2.2.1.Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686-1)
(van 20 november 2003), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 017-020).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 20 november 2003 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Ik ben werkzaam als stagiaire bij de Fortisbank op de Arent Janszoon Ernststraat 599 te Amsterdam. Ik loop sinds 4 september 2003 stage aan de voornoemde bank. Mijn functie bestaat uit diverse werkzaamheden o.a. ordenen van dossiers, kas- en balie werkzaamheden, commerciële ondersteuning, het helpen van accountmanagers met projecten.
Vandaag op 20 november 2003 ben ik om 09.15 uur begonnen. Ik ben vanmorgen begonnen met kas- en baliewerkzaamheden. Ik kan u vertellen dat wij achter de balie diverse werkzaamheden verrichten. Wij staan klanten te woord, verwerken stortingen, opnames, geldtransacties, kluisbezoeken enzovoort. Het geld dat wij contant ontvangen van klanten dat storten wij direct weg via een luikje wat zich achter de kleine kas bevindt. De kluis is beveiligd middels een tijdslot. Dit houdt in dat de kluis wel geopend kan worden maar dat dit enige tijd duurt. Achter de balie centrale kas zit een lade genummerd 11 welke geopend kan worden met een code. In deze lade zitten de grote coupures (biljetten van E 100 tot E 500).
Vandaag op 20 november 2003 was het erg rustig. Er was een aantal geldbestellingen gedaan voor 19 november welke niet waren opgehaald, deze lagen nog in lade 11. Ik wist niet precies wat er in lade 11 lag, maar ik dacht ongeveer E 70.000,-. Ik heb wel gehoord, na de overval, dat er een geldbedrag van E 82.500,- is weggenomen.
Op 20 november omstreeks 15.30 uur, werd ik wederom gebeld op het telefoontoestel aan de balie van de kleine kas. Ik hoorde dat ik een man aan de telefoon had. Ik hoorde dat de man aan mij vroeg of hij geld kon wisselen. Ik hoorde dat de man vroeg of hij biljetten van E 500,- voor biljetten van E 200,- kon wisselen. Ik zei tegen de man "Een moment, ik ga even voor u kijken". Ik heb de hoorn naast het toestel neergelegd. Ik ben naar lade 11 gelopen. Ik wist dat er voldoende geld in lade 11 zat maar ik wilde voor de klant verifiëren of er voldoende biljetten van E 200,- waren om te wisselen. Ik stond met mijn gezicht naar lade 11 en met mijn rug naar mijn collega [betrokkene 2] . Ik hoorde een hoop geschreeuw.
Ik hoorde dat er geroepen werd "Dit is een beroving", "Iedereen op de grond", "Er is niets aan de hand", "Nu, nu,", "Sneller, of wil je ook een kogel door je kop!" en/of woorden van gelijke strekking. Ik draaide mij om en keek in de richting vanwaar het geschreeuw kwam. Ik zag dat al mijn collega's en een klant allemaal waren gaan liggen. Ik zag dat de man een vuurwapen in zijn rechterhand had. Ik zag dat de man dit wapen op mij richtte. Ik hoorde dat de man hier op luide toon bij zei: "Vullen, vullen anders krijg je een kogel door je kop" en/of woorden van een gelijke strekking. Ik zag dat de man een rode plastic tas van het merk 'Dirk van den Broek' op de balie gooide. Ik heb de tas gepakt. Ik vreesde voor mijn leven. Ik dacht dat de man mij dood zou schieten. Ik heb het geld uit lade 11 in de tas gedaan. Ik hoorde dat de man tegen mij zei: 'Sneller, sneller!' en/of woorden van gelijke strekking. Ik heb de volledige inhoud van lade 11 in de tas gedaan. Ik heb de tas vervolgens op de balie gezet.
Op het moment van de overval waren er twee oude dames bij de kluis. Ik zat samen met [betrokkene 2] achter de balie en mijn collega [betrokkene 3] zat achter de infobalie. Tevens meldde zich een mevrouw met een kinderwagen, zij was op dat moment van de overval aan het pinnen, die getuige is geweest en de daders heeft gezien.
2. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686-3)
(van 20 november 2003), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde pagina's 023-027).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 20 november 2003 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2] :
Ik werk sinds september 2003 bij de Fortis bank. Ik ben werkzaam als kas/balie medewerkster bij de Fortis bank in het filiaal op de A.J. Ernststraat 599 te Amsterdam.
Op donderdag 20 november 2003 omstreeks 15.00 kwam er een oudere meneer bij de bank binnen. Deze meneer meldde zich aan mijn balie en verzocht mij hem te helpen met zijn kluisbezoek. Ik ben vervolgens met deze meneer meegelopen naar zijn kluis. Ik ben vervolgens weer naar mijn balie gegaan en heb daarachter plaats genomen. Achter de balie bevindt zich een geldtelmachine. Deze geldtelmachine bevindt zich tussen mijn balie en die van [betrokkene 1] in. Op deze geldtelmachine ligt altijd een agenda. In deze agenda staan de bestellingen vermeld waarop klanten de door hen bestelde gelbedragen af komen halen. Ik heb vervolgens deze agenda gepakt om deze in te lezen omdat ik dacht aan een bestelling die gisteren besteld was door een klant voor morgen. Terwijl ik in de agenda aan het lezen was hoorde ik dat de telefoon op de balie van [betrokkene 1] over ging. Ik hoorde aan de ringtone dat het een extern gesprek moest zijn. Ik vond dit erg raar omdat niemand in het bezit hoort te zijn van het directe telefoonnummer van deze interne telefoon. Normaliter dient men via het algemene telefoonnummer van het filiaal te bellen naar de info balie van [betrokkene 3] op het algemene telefoonnummer. [betrokkene 3] draagt er vervolgens zorg voor dat de bij haar binnengekomen telefoongesprekken doorverbonden worden naar bijvoorbeeld de interne telefoon van [betrokkene 1] . Tevens vind ik het raar omdat [betrokkene 1] in het verleden wel vaker externe telefoongesprekken heeft ontvangen op zijn interne toestel. Ik hoorde dat [betrokkene 1] de telefoon opnam en dat hij iets zei zoals: 'Heeft u besteld? Briefjes van tweehonderd?'. [betrokkene 1] heeft wel meer gezegd maar ik heb het gehele gesprek verder niet gevolgd. Ik hoorde vervolgens dat [betrokkene 1] de hoorn op het toestel legde nadat het gesprek was afgelopen. Terwijl ik verder bladerde in de agenda zag en hoorde ik dat [betrokkene 1] opstond uit zijn stoel en liep in de richting van de voornoemde beveiligde lades paternoster. Ik denk dat [betrokkene 1] de code van lade elf had ingetoetst. Terwijl ik in de agenda aan het lezen was hoorde ik ineens een harde klap uit de richting van de toegangsdeur van de ontvangstruimte. Ik hoorde aansluitend hierop het geschreeuw van een persoon. Ik hoorde dat deze persoon schreeuwde: "Dit is een beroving. Iedereen naar beneden. Er is niets aan de hand". Ik zag vervolgens een persoon staan vlak voor de toegangsdeur aan de binnenkant van het filiaal. Ik zag dat deze persoon recht tegenover mijn balie stond. Ik zag dat deze persoon op ongeveer anderhalf a twee meter van mij af stond. Ik zag dat de man een zilverkleurig vuistvuurwapen in zijn rechterhand vast hield en dat de persoon dit vuurwapen heen en weer zwaaide met de kennelijke bedoeling het vuurwapen op een ieder, die in het pand aanwezig was, te richten.
Ik ben met mijn buik op de grond gaan liggen. Ik heb vervolgens omhoog gekeken naar de overzijde van de balie. Ik kon de man nu niet meer zien. Ik hoorde dat het geschreeuw van de man luider werd kennelijk omdat hij dichter bij mijn balie kwam. Ik zag vervolgens dat een roodkleurige plastic tas van het winkelbedrijf 'Dirk van den Broek' over de toonbank van mijn balie werd gegooid. Ik zag vervolgens het gezicht, het bovenlichaam de rechterarm en het pistool van de man verschijnen aan de bovenzijde van mijn balie. Ik keek naar boven in de richting van de man. Ik hoorde dat de man schreeuwde: 'Vul dit. Snel. Snel. Snel. Alles. Alles. Alles". Ik weet zeker dat hij tegen [betrokkene 1] schreeuwde en dat de man tevens het vuurwapen in de richting van [betrokkene 1] gericht hield omdat [betrokkene 1] daar nog moet hebben gestaan. Vervolgens zag ik dat de man met het pistool naar mij keek. Ik zag dat de man hierop zijn pistool op mij richtte en hoorde dat hij tegen mij schreeuwde: "naar beneden. Naar beneden. Naar beneden". Ik hoorde vervolgens het geruis van een plastic zak achter mij alsof iemand iets in de plastic tas deed.
3. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686-2)
(van 20 november 2003), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina's 031-032).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 20 november 2003 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 3] :
Ik ben medewerker van de Fortisbank. Vanmiddag hoorde ik op een gegeven moment dat er een overvaller binnen was. Ik hoorde toen wel op schreeuwende toon: "Dit is een overval". Andere woorden die gebruikt werden waren: 'Op de grond" en 'Naar beneden", "Tas vullen", "Niets aan de hand". Deze woorden werden steeds herhaald. Toen mij duidelijk werd dat het een overval was heb ik alleen gezien dat er een zilverkleurige loop van een pistool of revolver was. Op een gegeven ogenblik hoorde ik de schreeuwerige stem niet meer en hoorde ik de deur dichtvallen. Ik dacht dat de overval afgelopen was en heb voorzichtig boven mijn balie langs gekeken. Ik zag toen, vanaf mijn plaats dat bij de pinautomaat een vrouw stond te pinnen. Ik zag achter haar dat de overvaller achterop een motor stapte. Daar zat dus een bestuurder op die kennelijk op de overvaller had gewacht. De kleur is voornamelijk rood maar er zat ook wit in. De motor reed direct weg in de richting van de tram over de stoep naar de rijbaan toe. Ik heb ze daarna niet meer gezien.
Wat mij nog te binnen schiet is dat er bij de kasbalie een direct telefoongesprek is binnengekomen vlak voor de overval. Ik heb dit gehoord van mijn collega [betrokkene 1] . Directe gesprekken op dit toestel zijn niet gebruikelijk. Buitenlijnen komen namelijk binnen op het toestel dat op mijn balie staat.
4. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686-10)
(van 20 november 2003), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (doorgenummerde pagina's 033-035).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 20 november 2003 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 4] :
Op 20 november 2003 omstreeks 15.20 liep ik op de openbare weg de A.J. Ernststraat. Ik wilde namelijk geld gaan pinnen bij het op de A.J. Ernststraat gevestigde filiaal van de Fortis bank. Terwijl ik op de voornoemde locatie in de voornoemde richting liep hoorde ik het geluid van een draaiende motor van een motorfiets achter mij. Ik keek vervolgens rechts en zag dat er een motorfiets kwam aanrijden op het trottoir van de A.J. Ernststraat. Ik vond dit erg vreemd omdat de motorfiets op het trottoir reed en ik begreep niet waarom hij dat deed. Ik zag dat de motorfiets er als volgt uit zag: voornamelijk rood met wit erin. Ik zag vervolgens dat de bestuurder op de motorfiets stopte voor de hoofdingang van het voornoemde filiaal van de Fortis bank. Ik ben verder gelopen naar de pinautomaat, welke zich rechts naast de hoofdingang van de Fortis bank bevindt. Terwijl ik aan het pinnen was zag ik, vanuit mijn linker ooghoek dat er een tweede man door de glazen hal van het filiaal van de Fortisbank liep in de richting van de hoofdingang. Ik zag dat de tweede man redelijk rustig liep naar de hoofdingang van het Fortis filiaal en vervolgens achter op de motorfiets stapte. Ik zag vervolgens dat de eerste en de tweede man op de voornoemde motorfiets weg reden op de A.J. Ernststraat.
5. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686-12)
(van 2 november 2003), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 036-038).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 21 november 2003 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 5] :
Ik ben op 20 november 2003 getuige geweest van een overval op de Fortis bank aan de Arent Janszoon Ernststraat te Amsterdam. Ik had in de bank een tweetal mensen voor mij. Op het moment dat ik de kluisloketten uitkwam zag ik dat er een man de bank binnenkwam. Ik zag dat de man van mijn aanwezigheid schrok. Ik schrok ook van deze man. De man stond op dat moment op een afstand van ongeveer 3 meter van mij af. Ik zag dat deze man een pistool in zijn handen had.
Ik zag dat de man zijn wapen in (het hof begrijpt: mijn) richting hield. Ik deed direct mijn handen omhoog. Ik hoorde dat de man op luide en dwingende toon riep dat iedereen moest gaan liggen. Ik ben gaan liggen. Ik hoorde dat de man op een luide toon riep: "geld!", "Blijven liggen!" en/of woorden van gelijke strekking.
Ik hoorde het geluid van het open en dicht gaan van de deur. Ik heb toen nog even gewacht omdat ik zeker wilde weten dat de dader weg was. Ik ben toen naar buiten gelopen. Ik zag een motor rijden met daarop twee personen. Ik herkende de persoon die achterop zat als zijnde de dader van de bankoverval. Ik herkende de man aan zijn jas.
6. Een proces-verbaal met bijbehorende bijlage (met nummer 2003299686-13) (van 21 november 2003), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 046-051).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 21 november 2003 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 6] :
Ik ben werkzaam als adviseur operationele recherche concern veiligheidszaken bij de Fortis bank. Ik doe aangifte van diefstal van het geld wat buitgemaakt is bij de gewapende overval welke heeft plaatsgevonden op donderdag 20 november 2003 omstreeks 15.20 uur. Ik overhandig u een kopie van de kasverantwoording over 20 november 2003. Hieruit blijkt dat er een bedrag van E 107.504,00 is weggenomen bij de overval. [betrokkene 1] loopt sinds begin september 2003 stage bij het genoemde filiaal van de Fortis bank. [betrokkene 1] werkte op 20 november 2003 ten tijde van de overval aan de balie van de kleine kas. [betrokkene 1] had een telefoontoestel met het nummer 020 [0001] . Dit toestelnummer is geen extern nummer wat voor klanten bestemd is. Normaliter bellen klanten naar het centrale nummer 020 5175555.
Aan niemand werd het recht of toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
7. Een proces-verbaal, inclusief bijlagen (met nummer 2003299686) (van 8 april 2004), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (doorgenummerde pagina's 371-399),
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Het (centrale) telefoonnummer van de Fortisbank 020-5175555 is een zogenaamde ISDN-lijn, onderliggende nummers zijn 020- [0002] en 020- [0001] . Alleen een klant van de KPN met het nummer 06- [0003] , blijkt in de gevraagde periode te hebben gebeld naar het nummer 020- [0002] (zie ingevoegde B-analyse).
Uit de B-analyse blijkt het volgende: (plattegrond met zendmastlocaties wordt hierbij gevoegd)
Op 20 november 2003 te 15.05.20 uur wordt er door het nummer 06- [0003] gedurende 49 seconden ingebeld naar de Fortis bank.
Op 20.11.2003 te 15.17.11 uur wordt er door het nummer 06- [0003] gedurende 45 seconden in gebeld naar de Fortis bank.
Het nummer 06- [0003] maakt tijdens beide gesprekken gebruik van het imeinummer [0006] .
Uit het historisch bestand [0006] blijkt het volgende:
Op 19.11.2003 en 20.11.2003 zijn via het imeinummer [0006] verschillende simkaarten gebruikt, respectievelijk met de telefoonnummers 06- [0004] , 06- [0005] en 06- [0003] .
Via de mobiele telefoon met het imeinummer [0006] wordt vanaf 24.10.2003 continu een simkaart met het telefoonnummer 06- [0004] gebruikt, met uitzondering van 19.11.2003 (dag voor de overval) dan wordt ook het nummer 06- [0005] gebruikt, en 20.11.2003 (dag van de overval) wordt het nummer 06- [0003] gebruikt. Na de overval op 20.11.2003 wordt gewoon weer het oorspronkelijk telefoonnummer 06- [0004] gebruikt.
19.11.2003 te 16.07.57 uur, er volgt een uitgaand gesprek gedurende 4 seconden met het telefoonnummer 06- [0005] , naar het telefoonnummer 020- [0002] , dit betreft het nummer van de Fortis bank.
Op 19.11.2003 te 16.12.07 uur, uitgaand gesprek gedurende 66 seconden met het telefoonnummer 06- [0005] , naar het telefoonnummer 020- [0002] , dit betreft het nummer van de Fortis bank.
20.11.2003 te 15.05.20 uur (dag van de overval/ kort voor de daadwerkelijke overval) de simkaart met het telefoonnummer 06- [0004] wordt verwisseld voor een simkaart met het telefoonnummer 06- [0003] , er volgt een uitgaand gesprek gedurende 49 seconden met het telefoonnummer 06- [0003] naar het telefoonnummer 020- [0002] dit betreft het nummer van de Fortis bank.
(...)
8. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686)
(van 9 augustus 2004), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (doorgenummerde pagina's 691-693).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 19 en 20 november 2003 zijn er met het mobiele nummer 06- [0004] in de mobiele telefoon met het imei nummer [0006] , welke [verdachte] zegt verkocht te hebben op 18 november 2003, verscheidene contacten geweest met telefoonnummers, die volgens het historisch bestand van het andere nummer van [verdachte] 06- [0007] , regelmatige contacten zijn geweest van [verdachte] .
9. Een proces-verbaal (met nummer 2003299686)
(van 9 augustus 2004), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (doorgenummerde pagina's 702-705).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
De historische bestanden van de telefoonnummers 06- [0004] en 06- [0007] zijn nader onderzocht, waarbij overeenkomsten zijn aangetroffen tussen de contacten en de telefoonnummers 06- [0004] en 06- [0007] .
Gebruikte Imeinummers
Het nummer 06- [0004] wordt vrijwel continu gebruikt via het imeinummer [0006] , met uitzondering van 19.11.2003 en 20.11.2003, dan wordt ook het imeinummer [0009] gebruikt.
Het nummer 06- [0004] wordt op 20.11.2003 te 15.17 uur voor het laatst gebruikt om de Fortis bank te bellen via de mobiele telefoon met imeinummer [0006] . Het nummer 06- [0007] heeft vanaf 19 november 2003 de navolgende contacten:
- Op 21/11/2003 2x met 06- [0008] (broer [betrokkene 7] )
- Op 20/11/2003 na de overval 4x met 020- [0010] (huisnummer broer [betrokkene 8] )
- Op 19, 20 en 21/11/2003 in totaal 48 sms contacten met 06- [0011] (verdachte [betrokkene 9] )
- Op 20/11/2003 lx met 06- [0012] (broertje [betrokkene 10] )
- Op 21/11/2003 lx met 020- [0013] (huisnummer zus [betrokkene 11] )
- Op 21/11/2003 lx met 06- [0014] ( [betrokkene 11] )
- Op 21/11/2003 sms contact met 06- [0015] ( [betrokkene 12] )
Al deze contacten gaan met de mobiele telefoon met imeinummer [0009] .
Zoals boven al gerelateerd, wordt het nummer 06- [0004] op 19 en 20 november ook 2x gebruikt via de mobiele telefoon met imeinummer [0009] .
Conclusie:
Gezien het feit dat het imeinummer [0009] op dezelfde dagen, namelijk 19 en 20 november 2003 is gebruikt in combinatie met de nummers 06- [0004] en 06- [0007] , en het nummer 06- [0007] op 19 en 20 en 21 november 2003 voornamelijk contact heeft met familieleden van verdachte [verdachte] kan de gebruiker van de telefoonnummers 06- [0004] en 06- [0007] op 19 en 20 november 2003 slechts een en dezelfde persoon zijn en niemand anders dan [verdachte] .
10. Proces-verbaal van bevindingen, op 6 januari 2004 in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 4] , hoofdagent van politie, voorzover van belang en zakelijk weergevende als verklaring van een medewerker van Uitzendbureau Pdz te Amsterdam:
Ik zie in mijn administratie dat er een persoon met de naam [verdachte] , geboortedatum 25/4/1983, sedert 8/9/2003 is ingeschreven. Hij heeft als telefoonnummer opgegeven 06- [0007] .
11. Een schriftelijk stuk, namelijk een schema "tijdlijn overval Fortisbank", toegevoegd aan het dossier ter terechtzitting van de rechtbank Amsterdam op 2 september 2004, weergevende, voor zover van belang:
De belgeschiedenis van het telefoontoestel met Imeinummer eindigend op [0006] . Te zien is op 19 november 2003 dat tot 15.27 uur het telefoonnummer eindigend op [0004] wordt gebruikt, dat om 15.37 en 16.07 gebruik wordt gemaakt van het nummer eindigend op [0005] en dat om 16.08 met gebruikmaking van dezelfde zendmast gebeld wordt met het toestel met Imeinummer eindigend op [0009] met daarin het nummer eindigend op [0004] . De genoemde gesprekken zijn gevoerd met de Fortisbank dan wel met een der telefooncellen in de directe omgeving van de bank.
Om 22.06 uur keert het nummer eindigend op [0004] weer terug in het toestel met Imeinummer [0006] .
Op 20 november 2003 wordt het nummer eindigend op [0004] weer in hetzelfde toestel gebruikt tot het nummer om 14.59 uur weer wordt verplaatst naar het toestel met Imeinummer eindigend op [0009] . Om 15.05 en 15.17 uur worden met het toestel met Imeinummer eindigend op [0006] de twee gesprekken gevoerd met de telefoon op de balie van de Fortisbank die door [betrokkene 1] zijn opgenomen. Bij deze gesprekken is van het nummer eindigend op [0003] gebruik gemaakt.
12. Proces-verbaal van de zitting van de rechtbank te Amsterdam van 2 september 2004, voor zover van belang als verklaring van de verdachte:
Ik had in november 2003 twee telefoons. De telefoon die door de overvallers is gebruikt moet ik verkocht hebben op 18 november 2003. Ik heb hem met SIM-kaart verkocht. Mijn andere telefoon heb ik niet weggedaan. Het kan zijn dat het Imeinummer van deze telefoon op [0009] eindigt."