geld wordt samen gelegd en alles wordt gedeeld en samen betaald. Dit geldt voor de hele [familienaam 1] , niet alleen voor [adres 9] . De hele groep legt dit samen.
[medeverdachte 2] (V07), 7 april 2012, 15:00 uur
[verdachte] (V02), 4 april 2012, 14:00 uur
[verdachte] (V04), 4 april 2012, 14:00 uur
[medeverdachte 6] (V02), 4 april 2012, 15:15 uur
[medeverdachte 7] (VO1), 4 april 2012, 10:40 uur
[medeverdachte 7] (V04), 6 april 2012, 10:40 uur
[medeverdachte 5] (V02), 4 april 2012, 13:40 uur
Voertuigen en samenhangende kosten
[medeverdachte 4] (VOl), 4 april 2012, 9:55 uur
[medeverdachte 2] (V07),7 april 2.012., 15:00 uur
[medeverdachte 6] (VOl), 4 april 2012, 09:40 uur
[medeverdachte 3] (V03) 4 april 2012, 11:48 uur
[medeverdachte 7] (V01), 4 april 2012, 10:40 uur
[medeverdachte 5] (V02), 4 april 2012, 13:40 uur
Sieraden
[medeverdachte 7] (V04), 6 april 2012, 10:40 uur
geld bij me gepakt, net
[medeverdachte 5] (V06), 5 april 2012, 13:15 uur
[medeverdachte 5] (VOS), 7 april 2012, 19: 10 uur
[medeverdachte 5] (V02), 4 april 2012, 13:40 uur
[verdachte] (V02), 4 april 2012, 14:00 uur
[medeverdachte 6] (V02), 4 april 2012, 15:15 uur
[medeverdachte 7] (V01), 4 april 2012, 10:40 uur
[medeverdachte 3] (V03), 4 april 2012, 11:48 uur
- Tevens werd informatie ontvangen van twee girale overboekingen op de bankrekening van notariskantoor [notaris 2] te Heesch op 27 april 2009 en 6 mei 2009. Deze bedragen werden overgeboekt en bedroegen in totaal € 81.000,00;
- Volgens de gemelde verdachte transacties werd door [medeverdachte 2] tweemaal een contante opname gedaan van bankrekening [rekeningnummer 2] , respectievelijk op
- De contante stortingen die werden gedaan middels het stortingsapparaat van de Rabobank bedroegen in totaal € 68.375,00;
- Bij de laatste Rabobank melding, van 8 juli 2009, werd nog de mededeling gedaan:
het hof begrijpt: de [getuige 15]] een organisatie in Zweden hebben. [medeverdachte 2] heeft verder verklaard dat er naderhand een officiële organisatie is opgericht in Zweden, een [getuige 15] -organisatie. Deze is opgericht door [getuige 15] in Zweden. [33] Hij is een belangrijk persoon bij de [getuige 15] , maar ook bij de [gemeenschap 3] [
het hof begrijpt: de benaming voor iemand die geen [getuige 15] is]. Hij werkt bij de gemeente in Helsingborg. De [groep 4] [
het hof begrijpt: de organisatie in de Verenigde Staten] is volgens [medeverdachte 2] overgegaan in deze officiële Zweedse organisatie. Hij heeft voorts verklaard dat de naam een paar keer is gewijzigd. Hij denkt dat het nu ‘ International Riksbund [getuige 15] ’ heet. [medeverdachte 2] verklaarde verder dat uit verschillende landen [getuige 15] zigeneuners bij elkaar komen. In Nederland bestaat de [getuige 15] familie genaamd [medeverdachte 2] , daar maken zij deel van uit, aldus [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] verklaarde dat er dan mensen komen uit onder andere Italië en Duitsland en dat hij namens Nederland komt, want hij vertegenwoordigt de [getuige 15] familie uit Nederland en hij behoort tot die conferentie. [medeverdachte 2] verklaarde dat zij een uitnodiging krijgen voor een conferentie in onder andere Zweden, Duitsland of Nederland om over familiezaken te praten. Als wordt gevraagd van wie hij die uitnodiging krijgt, beroept [medeverdachte 2] zich op zijn zwijgrecht. [34]
het hof begrijpt: de leden van de [familienaam 1]] werd bepaald. Zij bepaalden ook welke datum er onder de overeenkomst kwam te staan. Met betrekking tot de overeenkomst van 14 april 2009 verklaarde [getuige 15] aanvankelijk dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] hem op die datum bezochten in Helsingborg met het verzoek de onderhavige afspraak op te stellen. Later verklaarde [getuige 15] , geconfronteerd met de bevindingen uit het onderzoek naar zijn inbeslaggenomen digitale bestanden, dat ‘de besteller’ van het betreffende stuk, iemand van de [familienaam 1] , bepaalde welke datum onder het stuk kwam te staan. Dat geldt voor alle stukken (overeenkomsten/verklaringen) die hij op verzoek van de [familienaam 1] heeft opgesteld. Hem werd verteld (mondeling/schriftelijk) wat hij op moest schrijven, welke personen werden bedoeld, om welke bedragen het ging en welke datum op het betreffende stuk moest komen te staan. De persoon van de [familienaam 1] waarop het stuk betrekking had, kwam persoonlijk naar Helsingborg; dat was dus niet altijd dezelfde persoon. Wel was het zo dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 10] [getuige 15] het vaakst hebben bezocht. [medeverdachte 2] vertelde [getuige 15] in de eerste helft van 2011 dat de Belastingdienst verklaringen wilde die bekrachtigden dat de [familienaam 1] geld had gekregen van verschillende [getuige 15] uit Europa. [medeverdachte 2] heeft [getuige 15] voor het laatst begin 2012 in Helsingborg bezocht: mogelijk dat [medeverdachte 10] daarbij ook aanwezig was, aldus [getuige 15] . [38]
[organisatie]), die eerder gedurende het strafproces in hoger beroep is geraadpleegd en waaruit bleek dat het om een officiële organisatie gaat die in Duitsland is gevestigd. Deze website is momenteel niet meer bereikbaar. De organisatie richt zich op Evangelisatie en Bijbelstudie. Over deze organisatie stond op voormelde website vermeld: ‘The Bible Studies Program of Systematic Theology of the School [organisatie] is a program that allows one to study the Bible on a theological level.’
U houdt mij voor dat ik in mijn verklaring[het hof begrijpt: de eerdere verklaring die schriftelijk is ingediend]
spreek over Alexa [getuige 15] . Wij hebben hem gekozen als penningmeester voor project Rosmalen in Holland. Hij was er verantwoordelijk voor dat hij financieel alles zou doen, dat was zijn taak. Er waren meerdere kandidaten voor maar het comité kiest dan iemand van dat land. Als het project is goedgekeurd komt het comité samen en dan wordt er gekozen uit drie of vier kandidaten wie dat gaat doen. U vraagt mij of ik weet hoe de heer [getuige 15] het geld heeft ingezameld. Niet alles maar ik weet dat de heer [getuige 15] vaak daarheen gereden is. Ik ben de eerste penningmeester en hij moet mij regelmatig, elke 3 of 4 maanden laten weten hoeveel geld hij heeft ingezameld.’ [42]
Wij hebben in Charkov in Oekraïne een stichting ten behoeve van de [getuige 15] . (...) Wij, als maatschappelijke organisatie, houden ons bezig met het steunen van mensen op sociaal of financieel gebied, zoals vele [getuige 15] -organisaties. Wij hebben zelf geen mogelijkheden om financiële hulp te bieden, maar we hebben wel een netwerk dat we daarvoor kunnen inschakelen. Dat komt voort uit onze tradities, om elkaar te helpen. [organisatie] was bezig met het inzamelen van geld om de Nederlandse maatschappelijke [getuige 15] -organisatie te kunnen ondersteunen. (...)
Wij zien het als onze plicht om mensen te helpen die het nodig hebben.’ Ook in het rapport van de deskundige [deskundige] wordt gesproken over bijstand voor mensen die behoeftig zijn: [getuige 15] helpen elkaar door leniging van directe noden in het geval van ziekte en huisvesting, maar ook in het geval van bruiloften en begrafenissen. [43]
Of [verdachte] nu een koning onder Lovara was of niet – in Nederland dan wel voor de familie elders – een Rom-baro was hij zeker. Een baro is de eerste onder de ouderen in de familia en de vitsa: hij overziet het alledaagse leven en alle interacties tussen de leden, zowel in economisch opzicht als verwantschappelijk, en weet meerdere rollen tegelijk te hanteren. (...) De baro is in principe de schakel tussen kumpanhia en de buitenwereld (maatschappelijk werk, politie, burgemeester etc.). Van een meer spirituele orde is de puro. Als oude en zeer gerespecteerde onder de hoofden van grote families en clans, interpreteert de puro de [rechten en plichten] ( [rechten en plichten] ) en past die toe in overleg met anderen, in een panel van [rechtsprekenden] (rechtsprekers). In tegenstelling tot de kumania – een losse association – is de [rechten en plichten] meer controlerend en gezaghebbend (Lemon, a, 1988). [45]
‘Op de vraag van de Nederlandse raadsman in 2014 of het optreden van de [rechten en plichten] gebruikelijk is binnen de [getuige 15] cultuur, antwoordde een Zweedse tolk Romanes bevestigend ( [medeverdachte 12] , 25 november 2014, p s). Aanvullend merkte Sarov op dat de [rechten en plichten] echter niet direct de plek is om over leningen en inzamelingen te spreken: ‘dat is meer een zaak voor familieberaad’. Over het algemeen nemen rechtsprekers misdrijven in behandeling, aldus de Zweedse Lovara, wanneer er ‘iemand vandoor gaat met een minderjarig meisje’ bijvoorbeeld.’ [47]
opmerking hof: en ligt – gelet op de huidige huizenmarkt – vermoedelijk nog vele malen hoger]. [48] Daarnaast is uit de hiervóór reeds besproken kasopstelling gebleken dat de uitgaven van de [familienaam 1] ruim € 2.000.000,00 meer dan hun legale inkomsten in de onderzochte periode. Er waren uitgaven gedaan voor de aanschaf en onderhoud van voertuigen voor een bedrag van € 277.890,70. Ook zijn uitgaven gedaan voor sieraden en andere luxe goederen. [49] Deze hoge uitgaven door de familie, waarvan slechts een deel over een uitkering beschikte, kunnen simpelweg niet zijn gedaan met de legale inkomsten.
vermoedenvan witwassen ontstaat en heeft derhalve geen bekend grond- of brondelict.
een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaringgeeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. De omstandigheid dat zo een verklaring van de verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.
nader onderzoekte doen naar die verklaring. De rechter zal dan mede op basis van de resultaten van dat onderzoek moeten beoordelen of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat (het niet anders kan zijn dan dat) het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Indien een dergelijke verklaring uitblijft, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn overwegingen omtrent het bewijs (vgl. HR 18 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2352, rov. 2.3.1.-2.4.).
een geschrift2) met
de functie van bewijsbestemmingen 3) welk geschrift
valselijkmoet zijn opgemaakt of na het opmaken moet zijn
vervalst. Bij het ‘valselijk opmaken’ gaat het om een geschrift dat in het geheel vals is opgemaakt. Bij het ‘vervalsen’ gaat het – kort gezegd – om het aanbrengen van wijzigingen, toevoegingen of verwijderingen op of aan een bestaand geschrift. Ook het nalaten om iets te doen – bijvoorbeeld het niet invullen van een formulier – kan valsheid in geschrift opleveren.
het oogmerk om als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken. Het in artikel 225 eerste lid van het Wetboek van Strafrecht bedoelde oogmerk ziet slechts op het gebruik van het valse of vervalste geschrift en niet op de valsheid zelf (vgl. HR 23 april 1996,
DD96280 en HR 12 mei 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1033, NJ 1998/694). Het oogmerk ziet daarmee op de misleiding en niet op de bevoordeling of benadeling. Dit oogmerk behelst doelbewustheid met betrekking tot het gebruiken of het doen gebruiken van het valse c.q. vervalste geschrift als echt en onvervalst. Met andere woorden: had de verdachte de bedoeling het desbetreffende geschrift te (doen) gebruiken? Deze doelbewustheid behelst minst genomen zekerheids- of noodzakelijkheidsbewustzijn. Voorwaardelijk opzet is niet toereikend (vgl. HR 15 juni 1982, ECLI:NL:HR:1982:AC4197 en HR 25 oktober 1983, ECLI:NL:HR:1983:AC8151).
Of [verdachte] nu een koning onder de Lovara was of niet – in Nederland dan wel voor familie elders – een [getuige 15] -baro was hij zeker. Een baro is de eerste onder de ouderen in de familia en de vitsa.’ [55]
het hof begrijpt: alle stukken zoals overeenkomsten omtrent de leningen] bij de Belastingdienst is, dat alle brieven bij de heer [getuige 3] liggen en dat de heer Broekema uit Lelystad, inspecteur van de Belastingdienst, alles van de [familienaam 1] weet. De heer Broekema heeft de heer [getuige 3] ook voor de [familienaam 1] gebeld teneinde alles uit te leggen. De heer Broekema werkt thans als fiscalist in Lelystad. [verdachte] heeft voorts verklaard dat ze ongeveer drie weken geleden [
opmerking griffier: drie weken voor 8 april 2012] bij de heer Broekema waren om alles te bespreken en dat ze met vier belastinginspecteurs zouden gaan praten. Als [verdachte] wordt gevraagd wie hij me ‘ze’ bedoeld, geeft hij aan:
‘ [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 10] en ik. We zouden met de Belastingdienst om de tafel gaan zitten. De belastinginspecteurs zijn: [getuige 3] , [belastinginspecteur 1] , [belastinginspecteur 2] , en nog iemand. Alles wat zij ons vragen, krijgen ze. Als ze om brieven vragen, dan geven wij die.’Als de verbalisant [verdachte] vraagt wie ervoor zorgt dat alle stukken worden verzameld voor de familie, verklaart [verdachte]
: ‘Dat is [medeverdachte 10] , hij kan goed schrijven, hij spreekt goed Nederlands.’ [57]
het hof begrijpt: [verdachte]] de baas is en dat de oudste respect krijgt. De oudste krijgt respect van de hele familie en wat diegene zegt is zo. Zijn opa heeft altijd het respect gehad binnen de familie. Als [medeverdachte 5] met hem praatte, dan praatte hij rustiger terug en keek hij hem niet direct aan. Hij ging nooit tegen zijn opa in. Als iemand geen respect toonde richting zijn opa, dan was die persoon geen familie meer. Sinds zijn opa is overleden heeft de oudste zoon van zijn opa, [medeverdachte 2] , de plek van opa ingenomen en krijgt hij het respect van de familie. [medeverdachte 5] verklaart verder nog dat zijn vader de broer van [medeverdachte 2] is en dat zijn vader drie broers heeft [
het hof begrijpt: [medeverdachte 2] , [medeverdachte 10] en [verdachte]]. [58]
het hof begrijpt: [medeverdachte 6]] en zijn ooms [medeverdachte 2] en [medeverdachte 10] alles weten; zij zijn het hoofd van de familie. Als [medeverdachte 5] wordt gevraagd hoe de verhoudingen tussen de drie broers als hoofd van de familie zijn, verklaart [medeverdachte 5] dat zijn oudste oom [
het hof begrijpt: [medeverdachte 2]] de belangrijkste rol heeft en dat de andere broers [
het hof begrijpt: [medeverdachte 6] , [medeverdachte 10] en [verdachte]] naar hem – [medeverdachte 2] – luisteren. [medeverdachte 5] voegt daaraan toe dat binnen hun cultuur de oudste het meeste rechten en respect heeft.
het hof begrijpt: formeel] geen boekhouder is, maar dat hij al een jaar [
opmerking hof: dus sinds 2011] brieven met de Belastingdienst schrijft, enzovoort.
het hof begrijpt: [gemeenschap 1]] gezegd worden op welke naam het huis moest worden overgenomen. [medeverdachte 6] heeft verder verklaard dat dat zo ging tot [medeverdachte 10] , dat de politie het aan [medeverdachte 10] moest vragen omdat hij de papieren heeft geregeld. Als [medeverdachte 6] wordt gevraagd hoeveel geld [medeverdachte 1] heeft uitgegeven voor het onderhoud van het pand aan [adres 10] te Rosmalen, verklaart hij dat hij de datum kwijt is maar dat hij weet dat er is uitgebreid en dat er een garage is gebouwd. Hij heeft verklaard dat hij de laatste jaren voor drie huizen zorgt, dat [medeverdachte 10] daarvoor zorgt en dat hij er niet uitkomt met de stapel papieren die de politie hem laat zien; hij komt daar nooit uit en daarvoor moet de politie naar [medeverdachte 10] gaan.
het hof begrijpt: [medeverdachte 2]] en [medeverdachte 10] de mannen zijn die het weten en hoe het gaat en dat als – bijvoorbeeld – de Belastingdienst belt, dat zij dan met zijn vader en [medeverdachte 10] belt en niet met hem. [64]
het hof begrijpt: [verdachte]] naar het kantoor. Na het overlijden van zijn vader kwam [medeverdachte 10] vaak met een ander familielid naar het kantoor. Voorts verklaard de heer [getuige 12] dat [medeverdachte 10] de laatste keren werd vergezeld door de neef van [medeverdachte 10] , wiens naam mogelijk begint met de letter ‘D’. De heer [getuige 12] heeft over zijn werkzaamheden voor de [familienaam 1] verklaard dat hij in het algemeen vertaalwerk deed, van Zweeds naar Nederland of van Nederlands naar Zweeds, twee keer hebben zij op verzoek vertaalwerk verricht van Zweeds naar Engels en twee keer van Nederlands naar Engels. Voor de vertalingen van Zweeds naar Engels heeft de heer [getuige 12] twee keer vertaalbureaus in Engeland ingeschakeld. Hij heeft voorts omtrent de werkwijze verklaard dat als een klant bij hun kantoor komt met een vertaalverzoek dat zij – indien zij dit zelf niet kunnen vertalen – een vertaler gaan zoeken. In dat laatste geval worden de stukken naar de vertaler verstuurd welke vervolgens aan de slag gaat. Als de vertaler klaar is ontvangen zij de vertaalde stukken en stellen zij deze ter beschikking van de klant. De heer [getuige 12] heeft voorts verklaard dat in geval van de [familienaam 1] , zij een vertaler hebben gezocht die Zweeds naar Nederlands en Nederlands naar Zweeds kon vertalen. Dat was onder andere mevrouw [vertaler 1] . De heer [getuige 12] heeft het vertaalbureau F.A.X. Translations het vertaalwerk Zweeds laten verzorgen. Als de stukken gereed waren belde de heer [getuige 12] [medeverdachte 10] met de mededeling dat de vertalingen gereed waren.
[medeverdachte 10]bouwvergunningen verleend voor de bouw van een garage respectievelijk aanbouw bij dit pand. [77] Rijkswaterstaat heeft het pand vanwege de omlegging van de Zuid Willemsvaart op 3 oktober 2008 gekocht van de erven van [betrokkene 6] [medeverdachte 2] voor een bedrag van € 1.689.600,00. [78]
nietin staat om met voldoende mate van zekerheid uit te sluiten dat de gelden een legale herkomst hebben en aan te nemen dat een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring van de waargenomen feiten en omstandigheden geldt. Het enkele feit dat mogelijk sprake is van een (overigens niet tenlastegelegde) valselijk opgemaakte depotakte d.d. 21 oktober 2010, notariële schuldbekentenis d.d. 24 oktober 2008 en leenovereenkomst d.d. 28 oktober 2010 [80] leidt niet reeds tot het oordeel dat voldaan is aan voornoemd criterium.
het hof begrijpt: de opvolger van [groep 3]] merkt het hof nog het volgende op. Naar aanleiding van een rechtshulpverzoek is uit Zweden informatie verstrekt over het doel van deze vereniging. Deze doelen luiden als volgt.
Bedoeling en doelstelling van de vereniging
het hof begrijpt: het contract uit 1995] getoond en gevraagd wie de eigenlijke verklaring heeft opgesteld. [getuige 15] verklaart dat hij dit zelf heeft gedaan. Hij verklaart vervolgens dat hij en/of [gemeenschap 1] en/of [gemeenschap 1] niets te maken hebben gehad met de aankoop van de grond voor [medeverdachte 8] in 1995 en de bouw van een huis aan de [adres 10] te Rosmalen.
- ondersteuning bij de vorming van leden verenigingen, deze te helpen in hun beginstadium, ze aan te moedigen tot contacten met lokale autoriteiten, instellingen en organisaties;
het hof begrijpt: de opvolger van [groep 3]]. Nadat [medeverdachte 12] werd geconfronteerd met dit document, verklaart hij dat het foutief is opgeschreven. De vereniging zou alleen weten dat de overheid dat bedrag heeft betaald voor het huis. Het was [medeverdachte 6] die kon beschikken over het geld. [123]
het hof begrijpt: [getuige 33]], [getuige 27] , [getuige 34] , [getuige 28] , Goran [getuige 16] , [getuige 29] en [getuige 30] , die op de kwitanties uit 1995 van de notaris staan vermeld. Voorts is verzocht de 23 getuigen die staan vermeld op de kwitanties uit 1998 van [bedrijf] . te horen. Verder is verzocht om Zweedse Notaris [notaris 3] te horen.
het hof begrijpt: [gemeenschap 3]]. [133]
van de woning in sector E nr. 2879 aan de [adres 6] , 5246 CD Rosmalen’.
nietin staat met voldoende mate van zekerheid uit te sluiten dat de gelden een legale herkomst hebben en aan te nemen dat een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring van de waargenomen feiten en omstandigheden geldt. Het enkele feit dat sprake is van een valselijk opgemaakte leenovereenkomst d.d. 12 november 2003, zoals hierna zal worden overwogen, leidt niet reeds tot het oordeel dat voldaan is aan genoemd criterium.
het hof begrijpt:[groep 3] ] zijn uitgeleend, maar dan blijft het (aldus) verantwoorde bedrag in verband met de leningen van Aleksic en [betrokkene 9] nog steeds significant hoger (ruim € 18.000,00) dan het benodigde bedrag, nog daargelaten dat deze verklaring zich niet laat verenigen met de twee ‘bewijzen van geldlening’. Bovendien staat deze verklaring van [medeverdachte 6] op gespannen voet met de verklaring van [medeverdachte 12] waaruit valt op te maken dat er € 52.000,00 aan [medeverdachte 8] was uitgeleend en dat dit geld door [betrokkene 10] in een aantal dagen werd ingezameld vanaf Göthenborg tot Lund. [203]
ingezamelden dat zij dit bedrag renteloos aan [medeverdachte 8] uitleent. [medeverdachte 6] heeft echter meermalen tegenover de politie verklaard dat de € 25.000,00 waarmee de hypothecaire geldlening van [getuige 13] werd afgelost afkomstig was van de
schadevergoedingdie Jumbo Supermarkten aan [medeverdachte 8] had uitgekeerd [204] en dat dit geld toebehoorde aan de [gemeenschap 2] . [205]
inzamelingmaar van de
door Jumbo Supermarkten betaalde schadevergoeding. De omstandigheid dat de concepten doorlopend zijn genummerd en in oktober 2008 zijn aangeboden ter vertaling naar het Zweeds leveren een bevestiging op van het vermoeden dat de overeenkomst van 3 oktober 2005 is geantedateerd.
ik verzoek u vriendelijk aan mij door te geven of ‘ [groep 3] ’ of ‘ [gemeenschap 1] ’ als schuldeiser in de schuldbekentenis moet worden opgenomen.’ [220]
aankoopvan het pand aan [adres 2] . De overeenkomst is opgemaakt in het Zweeds en ondertekend door [getuige 15] en [verdachte] en was voorzien van een Nederlandse vertaling. [232] Uit de op vordering van vertaalbureau De Keulenaar verkregen gegevens blijkt dat [verdachte] op 17 april 2008 opdracht heeft gegeven om de overeenkomst van het Zweeds naar het Nederlands te vertalen. [233]
bouwvan het pand aan [adres 2] . [verdachte] is verplicht om de huidige overeenkomst met eerdere overeenkomsten inzake leningen samen te brengen en zich te houden aan alle verplichtingen en afspraken uit de overeenkomst van
aankoopvan een pand. [238] Uit de van vertaalbureau De Keulenaar verkregen gegevens blijkt dat [medeverdachte 10] op 17 februari 2012 opdracht heeft gegeven tot vertaling van deze verklaring van het Zweeds naar het Nederlands. [239]
bouwvan een pand. [240] Uit de van vertaalbureau De Keulenaar verkregen gegevens blijkt dat [medeverdachte 10] op 17 februari 2012 opdracht heeft gegeven tot vertaling van deze verklaring van het Zweeds naar het Nederlands. [241]
‘om het op een of andere wijze aanwenden van het betrokken voorwerp ten behoeve van de witwasser zelf of ten behoeve van derden. Het heeft een element van profijttrekking in zich’.
createdOn’) op 5 december 2007, 10 januari 2011 en 23 januari 2012. [256] De ‘createdOn’-data van de drie hiervoor genoemde bestanden blijken bovendien samen te vallen met reizen van (leden van) de [familienaam 1] naar Zweden. [257] Dit sluit aan bij de verklaring van [getuige 15] , voor zover inhoudende dat [verdachte] en (vermoedelijk) [medeverdachte 2] naar Zweden kwamen met overeenkomsten in de Romataal die [getuige 15] op hun verzoek naar het Zweeds vertaalde en vervolgens door [getuige 15] werden ondertekend. [258]
het verwerven en vervreemden van woonhuizen zulks om [getuige 15] -families te voorzien van geschikte huisvesting in Nederland’. [260]
aankoop huis [adres 3] 1’. [267] Uit een vergelijking van de tijdstippen van de contante stortingen met de tijdstippen van de overboekingsopdrachten blijkt dat kort voorafgaand aan de overboeking een contante storting werd gedaan die toereikend was om de overboeking te kunnen doen. [268]
geen enkeleondersteuning te putten voor de juistheid van de bewering van verdachten dat het geld voor de aankoop van de [adres 3] afkomstig is van een door RIE verstrekte geldlening, noch van een onder leiding/toezicht van deze vereniging georganiseerde inzameling. Zelfs voor de bewering van verdachten dat de gelden afkomstig zijn van inzamelingen die zijn gehouden onder [getuige 15] in het buitenland, kan geen enkel aanknopingspunt worden gevonden in de verklaring van [getuige 15] . [getuige 15] geeft enkel aan dat hij heeft opgeschreven wat hem werd opgedragen maar dat hij zelf niets heeft gezien of waargenomen met betrekking tot inzamelingen of het verstrekken van gelden.
evenminbewijs op voor het realiteitsgehalte van de gestelde geldlening/inzameling, integendeel: deze overeenkomst lijkt uitsluitend bedoeld om de werkelijke herkomst van de middelen waarmee de [adres 3] is aangeschaft te verhullen, terwijl ook de verklaringen van verdachten zelf geen aanknopingspunten bieden om de gestelde herkomst nader te onderzoeken.
NJ 2010/655). Echter, het hof heeft uit openbare bronnen vernomen dat de tenlastegelegde panden vrijwel allemaal luxueuze woningen betreffen. Van een dergelijk ‘eenvoudig dak boven het hoofd bieden’ is in casu voor wat betreft alle tenlastegelegde panden daarom geen sprake. Het hof verwerpt dit verweer.
- [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] het gebruik van een woonhuis staande en gelegen aan [adres 4] hebben genoten;
- [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] het gebruik van een woonhuis staande en gelegen aan [adres 6] hebben genoten;
- [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] het recht van erfpacht betreffende een (camping) winkel op het recreatieterrein [locatie] , staande en gelegen aan [adres 5] , hebben genoten;
- [medeverdachte 9] het gebruik van een woonhuis staande en gelegen aan de [adres 7] te ’s-Hertogenbosch heeft genoten;
- [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] het gebruik van een woonhuis staande en gelegen aan de [adres 3] te ’s-Hertogenbosch hebben genoten;
- [verdachte] het gebruik van een woonhuis staande en gelegen aan [adres 2] heeft genoten;
- [medeverdachte 10] het gebruik van woonhuizen staande en gelegen aan [adres 4] , [adres 2] en [adres 6] , alsmede het recht van erfpacht betreffende een (camping) winkel op het recreatieterrein [locatie] , staande en gelegen aan [adres 5] , heeft genoten,
Zweedsegeldleningen, dient deze verklaring als ongeloofwaardig terzijde te worden geschoven; het hof verwijst in dit verband naar hetgeen zij hiervoor, bij de betreffende panden, heeft overwogen.
[groep 4]– dit betreft de bronfinanciering [adres 13] ten behoeve van de aankoop van de [adres 7] in 2003 door [medeverdachte 9] en de bronfinanciering [adres 10] ten behoeve van de aankoop van de [adres 1] in 2010 door [medeverdachte 10] – overweegt het hof het volgende.
eigenmisdrijf verkregen gelden. Dat daarvan in casu sprake is, is niet gesteld of gebleken.
en
medeplegen van: van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
valselijkopgemaakte stukken.
- de inhoud van het verdachte betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 22 juli 2020, waaruit volgt dat verdachte geen relevante contacten met politie en justitie heeft gehad;
- de proceshouding van verdachte, in die zin dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn gedragingen;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals die ter terechtzitting naar voren zijn gebracht.
2. De voorwerpen moeten in dit geval worden uitgeleverd of de geschatte waarde moet worden betaald.’
2. Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.’
2. In geval van verdenking van of veroordeling wegens een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen in beslag genomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een naar aanleiding van dat misdrijf op te leggen verplichting tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
3. Ingeval van verdenking van een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vierde categorie kan worden opgelegd, kunnen voorwerpen in beslaggenomen worden tot bewaring van het recht tot verhaal voor een ter zake van dat misdrijf op te leggen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.’
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.