Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de erflater]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Nijmegen, dat op 18 januari 2024 is uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via een tussenpersoon. De centrale vraag is of de afnemer door deze tussenpersoon is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dexia vorderde een verklaring voor recht dat zij aan al haar verplichtingen heeft voldaan en niets meer aan de afnemer verschuldigd is. De kantonrechter verklaarde dat Dexia niets meer aan de afnemer verschuldigd is na betaling van een schadevergoeding, maar wees de overige vorderingen van Dexia af. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van Dexia opnieuw behandeld. Het hof oordeelde dat Dexia wist of moest weten dat de tussenpersoon de afnemer heeft geadviseerd zonder vergunning, en dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.